8. Valentine's Day

405 16 1
                                    

Ik hoor mijn kamerdeur open zwaaien. 'Word wakker, het is Valentijnsdag!' Ik kreun terwijl ik me omdraai zodat ik op mijn rug lig. 'Dat is juist waarom ik thuis wil blijven!' Jacy port irritant in mijn zij. 'Sta op!' dringt ze weer aan. Ik zucht en hijs mezelf omhoog. Een plukje haar hangt voor mijn gezicht, maar ik negeer het.

Ineens grijpt ze mijn hand vast, en probeert me van het bed af te trekken. 'Kom, ik ga je helpen om je klaar te maken voor de valentijnsfeest'. 'Ik ben geschorst'. Ze haalt haar schouders op. 'Maar...doe je niet vaker dingen die niet mogen?' vraagt ze.

Ik sta op met een zucht. 'Ja, ja dat klopt. Maar dat is heel slecht Jacy'. 'Maar waarom doe je het dan?' Ik zwijg. 'Ik begrijp het gewoon niet; je durft wel in een auto te rijden ook al ben je daar nog te jong voor, en je durft niet naar het feest te gaan?'

Er verschijnt een glimlach op Jacy's gezicht. 'Je bent bang, hè?' zegt ze. Ik frons mijn wenkbrauwen en schud vlug mijn hoofd. Maar Jacy bleef "ja" knikken. 'Je bent bang omdat je geen Valentijn hebt, en helemaal in je eentje op het bal zal zijn!'

Ik zucht. 'Waarom ben je zo slim?' Ze haalt haar schouders op. Ik neem een stap naar voren en hurk op mijn knieën voor Jacy neer. 'Je hebt mijn klas toch al een keer gezien?' Ze knik. 'Wie vind je het beste bij mij passen?'

'Alan' zegt ze meteen. Haar lippen krullen en ze krijgt een ontdeugende gezicht. Ze giechelt stiekem terwijl ze wacht op mijn reactie. 'Je weet dat ik het vervelend vind als jullie dat zeggen!' 'Daarom zeg ik het ook!' Na haar antwoord krijg ik zin om Valentijnsdag over te slaan, en ik laat mezelf op het bed vallen. 'Nee, niet doen!' ze verheft haar stem, en probeert me weer van het bed af te rukken.

'Maar het is toch waar? Vind je hem niet leuk dan?' ik schud mijn hoofd waardoor mijn kin een kuiltje in de kussen maakt. 'Zou je het niet raar vinden als ik een jongen zou daten die ik ken sinds mijn geboorte?

Jacy schud haar hoofd. 'Het is juist niet raar! Het is juist schattig als jullie samen daten! Jullie kennen elkaar al vanaf de geboorte, zijn sindsdien al beste vrienden, en dan is het "lovet furst lijt"'.

'Love at first sight' corrigeerde ik haar. Ze knikt. 'Dat ja!'

'Maar weet je Jacy, dat is het juist: ik ben al jaren bevriend met Alan. We zitten eigenlijk gewoon vast in de friendzone'. Jacy staarde me met grote ogen aan.

'Wat is een friendzone?' vroeg ze. Ik kreunde en stopte mezelf volledig onder de deken. 'Wat is er?'

'Ik was even vergeten dat ik over liefde praat met een vierjarige'. Jacy begon te gillen van irritatie. Ze balde haar handen tot vuisten en sloeg deukjes in het dekbed. 'Oké, stop!' schreeuwde ik boven al haar lawaai uit. Meteen hield ze op.

Ze zuchtte. Het was een tijdje stil. 'Kom op Lena, we kunnen tenminste iets leuks doen voor Valentijnsdag' besloot Jacy. Ineens schoot me iets te binnen. Ik keek Jacy met een grote glimlach aan. 'Wat?'

'We kunnen papa bezoeken' suggereerde ik. 'Ja!'

Ze vloog de kamer uit en rende stampend van de trap af. 'Sucré, kom je mee?' Jacy was zo enthousiast dat ik haar kon horen praten vanaf de bovenste verdieping.

Ik maakte me klaar om te gaan. Mijn oma en komt ook mee. Normaal zou ik bang zijn dat als mijn oma mee zou gaan, ik niet met mijn vader over de plaats delict zou kunnen praten. Maar nu mijn oma er toch al van af weet, is het geen probleem.

Ik stapte in de auto - achter het stuur dit keer - Jacy ging in het zitstoel zitten, en Sucré hielp mijn oma om in de auto te zitten. Helaas kan Sucré zelf niet mee. Iedereen is nog steeds naar hem opzoek. De politie heeft waarschijnlijk heel Victoza al ingelicht over zijn ontsnapping.

'Zijn we er al bijna?' vroeg Jacy vanuit de achterbank. 'Nog 5 minuten' antwoorde ik. Dat wist ik vanwege de temperatuur die maar bleef stijgen, de weg zag je nauwelijks omdat het volledig bedekt was met zand en je moest alle ramen omhoog laten als je geen zand in je gezicht wilde.

De gevangenis kwam in zicht. Zo'n groot gebouw is gewoon niet te missen. We stapte uit. Ik hielp oma in haar rolstoel, en rolde haar vooruit naar het gaas.

'Jij weer' zei de bewaker met een nors gezicht. 'Het is Valentijnsdag, show some love' zei ik. 'We komen onze vader bezoeken'. De bewaker keek ons één voor één aan. 'Zoals we al de vorige keer zeiden; je vader is een stage omhooggegaan, hij mag niet naar buiten'.

'Maar..' Nu is die andere bewaker er niet om je binnen te laten' onderbrak hij. 'Maak open! Je kan onze vader niet zomaar van ons afpakken als hij beschuldigd is van iets wat hij niet eens heeft gedaan!' ik gaf een schop tegen het gaas. 'Ik moet je verzoeken om te vertrekken' zei de bewaker. Ik schudde mijn hoofd. 'Ik wil mijn vader zien!' schreeuwde ik. Ik zag Jacy vanuit mijn ooghoek naar achteren kijken. Toen hield ze mijn hand stevig vast, en ze begon te kreunen. Had ik maar omgedraaid.

Ik voelde twee handen die mij naar achteren trokken. Ik verloor grip, en liet Jacy's hand los. Ik viel op de grond neer. Pijnscheuten ontstonden in mijn rug. Jacy barstte in tranen uit. Ik gaf nog niet op. Ze lieten mijn oma met rust. Waarschijnlijk zagen ze dat ze te zwak was om hier iets tegen te doen.

'Sta op, nu!' hoorde ik een zware stem zeggen. Ik stond op en kreeg nog een aantal vuisten naar me toe geworpen. Tegenstribbelen kon ik niet. Ze waren te sterk. Was Sucré maar hier, denk ik steeds. Hij zou ons zo uit de brand kunnen helpen. Ergens voel ik me toch veilig bij hem. Ook al ken ik hem maar een week, of ook al is hij een ontsnapte gevangenen die in de problemen komt als ook maar één iemand hem herkent. Ik voel me veilig. Voel.

De pijn verminderde. De bewakers stopten met slaan. Ze grepen mijn armen vast, en sleurden me over de grond. Ik begon weer te gillen. 'Papa! Papa, help!' Ik wist niet of hij mij kon horen of niet. Maar ik kwam daar al gauw genoeg achter toen ik hem voor een raam in de gevangenis zag staan. Hij legde zijn ene hand plat tegen het raam en met de andere bonkte hij tegen het glas.

Ik probeerde mijn voeten in het zand te graven in de hoop los te komen. 'Papa!' schreeuwde ik nog eens. Er schoot een pijnscheut door mijn hoofd. Alles werd zwart.

Ik kon alleen nog geluiden horen en dingen voelen. Ik voelde mijn vaders ogen nog steeds naar mij staren. Ik voelde de tranen die over mijn wangen rolden. Ik voelde de haat en woede die in mijn maag woelde.

Dit is nog niet voorbij.

Fijne Valentijnsdag, papa.

They call me "Hell"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu