deel 21.

33 6 0
                                    

De volgende dag stond ik op met wat stress.

Vandaag was het weer tijd om het kasteel binnen te gaan.

Toen ik in het labo aankwam zat de professor al klaar.

"Ben je er klaar voor?" Vroeg hij me.

Ik knikte.

Snel ging ik op de startpositie staan.

Niet veel later stond ik opnieuw in het bos.

Oliver kwam net aangerend.

"Waar was je gisteren?" Vroeg hij ongerust.

"Ik kon niet komen" vertelde ik hem eerlijk.

Hij gaf me een lange knuffel.

"Ben je er klaar voor?" Vroeg ik aan hem.

Hij knikte.

Oliver droeg een rugzak met wat eten erin.

We besloten om maar meteen te vertrekken naar het kasteel.

Deze keer namen we de andere ingang.

Het leek erop dat er niet zoveel mensen in het kasteel waren.

"Kom we gaan naar boven."

Ik volgde Oliver.

In de kamer waar we moesten zijn zat de kasteelheer.

We besloten om wat te wachten.

Na een aantal minuten verliet de man zijn kamer.

Snel slopen we naar binnen.

Ik keek op het post-itje welke papieren we nodig hadden.

Niet veel later vonden we alle papieren.

Ik plooide ze op en stopte ze in mijn broekzak.

"Dit ging best goed" zei Oliver.

Ik knikte. "We zijn er nog niet".

Wanneer ik het laatste blaadje in mn broekzak had gestopt vertrokken we opnieuw.

In de eerste gang waar we liepen was het muisstil.

We liepen de trap af.

We hoorden van bovenaf iemand roepen.

"Daar zijn ze weer!"

TimezoneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu