Hoofdstuk 1

105 11 3
                                    

Ik zat veilig in de buik bij mijn moeder knus en fijn het was lekker warm. Nooit gedacht dat ik hier uit zou moest komen. Ik wil niet leven ik wil hier blijven zijn. Ik hoorde van allerlei stemmen, maar de enigste die ik wilde horen was die van mijn moeder. Ze had het zwaar om mij eruit te krijgen. Ik werd stukje voor stukje naar beneden gebracht. Het was zo ver, om te huilen. Ik huilde keihard toen ik eindelijk echt leefde ik was eruit het was tijd om te leven om iets te doen, maar ik ben nog zo klein dat ik niet eens mama kan zeggen ook al wist ik wel wat zei allemaal zeiden. Ze waren bezig met me schoontemaken, omdat er allemaal bloed op me zat. Ik bekeek mijn moeder eens goed. Ze had een mooie bruine tint met sproeten op haar neus en een moedervlek op haar kin plus mooie krullen. Ik kreeg gelijk sokjes om me handen. Dit doen ze altijd in dit ziekenhuis, zodat ik mezelf niet krap. Mama was aan het huilen van blijdschap en papa die was flauwgevallen. Hij zat hier eerst naast ons, maar werd meegenomen naar een ander kamer. Mama was gestrest en dat voelde ik, want ik werd trillend vastgehouden door haar. Papa heb ik nog niet gezien, maar die zie ik straks wel. ' hoe wilt u u meisje noemen?' Vroegen ze aan mijn moeder. 'Rob en ik hadden Stacey afgesproken, maar ik weet niet of die dat nog wel wilt.' Zei me moeder lachend terug. Ik lachte ook zelf even. Mijn ogen waren al helemaal open, want ik wilde graag de wereld ontdekken. 'Bruine oogjes' zei mama tegen mij. Ik lachte weer. 'Ooh wat ben je schattig, ja jjaa.' Zei mijn moeder. Ik wil niet schattig zijn dus stopte ik met lachen. Op dat moment kwam me vader binnen in een rolstoel. 'Stacey was goed toch?' Vroeg me moeder voor de zekerheid. Hij knikte. Hij bleef maar kijken en opeens viel zijn hoofd achterover. De doktoren reden hem gelijk terug naar zijn kamer. 'Rob? Komt het alkemaal goed met hem?' Vroeg ze aan een doktor die spulletjes mee nam. Hij knikte. 'Maar ik kan niks beloven mevrouw, maar we zullen ons best doen.' Zei hij. Me moeder knikte, maar ze rilde nog wel en ze bleef ook rillen. Na 15 minuten kwam er een doktor binnen. 'Alles is oke mevrouw.' Stelde hij kijn moeder gerust. Ze stopte met rillen. Puh puh. Zo ging het geluid van apparaatje dat de dokter in zijn broek had. 'Ik moet weer gaan.' Zei hij terwijl hij weer terug rende naar het kamertje van mijn vader. En toen begon me moeder weer te trillen. Alleen maar omdat ik wilde dat me moeder stopte met trillen lachte ik naar haar. Ze lachte terug maar stopte nog niet met trillen. Dit duurde wel heel lang voordat we nieuw nieuws kregen. Ik keek een beetje om me heen en keek naar de klok. Eerst stond de wijzer op de 6 en nu op de 3. Weet niet wat het betekend, maar het duurde wel lang. Eindelijk kregen we nieuws. Tenminste dat hooptten we. De dokter kwam binnen. Hij kniktte een beetje van nee maar veel gebeurde er niet. Hij begon ook niet met praten. Na 3 minuten deedt hij zijn mond pas open. 'Het is niet gelukt mevrouw.' Zei hij. Me moeder keek verbaasd en ik keek boos, ik wist wat dit zou betekenen, maar me moeder blijkbaar nog niet. Ik ben geboren en mijn vader is.. is... dood. 'Hij is helaas overleden, gecondoleerd mevrouw.' Zei hij met een gebogen hoofd. Ik huilde, mijn moeder huilde en ik zag zelfs de dokter een traantje weg pinken. Mijn voetjes gingen op en neer door het huilen.

-----------------------------------------------------------------

Laat even een vote achter, zodat ik weet dat mensen me boek leuk vinden! x

Turn your faceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu