2. Surprise Party

610 25 7
                                    

'Je bent er weer! Je weet dat je eigenlijk geen auto zou mogen rijden? Je bent 15!' klaagt de bewaker terwijl ik naar het gaas loop. 'Sorry, ik kan je je vader niet geven. En dit keer is de baas er niet om je binnen te laten'.

Ik staar hem uitdagend aan. 'Wat jammer nou, maar ik kom niet voor mijn vader. Ik zoek Sucré Fernando. Hij zit hier, toch?' De bewaker knijpt zijn ogen tot spleetjes en neemt één stap dichter bij het gaas. 'Hoe ken jij Sucré?' vraagt hij met zijn Spaanse accent.

Ik schud mijn hoofd. 'Nee, dat gaat jou niets aan, breng hem naar me toe!' ik sla een aantal keer tegen het gaas. Ik weet zeker dat ik voor de bewakers nu bekend sta, als het agressieve meisje die altijd haar zin moet krijgen.

'Miguel! Traiga Sucré me!' roept hij in het spaans maar iemand in de verte. 'Hij word gehaald' zegt de bewaker. Ik zucht en wacht maar af. De bewaker blijft me doordringend aanstaren. Ik negeer het en probeer me te focussen op de grote deuren die elk moment kunnen openen.

Na drie minuten worden de deuren opengeduwd en loopt Sucré mijn kant op, met twee bewakers aan beide kanten.

'Qué deseas?' vraag Sucré als hij uiteindelijk voor mij staat. Hij lijkt sprekend op de foto die ik op lacebook had gezien: getinte huid, kale hoofd en donkerbruine ogen.

Ik richt mijn blik op de bewaker. 'Dankje, zou ik hem onder vier ogen kunnen spreken?' vraag ik nog beleefd. De bewaker knikt en loopt weg.

'Spreek je Engels?' vraag ik. 'Sí' antwoorde hij. Hij kijkt me uitdagend aan. Ik vouwde mijn handen over elkaar. Hij zucht. 'Ja. Zeg nou maar wat je wilt'.

Ik grijp mijn mobiel tevoorschijn en open een afbeelding van mijn vader en ik. Mijn handen trillen boven het scherm, zonder te begrijpen waarom.

'Michael Evans' begin ik. 'Jouw medegevangene, en mijn vader. Hij is onschuldig en-'. Sucré begint met zijn hoofd te schudden. 'Nee nee nee, hier ga ik niet aan beginnen. Je lost je eigen zaken op!' hij draaid zich om en heeft de neiging om gewoon weg te lopen.

'Oké, oké, dat was een slechte start, i-ik begin wel opnieuw!' stotter ik. 'Euhm...Dit is mijn vader Michael Evans, en-' begin ik weer. 'Wow, wow nee wacht!' onderbreekt hij terwijl zijn armen door de lucht vliegen. Ik zucht en laat mijn telefoon zakken.

'Wat?' vraag ik vermoeid. 'Wat doe je?' 'Ik begin opnieuw!' Hij schud zijn hoofd. 'Ik heb geen zin om hier opnieuw naar te luisteren, wat is je punt?' Ik zucht en bekijk de foto op het scherm.

'Toen ik mijn vader vorige week in de gevangenis bezochte, zei hij dat ik met jou moest spreken. Ik weet niet wat, maar ik denk dat er iets is wat jij weet wat misschien wel van pas zou kunnen komen. Dus zeg alles wat je over mijn vader weet...alsjeblieft'

Sucré zucht. 'Jou vader was mijn celgenoot totdat hij naar de volgende stage toegewezen werd'. 'Weet je waarom hij naar de volgende stage werd gebracht?' hij haalt zijn schouders op en schud zijn hoofd.

'Ik heb geen idee. Het spijt me'. Ik zucht en staar even naar de grond. Heel even lijkt alles wat ik deed hulpeloos te zijn. 'Wat weet je over mijn moeder?'  vroeg ik uiteindelijk. Ik kijk op. Sucré bijt op zijn lip.

'Het enige wat ik weet, is dat iemand jou moeder vermoord heeft. En het is niet je vader'. Ik kreun. 'Er moet iets zijn..' Sucré schudt zijn hoofd en laat zijn wijsvingers door het gaas hangen.

'Nee, er is niets' 'Maar...' protesteer ik. 'Nee, Helena! Er is geen clue, er is geen hint, er is niks, wat ik te zeggen heb om jou te helpen!'

Auch; denk ik diep van binnen. Ergens weet ik dat Sucré gelijk heeft, maar ik wil het niet. Ik blijf zoeken. Zoeken voor hoop. En ik zal het vinden. Ik geloof het tenminste.

Een traan rolt over mijn wang. En nog één. Sucré laat zijn hoofd zakken. 'Lena, ik..' hij zucht en maakt zijn zin niet af. 'Hoe weet je mijn naam?' snik ik. Sucré zwijgt. 'Hoe weet je mijn naam?' vraag ik weer, met woede in mijn stem. 'Je vader sprak veel over je. En nu nog steeds'.

Sucré graait in zijn broekzak en haalt er een geroffeld papier uit. 'Je vader had een brief voor je geschreven. En euhm...ik moest erbij zeggen: "Si es importante, se ecuentra el camino"' zegt hij.

Wat betekent; als het belangrijk is, vind je de weg. 'Je vader zei dat je wel zou begrijpen wat hij daarmee bedoelt'. Ik trek één mondhoek omhoog en aarzel. Eerlijk gezegt, heb ik geen idee wat hij ermee bedoelt. 'Succes, Lena'. 'Dankje' zeg ik met een dankbare glimlach.  Ik graai het stukje papier uit zijn handen en stop het in mijn jaszak.

Dan loop ik naar de auto. Bij elke stap graven mijn schoenen zich in het zand. Ik begrijp dat het plaatsen van een gevangenis in een woestijn een goed idee is; als er een gevangene de poging waagt te ontsnappen, droogt hij uit, valt flauw van de hitte of zo.

Maar de bezoekers zijn er ook de slachtoffer van. Ik moet erg ver rijden, in de hitte, met al het stof die langs de autoraam raast, en zich op je schoot ophoopt.

Ik zet mijn zonnebril op, en de radio hard aan. Als ik vandaag stik door al het stof, wil ik tenminste dood stikken in stijl. Ik rij steeds verder weg van de gevangenis. Ik kijk via de autospiegel die op de gevangenis gericht stond, tot het in de rook verdween.

Ik rij de straat van mijn huis in. Het is te herkennen aan de spelende kinderen op straat en de gekleurde huizen. Ik parkeer mijn auto op de veranda. Dan stap ik uit, en na lang graaien in mijn tas, kan ik met mijn sleutel de deur openen.

Ik hang mijn jas op en loop de woonkamer binnen. 'Surprise!' roept iedereen terwijl ze hoog de lucht in springen. Hun gezichten staan alleen verward en teleurgesteld zodra ze zien dat ik het maar ben.

Het word ineens erg stil in de kamer, dus mijn kleine zusje Jacy besluit om de stilte te breken. Ze rent vrolijk naar me toe met een papier in haar handen die alle kanten heen wappert. 'Lena, Lena, kijk wat ik getekend heb!' gilt ze met haar schattige hoge stem.

Ik hurk op de grond en sta alvast klaar om Jacy in mijn armen te ontvangen. Ze geeft me een dikke knuffel en laat me haar tekening zien terwijl iedereen nog geschokt toekijkt. 'Helena, waar is je vader?' vraagt mijn tante uiteindelijk. Ik kijk op en draai mijn ogen weg van de tekening.

'Oma, heb je iedereen weer gezegd dat pap is vrijgesproken?' 'Hij is vrijgesproken' concludeert mijn oma. Ik loop zuchtend de keuken in. 'Jullie weten waar de deur naar de uitgang is, ik ben in de keuken als je me nodig hebt' zeg ik onderweg.

Jacy loopt me achterna en gaat aan tafel zitten, wachtend op een tussendoortje. Mijn oma rolt mijn kant op in haar rolstoel. Ik schenk sap voor Jacy in en leg de beker met een klap voor haar neer. Ik ben gefrustreerd, en dat laat ik ook duidelijk merken.

'Lieverd, het spijt me zo..' mompelt mijn oma. Ik zucht en haal mijn handen door mijn haar. Ik sluit mijn ogen in de hoop dat het mij zal helpen om te kalmeren. 'Oma, u bent dement, u hallucineert, en u..' 'Dat is niet waar!' onderbreekt ze.

'Het is wel waar oma! Ik zeg het tegen u, elke ochtend! Maar u bent dement dus u vergeet het toch weer!' huil ik. Dan hurk ik voor haar neer. Mijn tranige ogen keken in die van haar. 'Hij zal komen oma' fluister ik.

'Maar niet vandaag'.

They call me "Hell"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu