3

163 7 0
                                    

Tegen de tijd dat ik wakker word, schemert het buiten. Ik duw mezelf overeind en daal de trap af. Als ik de woonkamer in loop, zie ik dat Claudia in de keuken met een blond meisje staat te praten dat met haar rug naar me toe staat. Claudia vangt mijn blik, waardoor het meisje zich naar me omdraait.

'Clio!'

Het verbaast me dat ze me nog herkent, maar misschien geldt dat andersom ook wel. 'Je bent blond.'

'Mijn originele haarkleur,' grijnst het buurmeisje van mijn opa. 'Wat was het de laatste keer dat ik jou zag? Paars?'

'Roze,' help ik haar herinneren.

Grinnikend schudt Dusty haar hoofd. 'Dat was echt zo'n gekke fase. Volgens mij heb ik elke kleur wel een keer gehad.'

'Wat deden jullie die ene zomer ook alweer?' mengt Claudia zich in het gesprek. 'Paardrijden?'

'Dat was één keer,' weet ik me te herinneren. 'En dat had een reden.' Ik vond het op zich wel leuk om te doen, maar Rosalie viel die middag van het paard van Dusty af en kneusde haar pols. Ze wilde niet meer paardrijden en dus mochten wij dat van haar ook niet doen. De rest van de zomer heeft ze de stal op het erf van Dusty's ouders dan ook gemeden als de pest.

'We lagen vooral veel aan het zwembad.' Ook Dusty mijmert zichtbaar weg bij de gedachte aan die zomer van vijf jaar geleden. Hoewel ze al haar hele leven hiernaast woont, was het de eerste keer dat we haar ontmoetten. Tijdens onze eerste gezinsvakantie naar Texas zat zij namelijk op een zomerkamp. Maar de zomer dat ik zeventien was en Rosalie negentien was Dusty thuis en bleek ze net zo oud te zijn als ik. Bovendien had ze net haar rijbewijs gehaald, wat haar extra interessant maakte om mee om te gaan. Zo waren we tenslotte niet steeds van onze ouders of opa afhankelijk.

Claudia knikt alsof ze het zich nu ook weer herinnert en opent dan de koelkast om er een witte kom uit te halen. "Je hebt vast honger, Clio. Ik heb wat beslag voor je bewaard.'

Ze heeft gelijk. Ik had al honger voordat ik in slaap viel, dus nu rammel ik helemaal. Een paar pannenkoeken zouden er dan ook zeker in gaan.

'Heb jij al gegeten, Dusty?' informeert Claudia terwijl ze een fles vloeibare boter uit de koelkast haalt.

'Ja, we hebben hotdogs gehaald bij Ikea. Nou, dan ga ik deze boor maar eens afgeven en misschien dat ik daarna nog terugkom om bij te kletsen, als ik weg kan sneaken.'

Het is dan pas dat ik de boor zie die ze stevig met de vingers van haar rechterhand omklemt. Ze houdt hem op bij wijze van begroeting en verdwijnt door de achterdeur naar buiten.

Ondertussen zet Claudia een pan op het fornuis en draait het gas open. Terwijl de kleine, blauwe vlammetjes de boter in de pan verwarmen, kijkt ze mij aan. 'Leuk hè, om Dusty weer eens te zien? Jullie konden zo goed met elkaar opschieten destijds.'

'Ja, klopt.' Nu ik haar weer gezien heb, begrijp ik eigenlijk niet zo goed waarom we geen contact hebben gehouden. Drie weken lang waren we onafscheidelijk en daarna was het – poef – over.

'Als ze niet meer terugkomt, moet je morgen maar eens bij haar langsgaan. Jullie hebben vast heel veel bij te praten.'

Dat zou je wel zeggen, ja. Al weet ik tegelijk niet zo goed waar ik het over moet hebben met iemand die ik vijf jaar niet gezien heb. Zelfs in die drie weken van toen ben ik niet met haar omgegaan alsof ze mijn beste vriendin was, want ik was nog steeds constant met Alice aan het appen. Ik wou dat ik dat nu ook kon doen. Dat ik haar kon vertellen dat ik veilig ben aangekomen, dat het goed lijkt te gaan met mijn opa en Claudia en dat Missy nog steeds leeft. Maar dat is geen optie meer.

'Wat wil je bij je pannenkoeken hebben, lieverd?' wil Claudia weten. 'Kijk anders zelf maar even in de koelkast of er iets voor je bij staat. Ik heb verschillende soorten fruit in huis. En ik heb natuurlijk ook stroop en suiker als je dat liever hebt.'

De snelweg naar mijn hartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu