'Mam?' 'Lieverd.' Zei mam zachtjes. Nina strekte haar hand op. En man pakte die vast. Ik lag naast Nina en ik had een paars pakje aan met een mutsje. Mam had een soort joggingbroek en een vest aan. Nina had ziekenhuis kleding aan. 'Ben ik in de hemel?' Vroeg ze. Ma lachte zachtjes. 'Nee, je leeft nog..lieverd.' Er volgde een stilte. 'Hoe??' Vroeg ze verbaasd met haar ogen dicht. 'Je was zo bevroren dat je hart het heeft overleefd.' Zei mam blij. 'Mh' zei Nina kort. Ze slaapte verder. Ze stond vast aan een apparaat die haar hielp ademen, er was vast veel water in haar longen gekomen. 'Ik vroeg me af wie die man was die mam mee naar boven nam.' 'Je hebt geluk gehad meisje.' Aaide mam over Nina's hoofd. 'Wheee wheee' *krijs krijs* Mam draaide haar hoofd om en zag me huilen. Ze stond op uit haar stoel en liep naar mij toe. Ze pakte me op en legde me tegen haar borst. Samen waggelde/dansend door de kamer heen. Soms zong mam een heel mooi liedje. Ze zong het altijd als Nina niet kon slapen. Net zoals net. Maar ik wilde niet slapen, ik wilde gewoon eten, een lekker vies babypotje met aardappels en nog wat andere groenten. Wat konden ze die dingen toch vies maken, en het was ook nog eens bruin. 'Bah' zei ik in mezelf. Elke baby moest daar een trauma aan overlaten. Maar gelukkig gaf mam me niet zo een potje maar gaf snel de borst. Ik zoog todat ik niet meer wilde en mam me op haar borst legte. Zachtjes sloeg ze op me ruggetje. En inderdaad et vloog een boertje uit me mond. Langzaam verscheen er een zwart beeld voor me ogen. Alles werd steeds waaziger. Ik kon Nina al bijna niet meer zien en mam voelde ik alleen nog. 'Stacey! Stacey!' Riep mam. Niemand kon het horen, want ik zat in een droom. 'Stacey! Stacey!' Ging het verder. Ik zat op een griezelig kerkhof. Ik wist niet hoe ik er kwam. Overal stonden stenen, met lieve tekstjes erop. Ik kon ze niet lezen, ze waren gewoon heel erg grijs. En dat was er niet 1 maar allemaal waren ze grijs. 'Stacey! Stacey!' Werd er weer geroepen. Het kwam van links, maar verder zag ik niks. Niemand die het riep, niemand die op me af kwam lopen. En niemand die ik zag. En toch ging het door; 'Stacey! Stacey!' Langzaam zag ik iemand in de verte. En ik ging rechtop zitten. Ik kon me niet bewegen, ik kon nog niet lopen of kruipen. Langzaam zag ik een gedaante. Het leek op een vrouw, ze had lange krullen haren en een bruine tint. Ze was gespierd en had een kettinkje om. 'Stacey! Stacey!' Ze reek haar hand uit, maar stopte op dat moment met rennen. Ze barste in tranen uit. Het leek alsof ze gebaren maakte om naar haar toe te komen, maar wat zou ze met haar doen? 'Stacey, kom dan.' Zei ze. Ik kon alleen maar ja of nee knikken. Ik wilde ja knikken, maar mijn hoofd ging vanzelf naar nee. Opnieuw barste ze in tranen uit. Het leek alsof er een onzichtbare muur tussen ons zat. Ze stak huilend haar hand op, net alsof ze een high-5 wilde geven, maar dat wilde ze waarschijnlijk niet. Ze viel op de grond, nog steeds huilend en tranen rolde over haar wangen heen. Ze greep naar haar hart. 'Je kan me helpen Stacey.' Zei ze. 'Je kan me helpen' herhaalde ze. Om haar nek zat een gouden kettinkje. Ik kon niet zien wat voor figuurtje het was. Ik probeerde alles om dichterbij te komen. Maar telkens werd ik door mezelf tegengehouden. Ik wilde praten, ik wilde vragen wat ik moest doen. Maar nee alles mislukte. Opeens draaide zich haar hoofd om in 3/4 en viel daarna verstijfd op de grond. Met grote ogen keek ze me na. En daar eindigde ik mijn bizarre droom.
