10. Lee

2.5K 183 18
                                    

Mijn ervaring van gister in het ANW-lokaal is niks bij wat ik vandaag voel. Een blokuur Nederlands op de vroege vrijdagmorgen is al niet aan te bevelen, maar nu moet ik ook nog liegen tegen mijn vriendinnen.

“Tijdelijk van school?” Marissa kijkt me aan alsof ik haar zojuist verteld heb dat ik van plan ben een levende kikker op te eten.

“Ja, waarom dat?” Ellen heeft zich omgedraaid en trekt zich totaal niks aan van onze lerares, die de antwoorden van het huiswerk op het bord staat te kalken.

Ja hoor, ik heb het voor elkaar. Nog geen vierentwintig uur hebben we die opdracht en ik val nu al door de mand. Hoe zal ik me hier eens uit gaan redden? Helaas heb ik niet de ultracreatieve geest van Sydney, maar ergens heel diep in mij zit gelukkig wel een sprankje fantasie. “Uitwisselingsproject. Ik kan een paar weken naar Engeland, naar de school waar mijn moeder ook op heeft gezeten.” De waarheid aanpassen is altijd makkelijker dan iets compleet nieuws te verzinnen.

“En dat vertel je ons nu pas?,” vraagt Marissa verontwaardigd. “Terwijl je zondag al vertrekt!”

“Sorry. Ik wilde niks zeggen voordat alles geregeld was. Het was nogal een gedoe.” Ik probeer mijn meest onschuldige gezicht op te zetten, maar volgens mij heb ik daar niet zo’n talent voor. Nu weten ze vast zeker dat ik de boel bij elkaar lieg.

Of niet. Ellen leunt op de achterste poten van haar stoel tegen mijn tafel aan. “Wel cool dat je die kans krijgt. Mogen we mee naar het vliegveld om je uit te zwaaien?”

“Liever niet.” Stel je voor zeg. Ik word zondag op het dichtstbijzijnde vliegveld afgezet en even later opgehaald door iemand die van plan is de burgemeester te vermoorden. Niet een uitstapje waar je je vriendinnen bij wilt hebben. “Mijn familie is er ook al bij en zo. Het is beter als jullie morgen bij me thuis langskomen.”

Ellen knikt begrijpend. “Doen we dat.”

“Ellen van den Akker, kun je misschien met je neus deze kant op gaan zitten?” Zelfs als onze lerares Nederlands boos is, klinkt ze nog als een veel te lieve kleuterjuf. Toch luistert iedereen altijd naar haar en Ellen draait zich dan ook meteen om.

“En jullie twee ook opletten, Lee en Marissa.”

Ik heb nog nooit een waarschuwing gekregen omdat ik niet oplette. Zelfs dat is veranderd deze week. Vanaf dit weekend woon ik niet eens meer in mijn eigen huis en ga ik door het leven onder een schuilnaam. Met ingang van aanstaande zondag heet ik Hannah Smith in plaats van Lee Donovan. Het zal me niks verbazen als ik vanavond in de spiegel krijg en mijn haar ineens blauw blijkt te zijn. Dan zou pas echt alles anders zijn.

Marissa stoot me aan. Onze lerares is nergens te bekennen en de deur van het lokaal staat open. “Zullen we vanavond anders naar de bios gaan? Snel nog wat leuks doen voor je vertrekt.”

“Heel graag, maar ik moet mijn koffer nog inpakken en ik ben al moe. Er is nogal wat gebeurd de afgelopen week. Met het regelen van die uitwisseling en zo.” Ik snak naar mijn bed en ergens hoop ik dat als ik morgen mijn ogen open doe dat blijkt dat ik alles heb gedroomd. Dat ik op mijn verjaardag van de trap ben gevallen en in coma heb gelegen. Wishful thinking, want mijn hersens weten dat het niet zo is.

“Oké, dan nemen we morgen wel afscheid.”

Ik heb nog nooit gelogen tegen mijn vriendinnen. Zelfs niet toen Ellen me vorig jaar vroeg wat ik van haar spuuglelijke nieuwe schoenen vond. Misschien moeten ze me bij de geheime dienst maar een cursus ‘Hoe verzin je een smoes in drie seconden?’ geven. Dit grapje gaat mijn leven verwoesten.

-

Besluiteloos zit ik op de rand van mijn bed. Het is de bedoeling dat ik mijn koffer inpak. Wat moet ik meenemen op een spionagetripje van een paar weken? Mijn pyjama en mijn tandenborstel liggen treurig op de bodem van de koffer. Even denken. Mijn bruine sjaal is erg handig om afluisterapparatuur in te verstoppen. Die moet zeker mee. En de trui van de universiteit van Hull die ik een keer samen met Connor en Penn ben gaan kopen. Dan hebben ze helemaal het idee dat ik echt Engels ben.

Er klinken voetstappen op de zoldertrap en even later verschijnt Sydney in mijn kamer. Ze geeft me een gloednieuwe zwart glanzende telefoon. “Deze is voor jou. Je werktelefoon. Als je iets vindt, moet je meteen contact opnemen met mij, Connor of iemand van de geheime dienst.”

O fijn, ik moet zelfs een andere telefoon gaan gebruiken. Zie je, er blijft niks hetzelfde deze week. Misschien straks toch maar even in de spiegel checken op blauw haar.

“Voor alles wat niet met werk te maken heeft moet je je oude telefoon gebruiken. En de afluisterapparatuur wordt morgen bezorgd.” Als Sydney naar mijn bijna lege koffer kijkt, zie ik iets van jaloezie in haar ogen. Ze kan er niet tegen dat zij alleen de post mag bezorgen omdat ze pas veertien is.

Ik zou graag met Sydney willen ruilen, maar het mag niet. We moeten de opdracht uitvoeren zoals hij gegeven wordt en anders kunnen we opdonderen. En hoewel ik niet weet of ik wel voor de geheime dienst wil werken, wil ik ook niet meteen ontslagen worden. Ik kan deze baan maar beter houden totdat ik iets heb gevonden dat echt bij me past, zodat ik in ieder geval altijd zeker ben van een inkomen.

“Je hebt al flink wat ingepakt, zie ik.”

“Ik weet niet zo goed wat ik mee mag nemen.” Ik zucht. “Syd, de volgende keer mag jij ook undercover. Bewijs met deze opdracht gewoon dat je goed bent en ze geven jou voortaan de beste taken.”

Sydney knikt. Ze aarzelt even, maar komt dan bij me zitten. “Eigenlijk vind ik het ook wel fijn om een beetje klein te beginnen. Jij bent meteen een paar weken van huis weg. Dat zou ik denk ik ook niet willen.”

Ik sla een arm om haar heen. Sydney praat niet vaak over haar gevoelens. Ze gedraagt zich altijd stoer en laat zich niet kennen, maar ik denk dat ze me stiekem toch wel gaat missen. En ik haar. Met haar is er altijd leven in de brouwerij. Als het saai is dan vertelt zij wel een goede grap of verzint ze een stom spelletje.

“Niet sentimenteel gaan worden,” waarschuwt Sydney me. “Je moet niet denken dat ik ga zitten janken omdat jij tijdelijk het huis uit gaat, want dat is dus niet zo. Ik kom je alleen maar succes wensen. Het zal niet makkelijk zijn.”

Alsof ik dat niet weet. Gelukkig gaat mijn accent vanzelf, want als ik daar de hele tijd op zou moeten letten dan zou ik binnen vijf minuten al door de mand vallen. Ik moet alleen niet vergeten te doen alsof ik geen woord Nederlands spreek. Best lastig als je beter in spelling bent dan de meeste van je autochtone leeftijdsgenoten.

Sydney staat op. Voordat ze wegloopt, kijkt ze nog één keer naar me om. “Weet je, Lee? Je moet gewoon de hele tijd aan één ding denken: blijf vooral jezelf.” Dan rent ze de trap weer net zo snel af als ze gekomen is.

Ik blijf verward achter. Wat bedoelt ze daar nou weer mee? “Bedankt voor de tip, Syd,” roep ik haar nog zo sarcastisch mogelijk na. Dan valt mijn oog op de familiefoto boven mijn bureau. Die is vorig jaar in de zomervakantie genomen. Pap heeft zijn arm om mij heen geslagen terwijl hij in de camera lacht. Ik lijk op hem. Pap is hét prototype Engelsman. Ineens snap ik het. Ik moet gewoon mezelf blijven en dan heeft niemand iets door.

- - -

A/N De zusjes zijn klaar voor hun eerste missie. Zaterdag lees je hoe Connor de eerste stappen zet met haar taak. En nog bedankt voor de lieve berichtjes allemaal!

Sisters in crimeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu