17. Connor

2.3K 160 17
                                    

Waar zal ik eens beginnen? Ik wil de problematiek rond de burgemeester op een schematische manier weergeven, maar hoe? Het is in ieder geval belangrijk dat ik al weet dat het Robert van Rooij om zoveel mogelijk macht gaat. Denkt hij soms dat hij de wereld kan veroveren? Ik dacht dat na de Tweede Wereldoorlog niemand meer op zo’n idioot idee was gekomen. Hij loopt achter.

Als je over de duivel spreekt…. De deur van het kantoor gaat open. “Ik heb een bespreking en ik kom hier vandaag niet meer terug. In de bovenste la van je bureau ligt een sleutel van mijn kantoor. Gebruik die als je die klappers op gaat ruimen.”

“Is goed. Veel succes op de bespreking. Kan ik verder nog iets doen? De planten water geven of zo?” Ik kan mijn eigen tong er wel af bijten. Dit klinkt veel te verdacht.

“Doe geen moeite. Die plant is nep. Ik heb ‘m van mijn vrouw gekregen omdat ze vond dat ik wat groen op mijn kantoor moest hebben. Tot morgen, Julia.”

Voordat ik een reactie heb kunnen geven is hij al richting lift verdwenen. Nou ja, maakt mij niet uit. Ik kan hier veel beter mijn werk doen zonder hem. Toen gisteravond het nieuws kwam dat Lee een zendertje in de werkkamer van Robert had gestopt was dat natuurlijk fantastisch. Ik ga het nu afmaken door ook afluisterapparatuur in zijn kantoor te verstoppen. Wie weet heeft hij wel meer handlangers dan alleen zijn zoon. Het zou kunnen dat het hele gemeentehuis een hekel heeft aan de burgemeester. Hoewel dat me niet realistisch lijkt, moet ik het toch uitzoeken.

Lomp trek ik de bovenste la van het bureau open. Uiteraard had ik allang uitgevonden dat daar de sleutel van het kantoor ligt. Hallo, ik ben niet voor niks een spion. Het metaal glijdt even door mijn vingers voordat ik opsta om de deur te openen. Met alle spullen die ik nodig heb sluip ik het kantoor in. Dan bedenk ik me dat het helemaal niet nodig is om zachtjes te doen. Ik ben geen inbreker of zo. Bovendien is meneer de terrorist er toch niet.

Binnen een halve minuut zit de afluisterzender veilig en wel onderin de bloempot van de nepplant. Laat die gesprekken maar komen.

“Wat ben jij aan het doen?”

Ik draai me verschrikt om en zie Robert in de deuropening staan. “Ik eh… niks. Ik keek alleen even naar het uitzicht. Waar ik zit is alleen fietsenstalling en ik vroeg me af hoe het er hier uitzag.” De meest slappe smoes ooit, maar het beste dat ik zo gauw weet te verzinnen.

“Doe dat voortaan in je eigen tijd, oké?”

“Natuurlijk. Ik ga gauw weer aan het werk. Was er trouwens geen bespreking?”

“Ik was iets vergeten.”

Met een uitgestreken gezicht loop ik terug naar mijn bureau. Het maakt niet uit, ik ben tenslotte niet helemaal betrapt en de zender zit lekker in de bloempot. En als er hier verder toch niemand op me let kan ik misschien wel een kwartiertje eerder naar huis.

-

Dinsdagavond is sportavond tegenwoordig. Eerst was dat de maandag, als ik voetbaltraining had. In plaats van met Fiona naar het veld te fietsen, zit ik nu op de vloer van de sportruimte te wachten op Toby. Mijn hart slaat een slag of twee over als hij uiteindelijk binnenkomt. Waarom is hij ook zo knap?

“Hé Connor. Heb je er zin in vandaag?”

Ja, ik heb er ontzettend veel zin in om in zijn gespierde armen gehouden te worden als ik hem wijsmaak dat ik het niet snap en hij het wat duidelijker uit probeert te leggen. Ik heb ontzettend veel zin in zijn diepblauwe ogen waardoor ik ook daadwerkelijk alles vergeet wat ik net heb geleerd. Ik heb zin in de aanraking van zijn warme huid. Heel fout, maar zo waar. Desondanks lukt het me niet om ook maar iets van mijn gevoelens voor hem over te brengen in een reactie. “Ja hoor.”

“Hoe is het met je eerste opdracht? Ik hoorde dat jullie vorige week begonnen zijn.” Toby loopt naar de geluidsinstallatie. Volgens hemzelf werkt hij beter met muziek aan.

“Gaat goed.” Ik laat me achterover vallen om hem niet te hoeven zien. Ik ben bang dat ik domme dingen zeg of doe. Het is belachelijk. Als ik niet bij hem ben dan denk ik constant aan hem en als ik wel bij hem ben dan wil ik het liefst ergens anders zijn uit angst dat ik een blunder maak. Maar ik ben toch hier omdat ik hem niet kan missen. Betekent dat dat het de moeite waard is? Moet ik hem vertellen wat ik van hem vind?

Een hand pakt de mijne en trekt me overeind. “Kom. Werk aan de winkel. Of ben je het nu al moe om ons nieuwste talentje te zijn?”

Ik gloei helemaal vanbinnen door dat compliment. “Ben ik echt het nieuwste talent?”

“Ja. Ik heb je toch gezegd dat je op je moeder lijkt?”

Nooit wist ik of ik dat als een compliment of een belediging op moest vatten, maar nu weet ik wat het is. Mijn moeder is de absolute top van wat hier rondloopt en daar ben ik trots op. “Hoe lang werk jij hier eigenlijk al?”

“Sinds mijn twaalfde, dus nu zes jaar.”

“O? Ik dacht dat je hier officieel pas mocht beginnen op je zeventiende. Ben jij ook per ongeluk getuige ergens van geweest?” Ik dacht dat Sydney en ik de enige waren.

Toby slaat zijn ogen even neer en kijkt me dan weer aan. “Mijn moeder werkte ook hier, maar ze overleed toen ik twaalf was. De geheime dienst is mijn redding geweest. Anders had ik in één of ander tehuis zitten wegrotten.”

“Wow, heftig.” Ik krijg de neiging om hem een knuffel te geven, maar ik weet mezelf in te houden. Dan gaat hij zich vast afvragen wat voor mafkees ik ben.

Het is alsof Toby gedachten kan lezen. Hij legt een hand op mijn schouder en kijkt diep in mijn ogen. “Heftig, maar ik ben er sterker door geworden. En ik denk dat wij nu aan de slag moeten, talentje van me. Bijkletsen doen we wel een andere keer.”

Is dat een date? O, ik hoop dat het een date is.

- - -

A/N Liefdesontwikkelingen, altijd leuk :) Stiekem ben ik ook een beetje verliefd op Toby. En ik kan jullie alvast beloven dat er maandag nog meer ontwikkelingen rond de missie komen.

Sisters in crimeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu