Hoofdstuk 30

33 3 2
                                    

Woooowww!!!! Het gaat zo snel al die hoofdstukken, reken er maar op dat er vele zullen volgen ;) Het boek is namelijk nog lang niet afgelopen. Oja het plaatje zie je hierboven (wist jij wat het was?). Op het plaatje staat een poppetje dat getekend is (meisje). Vinden jullie dat ik de titel van het boek moet veranderen, of zo moet laten blijven? Ik vind deze titel namelijk niet heel erg krachtig, dusss jullie mogen beslissen, zeg ja of nee in de chat ;)! Xxxx rosa
-----------------------------------------------------------------
Zachtjes hoorde ik gemompel. Sloffen slofte over de vloer. Het geluid werd soms harder en zachter, het ging verder en het kwam weer terug. Langzaam kwam er licht voor me ogen. Het licht was vel, maar daar wende ik aan. Een figuur liep ijsberend rond. Mijn pupillen volgte dat beeld. Het was mama. Mama die aan het ijsberen was. Het gemompel kwam uit haar mond. Ze sprak kleine dingetjes uit 'Waarom ga ik opeens bidden, dat heeft toch geen zin.' Een stem zoefte door me hoofd heen. 'Stacey, we kunnen niet weten of bidden zin heeft. Daar kan je niet achter komen, zolang je leeft.' 'Maar ik zeg dat niet, dat zegt mam!' 'Stacey, je moeder is wanhopig, het gaat tenslotte om Nikki. Alles kan opeens misgaan, het is niet jouw fout dat ze dit zegt. 'Waarom zegt het dan uberhaupt?' 'Dat is wat ik doen moet, ik moet mensen helpen zonder dat ze god beledigen. Atheïsme zeggen dingen over god die ze niet eens kunnen weten. Ik vraag me altijd af waarom ze dat doen.' 'Maar gelooft u dan in god?' 'Oh lieverd, ik geloof niet in god, ik weet dat hij bestaat. Elke god is voor iedereen anders, zonder dat je het eigenlijk weet. Het hoeft niet perse Jezus te zijn. Voor jou kan 'god' ook je je biologische moeder zijn.' 'Hoe weet je van mijn biologische moeder?' 'Ik ben je geest Stacey, ik weet alles.' 'Niet dat weet u niet en u kunt dat niet zeggen! De enige die alles weet ben ik en niet u!' Ik merkte dat ik boos was en daardoor mijn ogen had gesloten. Ze sprongen open. Het is een droom. Mama was alweer op de stoel gaan zitten en zette de tv aan. Ik draaide me hoofdje om, zodat ik naar haar keek. Ik lijk niet eens op haar, niet dezelfde kleur haren of zelfs ogen. Mijn ogen richtte nu weer naar het beeldscherm. Ze hadden de nieuwe long geplaatst en waren nog steeds bezig met het aanhechten ervan. Het duurde lang. Een verpleegster kwam de kamer binnen. 'Ik heb eten voor u, en een flesje voor de baby.' Zei ze met een glimlach. Het was een andere verpleegster dan gister, ze had een mooie bruine huid en kroes haar. Ze had een Amerikaans accent, wat haar nog leuker maakte. De kar reed naar binnen. 'Ooehh, dat ziet er goed uit.' Zei mam. Er lagen weer lekkere broodjes op de kar. Ze pakte het flesje aan en zette die op de bank. Daarna pakte ze het dienblad. 'Wilt u nog koffie?' Vroeg de mevrouw. 'Nee, dankuwel ik ga zo nog even naar bed.' Knikte mam. De mevrouw knikte terug. Mam at eerst haar broodje op. Ze schoof het dienblad opzij en stond op. Ze liep naar mijn 'bed' toe. 'Kom maar eens lekker hier.' Zei mam. Samen liepen we naar de bank, en daar plofte we weer neer. Het speentje kroop me mond naar binnen. Daarna volgte de warme melk. Ik werd er slaperig van. Maar mijn ogen waren sterker. Langzaam verdween de melk. Het was nu bijna op. Toen er niks meer over was, zette mam het flesje aan de kant en legte me met mijn borst tegen haar borst. Zachtjes klopte ze op mijn rug. Een boertje schoot naar boven toe. 'Uh' gaf ik uit. Mam lachte. Kuiltjes maakte haar glimlach nog mooier dan dat ze al was. Mam kon niet stil zitten. De ene keer zat ze, de andere keer stond ze voor het raam. Langzaam vielen er sneeuwflokken uit de lucht. Het was prachtig. De ene flokken waren groter dan de andere en zo vielen er wel honderen naar beneden toe. Het smolt helaas, door de warme zon die op de grond scheen. Na een paar minuten stopte het alweer. Een vogeltje hoorde ik fluiten. De tak waar hij op stond schommelde. Het was bijna zomer. Vreemd dat het nog sneeuwde. In de weerspiegeling van het raam stond de tv. Het was niets anders dan veel bloed en hartkloppingen, ook liepen er een paar paarse aders op de longen. De artsen waren ondertussen al gewisseld. Er waren niet veel mensen die zulke lange dagen maakte. Het was ook nog eens spannend, de eerste paar longen werden uitgewisseld in deze wereld. De technologie van nu word steeds beter. Later wil ik dierenarts worden, hoe prachtig zou het zijn als je een dier kunt verlossen van de pijn. Mensen zijn krachtiger dan dat ze denken dat ze zijn, ze kunnen die zo dood maken bijvoorbeeld met een pistool net zoals hun omgeving. Alles kan, maar 1 ding wat niemand zou mogen is het afnemen van een diers leven dat niet kan praten. Het ivoor afnemen van een olifant is ziek. Ik snap niet dat mensen het niet zien dat ze alleen maar een dood dier aan je arm hebben, snap je wat ik bedoel? Daar moet toch echt iets aan veranderd worden, maarja wat kan ik eraan doen.

Turn your faceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu