Medow beschermen is in de eerste instantie moeilijker dan Cialan heeft gedacht. Zijn vingers doen pijn, zijn nagels zijn gebroken en bovenal ziet zijn huid rood van het bloed dat uit enkele nog verse wondjes stroomt. Hoewel het verband eindelijk weggehaald mocht worden, siert het litteken nog steeds zijn hand. Medow heeft er ook naar gekeken; ietwat ruw had hij zijn hand vastgepakt om vervolgens zijn vingers er overheen te laten gaan, alsof dat de wond zou genezen. Was dat maar het geval geweest, bedacht Cialan zich, want het begon steeds meer pijn te doen.Om nog maar te zwijgen over het feit dat hetzelfde gold voor de rest van zijn lichaam.
De afgelopen weken waren zwaar voor hem geweest. En voor Medow was het hetzelfde geweest. Gelukkig was Medow niet te erg gewond geraakt. Maar mentaal begon het een tol te eisen, te zien aan de wallen die onder zijn ogen zijn verschenen en zijn vermoeide houding.
Het zorgt ervoor dat Cialan elke dag begint met dezelfde vraag. 'Hoe gaat het?' hoort hij zichzelf dan zeggen, doorhebbend hoe belachelijk het klinkt sinds het duidelijk te zien is dat het niet gaat.
Elke keer haalt Medow zijn schouders op, een gebaar dat hem zelfs teveel energie lijkt te kosten. 'Het gaat,' is het standaard antwoord geworden. Zelden praat hij verder, legt uit zichzelf uit waarom het wel gaat. De keren dat hij wel verder praat zonder dat Cialan het hem vraagt te doen, laat hij enkele zinnen vallen. Niets meer. Niets minder.
'Het gaat gewoon gewoon,' zijn Medows woorden als Cialan toch blijft doorvragen. Ze worden niet uitgeschreeuwd door ergernis of waarschuwend gefluisterd. Het zijn gewoon woorden die op de bekende toon worden uitgesproken en die laten merken dat dat het antwoord van de dag is.
De vraag wordt altijd tijdens de pauzes gevraagd, sinds ze dan pas bij elkaar kunnen zitten om te praten. De lessen zijn belangrijker geworden; een toetsweek begint in het zicht te komen, een die hen beiden zenuwachtig maakt. Dus praten ze er zo af en toe over, delen hun zenuwen om vervolgens nog zenuwachtiger te worden. Het is een cirkel waar ze niet doorheen kunnen breken
Een andere cirkel die niet doorbroken kon worden is de cirkel van gevaar. Elke keer als het tweetal op de bekende witte bankjes gaat zitten, houdt Cialan de omgeving scherp in de gaten. Hij haat het gevoel dat aangeeft dat er weer iets gaat gebeuren. De spanning hangt in de lucht. Medow lijkt het echter niet door te hebben. Hoewel de glimlach op zijn gezicht niets minder is dan een zonder betekenis, laat hij het erop zitten wanneer hij als een magneet mensen aantrekt. Het zijn geen vrienden van hem, dat heeft de zwartharige al snel doorgekregen. De ene keer is het zijn groepsgenoot, de andere keer iemand die zijn hulp nodig heeft. De jongen kan geen nee zeggen.
De jongen kan ook niet vechten. Het is iets dat niet geheel een verrassing is, maar Cialan had eerlijk gezegd meer verwacht en meer gewild.
De eerste paar dagen waren dus ook chaotisch. Na school hadden ze vaak genoeg afgesproken om vervolgens elkaar te bevechten. Het is vriendelijk bedoeld, behulpzaam op een of andere manier, al weten ze beiden waarom het gebeurd. Hoe graag Cialan het ook zou willen, hij kan er niet telkens voor Medow zijn, wat inhoudt dat de jongen moet leren om voor zichzelf op te komen.
JE LEEST
kapotgemaakte sigaretten en dagdromen [lhbt+]
Teen Fiction«the kids that the most love will ask it in the most unloving ways.»