hoofdstuk 5

91 13 2
                                    

ik zat met een glas cola op de bank bij robbie thuis. robbie zelf zat de sleutel te bestuderen. ik deed net of ik dat ook aan het dowen was, maar ondertussen keek ik naar robbie. eigenlijk was hij best knap. wat was dat toch weer een mooie haarkleur dat rood/bruin. wou dat ik dat had, maar nee hoor ik heb natuurlijk weer blond haar. en zijn hazelbruine ogen waren om in weg te zinken... he iris, riep ik mezef tot orde, we gaan hier niet een beetje verlieft zitten te doen. we zijn hier voor hele andere redenen. dus om mijn gedachte ergens anders naar toe te sturen vroeg ik maar: "en wat denk je" "huh watte" ik zuchtte, "de sleutel gek, is het de goeie?" "nou daar komen we snel genoeg achter." voordat ik antwoord kon geven sleurde hij mij al mee.

"eh robbie, we staan voor een muur." robbie grijnste naar me: "let jij maar is op." hij haalde een schilderij weg dat aan de muur hing. hij drukte op de spijker achter het schilderij. eerste gebeurde er niks. maar na een paar tellen hoorde ik ineens een luid kabaal van ergens in de muur. een deel van de muur schoof naar achter en daarna naar links.daarachter verscheen een donkere ruimte. "na u mevrouw", hoorde ik achter me. ik liep de ruimte in achtervolgt. toen we binnen waren sloot de muur zich weer even luidruchtig als toen die open ging, en werd het pikkendonker. snel knipte robbie een zaklantaarn aan. we bevonden zich in een gang met aan het einde een wenteltrap die naar beneden ging. overal op de muur stonden hiërogliefen en allemaal tekeneingen van vreemde wezens. af en toe herkende ik iets. ik zag mega muizen en spinnen, paarden met wapperende manen en vuurrode ogen, hele veldslagen tussen van alles en nog wat. met open mond staarde ik robbie aan. "wat? ja ik gebruik een zaklamp nou en. toortsen zijn zóo 1985." "robbie je weet best dat ik het daar niet over heb." "o, O, je hebt het over de tekeningen. ja die zijn machtig mooi he. maar daar hebben we het later wel weer over kom je mee?" ik volgde robbie via de trap naar beneden.

weer keek ik mijn ogen uit. we bevonde ons in een grote ruimte. overal stonden boekenkasten met -volgens mij- hele ouden boeken. ook hier stonden er hiërogliefen op de muuren en zelf op het plafond. links stond een tafel met een stoel waar een aantal perkamenten en opengeslagen boeken lagen. er stond ook een olielamp op. deze ruimte was wel verlicht met toortsen. robbie vertelde me dat-vraag me niet hoe- de toortsen van het eeuwige licht waren. ze raakte nooit op. maar wat nog het meest indukwekkende was, was de grote deur in het midden. hij was blauw met allemaal gouden vraagtekens erop. bovenaan stond: poort der raadsels. ik staarde het met grote ogen aan. "ja indrukwekkend he!? dat is nou de poort der raadsels. wil je weten waarom hij zo heet?" ik knikte en volgde robbie naar de deur.

"jij denkt natuurlijk dat hij open gaat met die sleutel in je hand. maar dat is niet zo. let op." hij pakte de klink en deed de deur open. ik bereidde me voor op het meest onverwachtte. en dat was ook zo alleen dan anders dan dat ik dacht. aan de andere kant van de deur zag ik gewoon de andere kant van de kamer. "zie je? robbie stapte door de deur en kwam er aan de andere kant weer uit. weet je wat ik denk. ik denk niet dat je die sleutel nodig hebt om hem te openen, maar om de poort te openen die erin verschuilt." hij sloot de de deur weer en liep naar de tafel. ik volgde hem. hij pakte een van de open geslagen boeken. op de ene bladzijde zag ik de deur gesloten. hoe die er ook gewoon bijstond in de kamer. op de andere bladzijde zag je de deur open. maar nu was er iets vreemds mee. je zag niet de andere kant van de kamer, nee je zag bergen, steen en schaduwen van wezen in een paars/blauwe gloed. "zie je? zei robbie, de poort naar een andere wereld." "en jij denkt dat we die kunnen openen. wat wil je gaan doen als die open is erin springen? ebn jue gek geworden ofzo!?" robbie stond er klampjes bij. "o ik dacht dat je dat al wist." robbie liep naar de andere kant van de ruimten. daar stonden 2 rugzakken. hij pakte ze en gooide er eentje naar mij. ik wilde kijken wat er in zat, maar robbie zei dat ik dat beter maar later kon doen. ïk liep langzaam naar de deur waarbij ik nog dacht dat ik echt gestoord was. ik zette de sleutel in het sleutelgat en draaide hem om. daarna werd het zwart voor mijn ogen.

De dromersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu