'Dit lijkt me een mooi stukje.', zei David. We waren ondertussen in het bos bij een open plek aangekomen.
'Hmm...', mompelde ik afgeleid. Ik bedacht hoe ik hem het beste op papier kon krijgen, wat waarschijnlijk niet gemakkelijk zal zijn. Zo'n leuk iemand tekenen in zowat gelijk aan onmogelijk.
We stapten af en legden onze kleden tegenover elkaar op goed belichtte plaatsen en gingen zitten.
'Laten we maar beginnen, zou ik zeggen.', zei ik.
'Ja, inderdaad.'
Ik begon gemakkelijk met zijn contouren. Zijn hoofd, zijn armen en benen, ik tekende zelfs de contouren van de boom achter hem. Toen begon ik aan zijn gezicht. Ik maakte lichte lijnen, zodat het gemakkelijker zou zijn als ik een fout maakte. Eerst deed ik zijn ogen, die altijd lachen. Daarna zijn mond, waarvan de hoeken altijd omhoog krullen. Toen deed ik zijn neus en de o zo schattige kuiltjes in zijn wangen. Ik begon toen aan de rest van zijn lichaam, de piepkleine rimpels in zijn shirt, zijn kladblok, het potlood waarmee hij tekende, zijn armen en benen, en als laatste zijn voeten. Ik keek of hij al klaar was en zag dat hij nog zat te tekenen. Ik tekende om de tijd te vullen ook de deken waar hij op zat, de andere bomen achter hem, ik zette heel veel extra details neer in de rimpels van de bomen en de deken. Ik keek weer of hij klaar was en zag dat hij naar mij keek.
'Ben je klaar?', vroeg hij.
'Ja, een poos al.'
'Mag ik het zien?'
'Als ik de jouwe mag zien.' We ruilden onze tekeningen.
'Wauw.', mompelde ik bewonderend.
'Wow.', hoorde ik David verwonderd fluisteren.
'Je bent een geweldige kunstenaar.'
'Jij bent geweldiger.', sprak hij me tegen. Ik voelde gewoon dat hij het meende.
'Zeg, hoe laat is het?'
'Uuhm.', hij keek op zijn telefoon, 'Vijf voor zes. Zullen we maar gaan joggen?'
'Ja lijkt me goed.', ik ruimde snel mijn tekenspullen op, legde ze bij de zijne neer.
'Zin in een wedstrijdje?', vroeg David tijdens het strekken, 'Van hier tot die boom daar en dan terug?'
'Moge de snelste winnen.', en ik rende weg.
'He!', riep David terwijl hij me achterna ging.
Ik was al bijna bij de boom toen David me inhaalde.
'He!', riep ik verbaasd. Ik had niet verwacht dat hij me zo snel zou inhalen. Hij draaide zich al om toen ik de boom bereikte. Ik draaide me bij de boom ook om en zette alles in om hem in te halen. Ik was al bijna bij hem toen ik door mijn enkel ging. Ik gilde van de pijn.
'Wat is er?', vroeg David bezorgd, nadat hij zich had omgedraaid en mij had bereikt.
'Ik ben door mijn enkel gegaan.'
'Denk je dat je kan lopen?'
'Nee het doet te veel pijn.'
'Dat is niet al te best. Moet ik je ouders bellen?'
'Graag.', antwoordde ik en David rende naar onze spullen om zijn telefoon te pakken. Hij bleef maar even weg en was net al weer klaar met bellen toen hij terug bij mij was.
'Ze komen er zo aan.', lichtte hij me in.
'Bedankt.'
'Ik pak even onze spullen.', en hij rende weer weg.
JE LEEST
Gaven, goden en mythen. ((Geannuleerd))
RastgeleHoe voelt het om te verhuizen? Om je opnieuw te proberen geaccepteerd te worden, terwijl je terug thuis altijd het buitenbeentje was en werd gepest? Hoe zou het zijn om vrienden te worden met de leukste jongen die je ooit hebt gezien? Wat zou jij do...