deel 4.

73 5 0
                                    

Ik keek rondom me.

Opnieuw was ik in het bos.

Ik zag de man op het paard wegrijden.

Snel besloot ik de man te volgen.

Zo stil als ik kon liep ik achter hem aan.

Gelukkig reed hij niet zo vlug.

In de verte zag ik een stadje.

Nog 2 minuten lopen gokte ik.

Wanneer ik in de stad aan kwam keek ik op mijn klokje.

26 minuten.

"Nog tijd genoeg om op ontdekking te gaan" dacht ik.

Ik bekeek mezelf snel.

Ik zag er nog steeds uit als iemand van 2020.

Snel verstopte ik me achter een huisje.

Ik bekeek de stad.

Het zag er wel een oude stad uit.

Ik voelde een hand op mijn shouder.

"Je bent niet van hier hé"

Ik schrok me dood.

Stil bekeek ik hem.

Het was een jonge man.

Hij zag er iets van 21 jaar oud.

Ik wist niet wat te zeggen.

"Welk jaar zijn we?"

Hij lachte me een beetje uit.

"1615 hoezo?"

Ik glimlachte. Het experiment was dus gelukt.

"Je mocht me helemaal niet zien." Zei ik terwijl ik mijn hand op mijn voorhoofd sloeg.

"Hoezo niet? En hoe zie jij er uit als mensen je zo zien sluiten ze je gewoon op." Zei hij al lachend.

Ik keek opnieuw op mijn klokje.

20 Minuten

Nog tijd genoeg denk ik om het uit te leggen. Misschien kan ik hem in vertrouwen nemen?

"Kunnen we ergens praten zonder dat iemand ons ziet?" Vroeg ik hem.

Hij stond recht.

"Volg me maar zorg dat je niet op valt."

Ik knikte. Gebukt volgde ik hem.

We liepen naar een klein houten huisje net buiten het stadje.

"Woon je hier vroeg ik hem?."

Hij knikte.

Het was een oud houten huisje.

Stiletjes deed hij de deur open.

"ZEG OLIVER HOEZO BEN JIJ ZO LAAT THUIS."

Zijn moeder was thuis.

Ik dook achter het muurtje weg.

Stil en bang bleef ik zitten.

TimezoneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu