hoofdstuk 14

75 8 4
  • Opgedragen aan fleurieke
                                    

We rende zo snel als we konden door het bos. Toen we hoordde dat er wachters van het duistere rijk naar ons op zoek waren, waren we gelijk uit het raam geklommen en bella gevolgd het bos in. Myrin en dylan makte ruzie; "had je ons niet eventjes eerder kunnen roepen." "Nee we zagen ze pas toen ze al binnen waren." "Er bestaat zoiets als een raam!" "Daar zaten twee trollen voor!" "Andere raam!!" "Toen waren ze al binnen!!" Waarschijnlijk werd de grimlakin er een beetje geïriteert door want hij begon zich er mee te bemoeien; "houd gewoon allebei jullie kop dicht en ren door, want..." veder kwam hij niet want hij verdween. "O.o het is niet best als de kat verdw..AAAH," Dylan werd gevangen in een groot net. We stopte gelijk met rennen en Myrin stapte op het net af om het beter te bekijken. "Hmm zoals ik al dacht. Dit is het werk van een aantal kobolds. Bella, jij zei toch dat dit een veilige weg had?" Hij keek om zich heen maar ook de pixie was verdwenen. "Nou jongens dat wordt vechten, leuk. Myrin haal me uit dit verrekte net, want ik wil dit voor geen goud missen." Met èen slag van Myrin's zwaard was hij bevrijd en plofte hij op de grond. "Oke dylan hoe staat het ervoor?", vroeg Myrin. "Ze zijn ducht bij, ik ruik hun stank," Dylan trok met een vies gezicht zijn neus op. "Oke, robbie en iris aan allebei de zijkanten van mij , met je gezicht naar voren. Dylan jij vormt de achterhoede. Zorg dat je in een soort kring blijft staan en niet uit positie raken." "Maar, sputterde ik tegen, Robbie en ik hebben hebben nog nooit gevochten!" Dylans ogen glinsterde. "Dan word het tijd dat jullie dat leren. "Ik pakte mijn dolk en klemde hem met twee handen vast. Een enorme stank kwam ons tegemoet gevolgt door een stuk of twintig, kleine lelijke wezens: kobolds. Toen ze ons zagen gaven ze ons een misselijkmakende grijns en zei een van hun: "jongens dit word een feestmaal."

ik gilde. overal om me heen vielen kobolds aan, maar iedere keer doodde dylan of myrin hem voordat hij te dicht bij mij kwam. oke, dacht ik trillent, diep ademhalen. dylan schreeuwde iets maar ik kon hem niet verstaan. "hallo lekker hapje"; een kobold met dikke wratten stond voor me. ik gilde nog een keer, kneep mijn ogen stijf dicht en richtte mijn dolk naar voren. ik hoorde gegorgel en deed mijn ogen een klein stukje open. de kobold staarde me met lege ogen aan en er liep een straaltje bloed uit zijn mond. ik deed mijn ogen verder open en keek naar de dolk in mijn hand waar de kobold op gespiest was. ik gilde -voor de derde keer- en liet de dolk los waarna de kobold achterover viel. ik kon het niet geloven. ik, Iris de Boer, had iemand vermoord. ik zakte in elkaar op de grond.

"Iris.. Iris, kom overeind. het is voorbij." "ik heb iemand vermoordt," mopelde ik. "wat? Iris praat is wat harder ik kan je niet horen." ik schoot overeind, "ik iemand gedood dylan! ik ben een moordenaar!!" ik begon hesterisch te worden. dylan zuchtte en schudde me door elkaar. daarna sloot hij mij in zijn armen. ik begon te huilen. "sssh, fluisterde hij, je hebt éen kobold vernoord. dat maakt je nog geen moordenaar. ik heb veel meer bloed aan mijn handen. en kobolds zijn smerige wezens die moeten worden uitgeroeit, oke?" ik veegde me tranen af en knikte.

"uhm jongens, kwam myrin tussen ons in, ik geloof dat er iets is met robbie.." we draaiden ons om en ik zag robbie op de grond liggen tussen de dode kobolds. zijn gezicht was spierwit en in zijn been zat een enorme snee. "shit robbie, ik zei je best doen, niet je uitloven" met een gezicht vertrokken  van de pijn wist hij met moeite uit te brengen; "sorry man, maar je weet hoe ik ben." "ah daar zijn jullie. we draaide ons om en zagen bella aan komen vliegen. volgens mij hebben jullie door jullie gekibbel de verkeerde afslag genomen. de pixie zag de kobolds en robbie op de grond liggen. ach nee he. jullie hebben toch niet gevochte he, teteté. nou til robbie op en volg me. ik weet nog wel een adresje waar een heler woont in de buurt. dylan en myrin tilde robbie op en lieten hem steunen op hun schouder. hoewel ze langzaam liepen hield robbie het bijna niet bij doordat zijn been achter hem aan sleepte

De dromersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu