13. And then, we kissed

343 19 6
                                    

Met een gaap liep ik de eetkamer binnen. Ik stopte even met lopen en genoot van de geur die zich door de ruimte verspreid. Koken zit duidelijk in de familie. Het regende buiten, maar dat vind ik niet erg - zolang ik binnen ben natuurlijk-. Ik liep verder. Mijn sloffen worden lichtjes over de vloer getilt, telkens als ik een stap dichter bij het eten zet. 'Goedemorgen' zeiden Sucré en Kian in een koor. 'Goedemorgen' zei ik mompelend terug. Ik schoof een stoel naar achteren en ging naast Jacy aan tafel zitten. Ik bekeek de lekkere eten. De rook en de warmte stoomde ervan af. Watertandend reikte ik naar de warme wafels op het bord. 'Kan je mij de stroop aangeven?' vroeg Kian netjes. Ik greep de verpakking vast en strekte mijn arm zo ver mogelijk naar hem uit. Hij nam het van me aan waardoor zijn mouw omhoog kroop. Ik staarde naar de lange snee op zijn arm. Hij keek mij nerveus aan. 'Euhm...Dankje'. Vlug trok hij de stroop uit mijn hand, en trok zijn mouw weer snel omlaag.

Ik bleef hem aanstaren. Hij voelde zich duidelijk bekeken, en vermeed zo veel mogelijk contact. Af en toe draaide hij zijn ogen snel naar me toe, en daarna weer snel weg omdat hij zag dat ik nog steeds naar hem keek. Ik zuchtte geïriteerd en rolde met mijn ogen. Dat is niet hetzelfde jongen die mij gered heeft. 'Sucré, we gaan wel verder met die onderzoek toch?' vroeg ik om mijn gedachten van de wond af te houden. Sucré knikte. 'We moeten die ene gast nog spreken, die geld van je moeder vroeg'. 'Thomas' hielp ik. Sucré knikte.

Na het eten ruimde ik met Jacy de tafel af. 'Je hebt geen speelgoed voor Jacy zeker?' Kian schudde zijn hoofd en liep zijn kamer binnen. Ik zuchtte. 'Ga maar even tv kijken'. Jacy plofte op de bank en greep de afstandsbediening. Dit zal haar wel voor een tijdje bezig houden.
Ik ging in de deuropening van Kians kamer staan en klopte op de deur. 'Mag ik binnen komen?' Hij zwijgde en focuste alleen maar op het opruimen van zijn kamer. Ik liep maar gewoon naar binnen en ging op een stoel zitten. 'Over die wond...' begon ik. Maar ik kreeg geen kans om mijn zin af te maken. Hij draaide zich naar me om. Ineens was hij wel geïnteresseerd. 'Je houd je mond over die wond oké? Sucré mag hier niets over te weten komen!' ik haalde mijn schouders op. 'Dan zou je het beter moeten verbergen'. Hij gromde.

'Waarom mag Sucré het niet weten? Hoe kom je aan die wond, Kian?' Hij zuchtte. 'Ik kwam in een gevecht, eso es todo, dat is alles'. Ik schudde mijn hoofd. 'Kom op Kian, ik weet heus wel dat er iets is wat je niet verteld!'
Kian legde de kleren neer en ging voor me staan. Hij keek me recht in mijn ogen aan. 'Nadat ik je redde van die man, ging ik terug. Ik was zo kwaad, ik moest wel wraak nemen op de bewakers'. Hij boog zijn hoofd omlaag. 'Had ik niet moeten doen. Een van de bewakers hield een mes tegen mijn nek en dreigde te vertellen waar je woonde. Toen ik wanhopig het adres gaf, bedacht de bewaker dat hij gewoon de politie op je af kon sturen. Zo hebben ze niet alleen wraak op jou genomen, maar eigenlijk ook op Sucré zonder dat ze wisten dat hij bij jou was'.

Hij zuchtte. 'Kortom, het is mijn schuld dat de politie aan de deur kwam. Het spijt me, maar als je dit aan Sucré verteld word hij alleen maar kwaad!' Ik knikte. 'Je geheim is veilig bij mij'. Hij glimlacht. 'Dankje'.

Mijn telefoon begon te trillen in mijn broekzak. 'Hallo?' zei ik zodra ik de telefoon tegen mijn oor hield. Ik liep de kamer uit naar de woonkamer. 'Helena, dit is Alan. Heb je tijd om te praten?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee Alan, er is niks meer te discussiëren; Ik moest tegen de politie zeggen dat jij bij mij langs was langs geweest, anders lag ik nu in de gevangenis!'
'Helena, ik denk dat de politie mij verdenkt. Ze houden mij telkens in de gaten'. Ik kreunde. 'Het spijt me! het was niet mijn bedoeling om je in gevaar te brengen'. Ik hoor hem zuchten door de telefoon. 'Wanneer zullen we elkaar weer zien?' Ik schud mijn hoofd. 'Het is beter als je uit mijn buurt blijft. Dan is het veiliger' besloot ook. 'Weetje, ik kan ook gewoon jouw telefoon traceren. Je weet dat ik dat kan'.

Ik schudde mijn hoofd, ook al kon hij het niet zien. 'Nee, dat doe je niet!' schreeuwde ik. 'Te laat. Kijk naar rechts'. Ik rolde met mijn ogen.
'Alsjeblieft?' smeekte hij. Met een zucht draaide ik mijn hoofd naar rechts waardoor ik recht op het teras kijk. Alan keek door het glas en hield zijn telefoon nog steeds tegen zijn oor. Met zijn andere hand hield hij z'n paraplu vast. Ik legde mijn telefoon neer en rende naar buiten. In plaats van een welkomende begroeting - die Alan wel wilde geven - begon ik al te zeggen: 'Alan, waarom doe je dit? Het is gevaarlijk, als de politie ons ziet zullen ze ons allebei oppakken!'

Maar Alan gaf niet op. Hij schudde zijn hoofd en nam een stap dichterbij. Vervolgens hield hij de paraplu ook boven mijn hoofd. Ookal was ik niet van plan om daar zo lang te staan. 'Daar hoef je niet bang voor te zijn. Kan je je niet beter zorgen maken om andere dingen?' vroeg Alan. Hij richtte zijn blik naar Jacy en gaf een klein knikje als teken dat ik hetzelfde richting moest kijken. Ik zuchtte. 'Ik heb al met haar gesproken. Ik weet niet hoe lang ze het gaat volhouden'. Ik wendde mijn blik af. 'En dan doet Sucré ook nog zo mysterieus'. Alan fronste zijn wenkbrauwen. 'Hoe bedoel je?' Ik huiverde. 'Doet er niet toe. Hij zal mij toch niet vertellen wat er aan de hand is' concludeerde ik. Er verscheen een grijns op Alans gezicht. 'Ik ken jou. Je komt alles te weten. "One way or Another" dat is je motto, toch?'

'Je kent me te goed!' lachtte ik. Toen werd het weer even stil. Maar het was geen awkward stilte. Nee. Het was een fijne stilte waar ik van genoot.'Alan?' begon ik. Hij draait zijn hoofd naar me toe. 'Ik ben toch blij dat je bent gekomen' zei ik zachtjes. Ik hoorde hem lichtjes lachen.

Hij bleef me aanstaren en leunde naar voren, net dichtbij genoeg om zijn warmte te voelen. Dan legt hij zijn hand tegen mijn wang en drukt zijn lippen op de mijne. Ja. Ja, je leest het goed. Mijn beste vriend heeft me net gekust.
En ik stond er niets eens bij stil dat iedereen , inclusief Sucré, Jacy en Kian mij konden zien.

They call me "Hell"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu