Hoofdstuk 10

141 6 2
                                    

{Hey! Hoe gaat het daar?
Even voor de duidelijkheid, als je vader en moeder ziet staan, dan zijn het de ouders van Lisa die haar hebben opgevoed. Zeg het even zodat het niet al te verwarrend is. Maar dit doe ik trouwens alleen als beide moeders/vaders er zijn. Dus als beide moeders er zijn en 1 vader dan is er dus 1 moeder, de hiervoor genoemde, en de goddelijke moeder. En andersom.
Hoop dat het nu min of meer duidelijk is. Als ik het nu nog onduidelijker heb gemaakt: sorry!
Veel lees plezier!}

Nou, mijn ouders hebben nu mijn echte ouders leren kennen. Nu staan ze voor een dilemma. Bij welke ouders ga ik wonen? Bij de ouders die me hebben verzorgd of mijn biologische ouders?

'Ik denk dat ik hier blijf,' zeg ik hard genoeg om boven hen uit te komen. Ze zaten te discussiëren over waar IK zal blijven of gaan. Ze kijken mijn kant op.
'Waarom?' vraagt mijn moeder.

'Is dat zo moeilijk? De reden zit vlak naast me,' antwoord ik. Ik pak David's hand en knijp er zacht in. Hij knijpt terug.

'Natuurlijk kom ik bij jullie op bezoek, maar ik wil David in mijn buurt hebben.'

Ik kijk iedereen aan. Ze vinden het allemaal wel oke. We spreken af dat ik om de twee weken bij mijn echte ouders logeer en dat David mee komt. Mijn ouders denken niet meer aan een bloedtest, ze zien de gelijkenis al. Ze zitten nu te kletsen over koetjes en kalfjes en dat soort gedoe.

'Zullen we naar mijn kamer gaan?' fluister ik tegen David. Hij knikt en we staan op. Ik zie in mijn ooghoek mijn moeders opkijken. Zonder hun aandacht te geven, gaan David en ik hand in hand naar boven. Wanneer ik net boven zie ik Bas.

'Zeg Lies, wie zijn er gekomen?' vraagt hij.

'Mijn echte ouders,' antwoord ik. Zijn ogen worden groot.

'Bedoel je, bedoel je dat je...'

'Ja, ik ben geadopteerd,' onderbreek ik hem. Ik kijk weg en zucht. Een enkele keer wil ik dat dit niet zo was, dat ik een normaal leven kon leiden als een normaal persoon. Soms wil ik geen godin zijn. Opeens voel ik twee sterke armen om me heen. Ik kijk op. Bas.

'Je blijft altijd mijn zus, hoe irritant dan ook,' fluistert hij. Hij laat me los en draait zich naar David.

'Sorry voor wat ik zei, dat had ik niet moeten doen.'

'Zand erover. Jij hebt het erger, je krijgt niet iedere dag te horen dat je zusje niet echt je zusje is,' zei David. Bas grinnikt.

'Nee, inderdaad. Maar ze is en blijft zusje, bloedverwant of niet.' Hij kijkt een beetje moeilijk. 'Ik denk dat ik maar even naar beneden ga.'

Hij loopt de trap af. Ik pak David's hand en trek hem mijn kamer in. Ik duw hem mijn bed op en hij land op zijn rug. Hij kijkt me vragend aan als ik mijn hand ophoud en mijn wijsvinger in een rondje laat draaien. Ik hoor een klik achter me. De deur is op slot. Ik klim op David en kus hem vurig op zijn lippen. Eerst is hij een beetje geschrokken maar dan kust hij me terug legt hij zijn handen om mijn middel. We stoppen alleen even om adem te halen en gaan daarna door. Ik kan wel uren met hem zoenen. Opeens pakt hij me op en legt hij me op bed. Hij ligt nu boven op me. Hij kijkt me liefdevol en verlangend aan.

'Ik houd van je,' fluistert hij.

'Ik houd ook van jou,' fluister ik terug. Hij kust me.

'Lisa! David! Kom eens even naar beneden!' hoor ik opeens mijn moeder roepen.

'We komen!' roept David terug. Ik grom. Ik hoop dat het belangrijk is. We staan op en David opent de deur. We lopen snel naar beneden.

'Wat denk je er van als je deze week bij ons logeert?' vroeg mijn moeder.

'Mag dat?' vroeg ik. Mijn moeder knikte. Ik keek naar David.

'Ik vraag het aan mijn ouders,' zegt hij.

'Dan lijkt het me leuk,' antwoord ik. 'Wanneer gaan we?'

'Als het kan vanavond nog, dan hoeven we niet heen en weer te rijden om je op te halen,' antwoord mijn vader.

'Ik ga dan even snel naar huis om het te vragen,' zegt David.

'Ik laat je wel uit,' zeg ik snel. Ik zie Bas glimlachen. Ik bloos een beetje.

Ik loop samen met David naar de deur. Net wanneer hij de deur uitloopt, trek ik hem terug en kus hem zacht op zijn lippen. Hij kust me terug.

'Wacht even,' zeg ik wanneer ik een van de reserve huissleutels. Ik stop het in zijn zak.

'Zo kan je gemakkelijk naar binnen.'

'Dank je,' zegt hij als hij naar me toe buigt en me kust op mijn neus. Ik kijk toe hoe hij naar zijn huis loopt, de deur opent en omdraait. Ik zwaai en hij zwaait terug. Hij loopt achteruit zijn huis in en doet tegelijk met mij de deur dicht. Ik loop weer terug naar de woonkamer.

'Dat duurde lang zeg,' lacht Bas. Ik zend hem een geïrriteerde blik toe.

'Ik heb David de sleutels gegeven,' zeg ik terwijl ik ging zitten. Mijn moeder grijnst en ik bloos. Ze weet dat het serieus is tussen mij en David, we hadden dit al veel eerder besproken. Als ik een echt serieuze relatie heb met iemand, David in dit geval, geef ik hem de huissleutel. Zo weten mijn ouders hoe serieus het is.

'Is goed,' zegt mijn vader.

'Ik ga mijn tas pakken,' zeg ik wanneer David me telepathisch influistert dat hij mag komen en nu zijm tas gaat pakken. Ik sta op en loop naar boven. Ik pak een oude rugzak en doe een paar broeken en truien in. Ik pak mijn toilettas en gooi die er boven op. Mijn ouders zullen er wel voor zorgen dat ik niks te kort kom. Net toen ik mijn rugzak dicht rist, voel ik een paar sterke armen om mijn middel heen slaan. Ik kijk geschrokken om. David, natuurlijk. Ik voel hoe hij me kust op de plek waar mijn schouder en nek elkaar raken. Ik huiver een beetje.

'D-david...,' fluister ik zacht.

'Ja?' fluistert hij tegen mijn huid.

'N-niet doen.'

Hij trekt zijn hoofd op en draait me om.

'Is er iets?' vraagt hij zacht. Ik schud mijn hoofd.

'Ik wil gewoon niet dat mijn ouders het zien,' antwoord ik. Ik verander van onderwerp.

'Waar denk je dat ze wonen?'

'Op Olympus lijkt me.'

'Klinkt logisch,' geef ik toe. Ik kijk op de klok. Half 5 al. We zullen straks wel gaan eten. Maar waarom lijkt het alsof het pas 1 uur 's middags?

'Heb jij ook het gevoel dat de tijd te snel gaat?' vraagt David.

'Ja, heel erg zelfs. Alsof mijn ouders willen dat de dag snel voorbij gaat,' antwoord ik.

We staan een poos stil, hij met zijn armen om me heen en ik tegen zijn borst aangeklemd.

Dan riept mijn moeder ons naar beneden om te eten.

•Tijd sprong•

'Dag mam, dag pap!' roep ik wanneer David en ik achterin gaan zitten bij mijn ouders. Ze zwaaien naar me en ik zwaai terug. De auto begint te rijden. Zodra we de hoek om zijn en mijn ouders niet meer te zien zijn begint de wereld om me heen te draaien. De auto verandert in een gouden, vliegende strijdwagen en we vliegen recht op een enorme berg af. Wanneer we dichterbij komen, zie ik allemaal gebouwen gebouwd in de Griekse stijl.

'Olympus...,' fluister ik.

Gaven, goden en mythen. ((Geannuleerd))Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu