deel 23

38 4 15
                                    

Ik spartelde met mijn benen.

Maar de man liet niet los.

Hij bracht me mee naar een grote kamer.

Op het einde van de kamer zat een man op een grote stoel.

De man die me vasthield gooide me op de grond rechtvooruit deze man.

Ik keek op.

"Wat doe jij hier." Vroeg hij me kordaat.

Ik keek rond me en zweeg.

"Antwoord!" Schreeuwde hij naar me toe.

Ik haalde mijn schouders op.

"Ik ken jou hier niet" zei hij.

Ik antwoorde: "nou ik kom van een paar steden verder."

"Zwijg! Ik heb je niets gevraagd!"

Ik zweeg en keekrondom me.

We waren in een grote kamer.

Waarschijnlijk kon je hier wel een feest geven voor 2000 man.

De zaal was groter dan de fuifzaal waar ik naartoe ging in mijn eigen stad.

De man was hevig in gesprek met iedereen die zowat in het kasteel werkte.

Terwijl iedereen aan het praten was probeerde ik stiletjes weg te sluipen.

Maar een man had me door en sloeg me in de boeien.

Opeens hoorde ik de man op de troon weer spreken.

"We hebben beslist."

Ik keek hem angstig aan.

"We gooien je in de kerker!"

Ik sloeg men handen voor mijn gezicht.

Ik zag hoe 2 manen al dichter bij me kwamen en me vastgrepen.

Na 3 trapen naar beneden te lopen waren we in de kerker.

De kleinste man had een sleutel bij.

Terwijl hij de poort opendeed heel de grote man me stevig vast.

Hij gooide me in de kerker.

Terwijl ik me rechtzette zag ik dat de man men been vast had gehangen aan een ketting.

Wanneer de mannen wegwaren probeerde ik een plan te bedenken.

Ik keek naar mijn klokje.

2 uur.

Ik dacht eraan om via het klokje te ontsnappen.

Zoals gewoonlijk klikte ik op het klokje en sloot mijn ogen.

Wanneer ik ze weer open deed zat ik nog steeds vast in de kerker.

TimezoneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu