Hoofdstuk 9. Weer terug?

121 4 0
                                    

~ Emily ~

Ik hoor Dioni roepen naar iemand dus ren ik naar de deur. Bas roep ik dan verbaast al ik Bas zie staan. Maar voor ik Dioni kan stoppen heeft hij Bas al een klap gegeven. Dioni roep ik geschrokken. Bas wil omdraaien maar Dioni pak hem vast. Dioni laat het los roep ik nog maar hij wil nog een keer Bas slaan maar deze keer weet Bas hem de stoppen. Maar dan slaap Bas Dioni en weet ik niet wat te doen als Dioni nog een keer Bas wilt slaan pak ik zijn arm en haal hem naar beneden. En nu is het klaar zeg ik boos. Bas ga weg zeg ik nog. Ik ben al weg voordat deze hem hier helemaal flipt zegt hij en kijkt Dioni aan. Ja doet dat maar zegt Dioni en loop naar binnen. Dion waar sloeg dat op vraag ik nog steeds verbaast. Hij moet eens leren om jou met rust te laten zegt hij en pakt wat te drinken. Ik kan prima voor mezelf zorgen en doet het pijn vraag ik en kijk naar zijn oog. Nee het valt wel mee zegt Dioni. Het ziet niet uit als of het mee valt zeg ik. Het gaat wel zegt Dioni en loopt terug naar de bank. Als ik uit de keuken een Icepack heb gepakt geef ik hem aan Dioni en zegt dat hij het op zijn oog moet houden. Nee het is niks zegt hij. Ja dan heb je pech zeg ik en duw dat ding tegen zijn oog aan. Dan gaat de bel dus loop ik naar de deur. Er tegen aan houden roep ik nog naar Dioni. Hier is jullie bestelling zegt de bezorger als ik de deur heb open gedaan. Dankuwel zeg ik en geef de man het geld. Doei nog een fijne avond zegt de man. Zelfde zeg ik en doe de deur dicht. Als ik terug kom zit Dioni nog braaf met de icepack voor zijn oog. Hier zo moeilijk is het niet eh zeg ik en geef hem een kus op zijn wang. Ja ja zegt Dioni en pakt wat te eten. Laat mij dat nu maar doen zeg ik. Wat wil mevrouw alles doen zegt hij en begint me te kietelen. Dion kap ik kan daar niet tegen zeg ik maar door het kietelen heb ik tranen in me ogen van het lachen. Smeek om genaden roept hij. Nee ik geef me niet over roep ik nog maar ik krijg buikpijn van het lachen. Zeg het zegt hij nog. Genade zeg ik en hij stopt met kietelen. Als hij het niet door heeft pak ik hem snel terug en prik in zijn buik. We beginnen te lachen. Wat ga ik jou de komende dagen missen zeg ik. 

~ Lindsey ~

Als ik bij Lorenz aankom ligt hij in zijn stal. Was je moe vriendje zeg ik als hij opstaat. Hij briest heel ligt maar ik haal hem maar uit zijn stal. Er is vast niks denk ik bij mezelf en neem hem mee naar het washok. Als hij in het washok staat geef ik hem nog een snoepje en dan leg ik nog het voer voor morgen klaar. Bij de stal ligt nog een briefje dat de moeder van Ymke wilt dat we allemaal invullen. Met het briefje loop ik naar het washok en zoek een pen. Wat zullen wij jou is te eten geven vraag ik aan Lorenz. Hij schud met zijn hoofd en ik begin te lachen. Je bent me er ook eentje zeg ik. Snel vul ik in wat ik voor eten hij krijg en daarna doe ik nog wat dingen voor beweging en leg het dan weer voor zijn stal. Emaal terug bij het washok haal ik de deken van Lorenz rug. Hij doet nog steeds een beetje raar maar ik zoek er niks achter. Als ik de deken heb weg gelegd haal ik mijn spullen uit me kast en loop ik terug naar Lorenz. Emaal Lorenz op gezadeld loop ik met hem naar de bak waar hij eerst niet in wilt dus moet ik hem zo wat mee trekken. wat is er allemaal vandaag Lorie vraag ik. Hij briest weer en dan stap ik maar op. Tijdens het stappen doet hij nog normaal maar met draven wilt hij niet vooruit dus pak ik me zweep maar. Wat ben je toch een raar beest zeg ik en dan draaft hij weg. Nadat we gedraafd hebben wil ik nog snel galopperen maar hij doet weer moeilijk dus besluit ik het maar even te laten. Na het weekend gaan we wel weer veder zeg ik en stap hem uit. Als hij is uitgestapt loop ik terug naar het washok en doe na het hoofdstel zijn halster weer aan. Wil je nog een snoepje vraag ik aan hem. Maar hij neemt het snoepje niet aan dus geef ik hem maar aan Dewie die tegenover het washok staat. Tijdens het afzadelen loopt Rian langs. Rian vraag ik nog snel. Wat is er vraag ze vriendelijk. Wil je dit weekend een oogje op Lorenz houden hij doet een beetje raar zeg ik. Natuurlijk zegt ze en glimlach nog naar me. Dankjewel zeg ik en dan loopt ze weer veder. Zo dat geeft me toch een prettiger gevoel en doe Lorenz zijn winterdeken weer om. Als Lorenz weer op stal staat geef ik hem zijn avond eten en ga dan weer naar huis als hij een dikke knuffel heeft gehad. Tot Maandag zeg ik nog tegen hem en geef hem een kus. 

~ Samuel ~

Samen met Ymke rij ik naar de Bioscoop. Welke film wil je zien vraag ik aan Ymke. Kies jij maar zegt ze en gaat aan een tafeltje zitten. Als ik twee kaartje voor een film heb gekocht lopen we de naar de zaal. Als we in de zaal zijn bestellen we wat te eten. Even later wordt het eten gebracht en Ymke stond er op dat ze deze keer zou gaan betalen. Dankjewel zeg ik en geef haar een kus op haar wang. Geen dank zegt ze met een glimlach. Dus morgen bootcamp zeg ik. Jep zegt ze. Ik ga je wel heel erg missen eh zeg ik en geef haar een kus. Ik jou ook zegt ze en dan begint de film. Als de film is begonnen kan ik eigenlijk me ogen niet van Ymke afhouden en volgens mij vind ze het best irritant dat ik haar zit aan te staren. Is er wat vraagt ze naar een tijdje. Je bent mooi zeg ik en geef haar nog een kus. Gelijk wordt er geroepen dat we stil moeten zijn en Ymke en ik beginnen stil te lachen. We zijn al stil kan Ymke nog uitbrengen. Als de film is afgelopen lopen Ymke en ik proestend van het lachen de zaal uit. Die mensen waren een beetje chagerinig zeg ik lachend. Dat waren ze zeker nadat wij waren begonnen met praten zegt ze. Ja en ik begin weer te lachen om de reacties van de mensen. Zullen we maar naar huis gaan vraag ik als we zijn bijgekomen van het lachen. Is goed zegt Ymke en we lopen naar mijn scooter. Als me scooter van het slot heb gehaald klim ik er eerst op en daarna Ymke. Emaal bij het huis van Ymke  aangekomen staat er nog iemand voor de deur te wachten dus loop ik met Ymke mee omdat ze alleen thuis is en niet kan zien wil het is. Ymke roept de persoon als we aan komen lopen. Wie ben jij vraag ze omdat ze nog niet kan zien wie het is. Je kent me wel zegt de persoon als we dichterbij komen. Wie ben jij vraagt Ymke nog een keer. Je weet wie ik ben zegt de persoon maar als we dichterbij komen kan  ik me de jongen herinneren. Thom vraagt Ymke verbaast. 

Together we are strong (B-Brave Fanfictie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu