WAARSCHUWING :bevat het onderwerp seflharm
____________________________MITS KLEINE CIALAN zijn familie dan zo erg? Verdomme, het enige wat ik nu wis is een goed functionerende rechterhand. Alleen omdat die gek genaamd Artan er zo nodig een mes in moest steken. Het leek wel alsof hij ervan genoot mij te horen schreeuwen, of tenminste pijn te doen. Hij leek ook zeker niet de enige te zijn, zijn vrienden hadden even hard gelachen en gejuicht. Alsof het niets meer was dan een show.
Godverdomme, wat had ik ze een show willen geven.
In plaats daarvan hebben ze mij een pijnlijke hand gegeven die al twee dagen in het verband zit. Twee hele dagen. Twee hele dagen te lang. Elke keer als ik dat verband eraf haal om het te vervangen, moet ik wel kijken naar die snee. Nee, litteken. Verdomme, het gaat een litteken worden. Nog voordat de dokter het zei, wist ik het al, maar doordat ook hij die vermoedens heeft bevestigd, voel ik niets anders dan ergernis. Ergernis over het feit dat ik er weer een litteken bijheb. Ergernis over het feit dat Artan mij en hem niet gewoon met rust kan laten. Maar vooral ergernis over het feit dat ik heb verloren. Mijn gehele plan is in stukken gevallen alleen omdat Artan zo nodig zijn gehele vriendengroep erin meebrengt.
En nu zit ik dus met een litteken op mijn hand die eruit ziet alsof ik mijzelf heb gesneden.
Ik doe daar niet eens aan.
Hij echter wel.
Voorheen niet. Voorheen zaten we daar gewoon samen op de open plek, soms druk pratend, soms huilend en heel soms beiden. Ik hoefde niet telkens zo onopvallend mogelijk naar zijn polsen en armen te kijken, op zoek naar zijn slechte dagen. Of gewone dagen. Weet ik veel wanneer hij het wel en niet doet. Hij zal het niet moeten doen. Maar hoe vertel je dat iemand anders ermee moet stoppen?
Hoe vertel ik hem dat hij ermee moet stoppen?
Ik had het toen nog niet gedaan. Misschien kwam het omdat hij mijn sigaretten niet afpakte. Waarschijnlijk kwam het omdat hij begon te praten, uit begon te leggen, waarom hij hier nog kwam. Het was een simpele reden. Hij wilde gewoon weggaan van huis. Van Artan. Van zijn vader. Van zijn stiefmoeder. Van zijn zusje. Naar mij toe.
Hij verdient het niet weg te moeten vluchten van zijn thuis dat veilig zou moeten zijn. Natuurlijk moet ik dat zo nodig zeggen, alsof ik zelf niet na school gelijk ergens anders naartoe fietste. Waarom leken we toch zoveel op elkaar? Het enige wat het me oplevert, is dat ik geconfronteerd wordt met het feit dat ik me ook zo gedraag.
Ik wilde zeggen dat hij het allemaal niet verdiende, maar voor het eerst sinds dagen had ik geen stem. Woorden wilden mijn mond niet verlaten en al hadden ze dat wel gedaan, vroeg ik me af of het de juiste woorden waren geweest.
Dus hadden we daar eerst maar gezeten, wachtend op iets dat pas de volgende ontmoeting zal plaatsvinden.
Het miezerde zachtjes toen we beiden onder een boom in het park begonnen te zitten. Voor de zoveelste keer hadden we een andere plek gevonden, niet omdat we de oude wantrouwden, maar omdat we de rest van het park ook wilden bezoeken. Voor het gemak had ik mijn kas op het gras gelegd zodat dat hetgeen was wat nat zou worden. Er nu aan terugdenkend was dat niet de beste beslissing die ik had gemaakt.
JE LEEST
kapotgemaakte sigaretten en dagdromen [lhbt+]
Novela Juvenil«the kids that the most love will ask it in the most unloving ways.»