hoofdstuk 8

79 7 6
                                    

''pssst, Ir, hoor ik van de andere kant van de kamer. slaap je al?" "ja robbie, ik slaap al." het was nacht en robbie en ik deelde een kamer. we sliepen allebei aan een kant van de kamer in een eenvoudig houten bed. links in de hoek stonde een wasbak. achter het deurtje was een cwtje met een douche. bij onze bedden stond ook nog een nachtkastje en een lampje. als er tralies voor het raam waren leek het net een gevangenis. mijn rugzak had ik onder mijn bed geschoven. "Ir, ging robbie veder, sorry dat ik je hebt meegesleurt naar deze vedomde wereld." "robbie, je hoeft geen sorry te zeggen. ik was zelf degene die de sleutel in de poort deed." robbie zuchtte;" nee Ir, dat bedoel ik niet. er is iets met deze wereld en daar ga jij een grote rol in spelen." "wie ik? wat kan ik in hemelsnaam als eenvoudig meisje doen? en wat ga ik dan doen? ik ging rechtop zitten. jij weet meer he!?" robbie zuchtte nog een keer."sorry maar ik mag niks zeggen en dat kan ik beter ook niet doen ook. je kan het beter van 'zijne hoogheid' zelf horen. waarschijnlijk morgen." fijn dat heb ik weer, dacht ik bij mezelf. denk ik ik slaap hier éen nachtje en dan weer naar huis. maar nee hoor. het lijkt wel of ik in een of ander boek of film ben beland. ik zuchtte en besloot in mijn rugzak te kijken.

ik pakte de rugzak en kieperde het leeg op mijn bed. dit was de inhoud: 1 deken, 1 flesje water, 2 chocolade repen, 1 pak koek, een paar schone kleren(niet mijn maat en voor een man ook nog, vreemd..), een zaklamp en een mes. ik stopte alles weer terug in de tas en ging weer liggen.

wat was het toch een rare dag vandaag. na het gesprek met goergegus werden we naar onze kamers gebracht. daar werd ons geacht om in onze kamer te blijven maar robbie kennende lapte we die regel aan onze laars. robbie gaf me een soort mini rondleiding door het kasteel heen. de hal die ik had gezien was een soort knooppunt. via die hal kon je door allerei poorten weer in een andere hal terecht komen, maar dan ergens anders in dromenland. het leek een beetje op een station. als ik goed keek zag ik inderdaad die poorten in de muur, ze waren er in allerei kleuren in de regenboog en bovenaan de poort zag je staan waar die naartoe ging. dat was me de vorige keer niet opgevallen maar toen was het zeker spitsuur ofzo want nu was het vrij rustig. i

n een gang ergens aan de ander kant van het kasteel waren allemaal hokjes. per hokje éen dromer. als iemand ergens op de wereld een droom had, kwam die droom in zo'n hokje terecht. de dromers begeleidde de wezens in de dromen om een goed plekje ergens in dromenland te krijgen. de dingen die in de dromen zaten gaven ze of mee aan de wezens of brachten ze ze ergens anders in dromenland, misschien naar een winkel ofzo. ik had de vreemdste dingen in de kamers gezien: wekers die konden praten,een man met 10 armen, een vrouw met een gezicht onder ste boven, pixies, faunen. ook kwamen er hele gebouwen, maar die werden wel eerst verkleint anders paste ze niet in het hokje. éen keer gewoon een mens en die keek niet raar toen hij in een kamertje terechtkwam. nee integendeel hij leek zelfs volkomen op zijn gemak. ik kwam erachter dat dromers de gave hadden om dromen te beheersen. zelf was ik een halfbloed. ik zag eruit als een mens- wel met een bleke houd, lichtblond haar en blauwe ogen. mengelmoes dus-, maar het schijnt dat ik ook die gave had. alleen hoe ik die moest gebruiken wist ik nog niet. de dromers hadden me al in het verleden geobseveert omdat ze geen toegang kregen tot mijn dromen. daaruit wisten ze ook dat ik geen normaal mens was. met een hoofd vol gedachtes viel ik uiteindelijk in slaap.

De dromersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu