Hoofdstuk 31

52 2 0
                                    

{Wie-o-wie? Raad het eens!}

Ik kan niet geloven dat ik hem help. Na al deze tijd lukt het hem me te bedreigen en weer geef ik toe. Misschien is het beter als ik niet meer besta. Als ik er niet ben, is er niemand meer om de info door te geven.
'Ah ah ah. Jij blijft. Je bent te waardevol,' zegt hij achter me. 'Je bent van mij. Kijk, dit bewijst het.' Hij trekt aan mijn chiton zodat je mijn rug duidelijk kan zien. Een brandmerk in de vorm van twee zeisen is zichtbaar.
'Je bent van mij. Je doet wat ik zeg,' fluistert hij in mijn oor. 'Begrepen?'
Ik knik langzaam. Waarom was ik millennia geleden de deal aangegaan? Ik heb alleen verlies geleden. Ik heb met moeite het vertrouwen van mijn familie weer gekregen en als ze hier achter komen, raak ik alles kwijt. Mijn dochter... ze had gezien dat ik loog. Ze weet dat er wat mis is. Ik wil het haar vertellen, maar ik kan het niet. Dat vervloekte brandmerk. Het verbied me te praten over hém. Als ik het doe, zal het me vanbinnen uit verbranden. Was ik er maar nooit mee begonnen, dan zou dit allemaal niet meer hoeven.

{Lisa's POV}

Na een uurtje gaan David en ik weg. Stefanie laat ons uit. Ze kijkt verbaasd naar Zeus als hij buiten bij de deur staat. Ze kijkt van hem naar mij, dan weer naar hem.
'Zeus, neem ik aan?'
'Ik zie dat je het nu weet,' glimlacht hij. Stefanie glimlacht ongemakkelijk terug.
'Uhm, kom binnen.' Ze gaat aan de kant staan.
'Nee, ik ben hier maar even. Ik kwam Kalytera ophalen. Ze moet haar taken als godin op haar nemen.' Hij wendt zich tot mij. 'Kom je?'
Ik knik en loop samen met David naar buiten. Stefanie komt ook mee.
'Gave strijdwagen. Goud, neem ik aan? En die paarden zien er erg goed verzorgd uit.' Dan worden haar ogen groot. 'Zijn dat...zijn dat tarpans?' stamelt ze. Ze snelt naar ze toe. Als ze hun aandacht trekt, loopt ze langzaamer op hen af. Ze gaat voor hen staan. Voorzichtig strekt ze haar hand naar een van de paarden. Ze aarzelt op een paar centimeter afstand. Dan drukt het paard zijn hoofd in haar hand. Stefanie aait zachtjes over zijn hoofd.
'Hé, meis, gaat het goed?' hoor ik haar fluisteren. Het paard hinnikt geïrriteerd. Ik kan hem verstaan.
'Ik ben een hengst hoor,' protesteert hij.
'Het spijt me jochie. Ik zie nu pas je sterke benen,' glimlacht ze.
'We moeten wel sterk zijn,' zegt het andere paard. 'Anders worden we vervangen en moeten we terug naar de stallen. En geloof me, de hele tijd staan, zitten, eten en slapen kan heel erg saai worden.'
Stefanie en ik giegelen. Ze kijkt verrast op als e mij hoort.
'Kan je ze verstaan?' vraagt ze ongelovig.
'Ik zou zelfs met een vis kunnen praten,' antwoord ik. 'Hoe kan jij ze verstaan?'
'Ik ga in de zomer naar een paardrij-kamp. Als je de hele tijd tussen de paarden zit, begin je ze te verstaan,' zegt ze. Ze kijkt weer naar de paarden.
'Ik dacht dat jullie soort uitgestorven was. Ik had altijd al een tarpan willen zien.'
'Mijn broer heeft ze aan mij geschonken. Je zou zijn stallen eens moeten zien, je zou omvallen van verbazing,' zegt Zeus opeens.
'Mag dat? Mag ik Poseidons stallen zien? Alsjeblieft? Ik zal jullie niet tot last zijn!' smeekt ze. Ik kijk nieuwsgierig naar Zeus.
'Wat denk jij, Kal? Mag ze ze zien?' vraagt hij aan mij. Stefanie kijkt me hoopvol aan.
'Natuurlijk mag ze ze zien. Denk je dat je zou kunnen regelen dat ze een van de beste paarden krijgt?' glimlach ik.
'Poseidon kan vast wel een uitzondering maken voor de beste vriendin van zijn lievelingsnichtje.'
Ik lach een beetje. 'Lievelingsnichtje? Sinds wanneer?'
'Sinds dat gedoe met Aphrodite. Hij vond het hilarisch!' grinnikt hij.
'Jij zeker ook?' vraagt David. Zeus kijkt hem geïrriteerd aan.
'Wie heeft gezegd dat je jij mag zeggen?' vraagt hij streng.
'Ik, uhm, u, eh...' stamelt David naar zijn voeten kijken. Zijn gezicht wordt rood. Zeus barst in lachen uit. David staart geschrokken naar Zeus. Hij wordt nog roder.
'Dacht je nou echt dat ik dat meende? Ik zit maar met je te dollen! Jullie stervelingen zijn soms ook zo dom!' lacht Zeus.
'Wat hebben jullie toch met het woord sterveling? Het zijn ménsen!' bijt ik hem toe. Zeus kijkt een beetje geschokt naar me. Hij opent zijn mond alsof hij wat wil zeggen, en sluit hem weer. Hij krabt zijn nek.
'Laten we maar gaan,' mompelt hij. Hij loopt naar de strijdwagen zelf en stapt op.
'Ik vind dit meisje aardig. Zou je vaker langs kunnen komen?' vraagt een van de paarden aan Stefanie.
'Als het mag kom ik zo vaak mogelijk,' antwoordt ze.
Het andere laard hinnikt.
'Beloofd?'
'Beloofd,' glimlacht Stefanie. Dan kijkt ze naar mij. 'Misschien kan ik nu al mee?'
'Ik vind het best,' zegt Zeus. Waarom kon die stomme strijdwagen niet gewoon een auto zijn? Dat was hij de vorige keer ook!
'Wil je bij hem in de wagen? Of wil je met mij vliegen?' vraag ik. Stefanie kijkt me met samengeknepen ogen aan.
'Op welke manier vlieg je?' vraagt ze. Ik tik met mijn vinger tegen mijn kin en denk.
'Ik denk dat ik vandaag voor vleugels ga,' antwoord ik dan.
'Wat voor vleugels?'
'Wat heb jij in gedachten?' glimlach ik.
'Wat vind je van die enorme engelenvleugels?'
'Laten we die maar niet doen,' zegt David.
'Waarom niet?' vragen Stefanie en ik.
'Ben je dat gedoe met Hermes vergeten?' vraagt hij aan me.
'Nee, maar daardoor laat ik mijn pret toch niet verpesten?'
'Wat is er dan met Hermes?' vraagt Stefanie.
Ik schud mijn hoofd. 'Leg ik later wel uit. Zullen we gaan?'
'Ja, natuurlijk,' antwoordt ze. Ik doe mijn vest uit. Wat ben ik blij dat ik vandaag een topje draagt. Langzaam groeien er vleugels uit mijn rug. Ze zijn langer dan ikzelf. Stefanie staat er bewonderend naar te kijken. Ik klap een paar met mijn vleugels om ze soepeler te maken.
'Klaar?' vraagt Zeus. Ik geef hem een geïrriteerde blik.
'Ben je er klaar voor?' vraag ik aan Stefanie.
'Helemaal,' glimlacht ze. Ik kus David snel op zijn wang.
'Ik denk niet dat het lang duurt, dus tot vanavond,' zeg ik. Hij trekt me tegen hem aan en kust me. Dan omhelst hij me.
'Tot vanavond,' fluistert hij in mijn oor.
Stefanie hoest zachtjes. David laat me los. Ik pak Stefanie voorzichtig vast rond haar middel.
'Daar gaan we,' zucht ze zacht. Ik zet af.

{Daar ben ik weer!!! Hebben jullie me gemist? Wie vind het net zo irritant als Lisa wanneer een van de andere goden het woord "stervelingen" gebruikt? Ik in ieder geval! Ik moet nu echt gaan, moet naar school... :( *zucht* Anyway, bye!}

Gaven, goden en mythen. ((Geannuleerd))Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu