13. Lee

2.3K 167 12
                                    

Mijn koffer rolt geluidloos over de gladde tegels van het vliegveld. Of misschien komt het door de zenuwen dat ik de wieltjes niet hoor. Mijn ogen speuren de aankomsthal af. Vanuit de richting van de ingang zie ik Robert van Rooij aan komen lopen. Hij heeft niet in de gaten dat ik helemaal niet in een vliegtuig heb gezeten, maar gewoon met de stroom passagiers mee ben gelopen. Dankzij de geheime dienst kon ik ook achter de douane. Dat was geloofwaardiger natuurlijk.

You must be Hannah, isn’t it?” Zijn Engels klinkt goed, maar wel een beetje uitsloverig. Alsof hij wil laten zien hoe goed hij wel niet op heeft gelet op school.

Ik steek mijn hand uit om die van hem te schudden. “Yes, that’s me. Nice to meet you and thank you for letting me stay at your house.” Een prachtige neplach op mijn gezicht en niemand die vermoed dat ik alle Nederlandse gesprekken om me heen perfect versta.

Well, follow me to the car.” Hij lijkt even te aarzelen, maar neemt dan mijn koffer van me over. Even laten zien dat hij de perfecte gastheer is.

Ik loop achter hem aan naar buiten terwijl ik doe alsof ik alles om me heen goed in me op probeer te nemen. Zogenaamd geïnteresseerd blijf ik af en toe staan bij een bord met vakantiebestemmingen of een snoepautomaat. Voor Lee Donovan is dit allemaal niks bijzonders, maar Hannah Smith is nog nooit eerder in Nederland geweest. Ondertussen probeer ik ook het gedrag van Robert te observeren, maar dat stelt niet veel voor. Hij loopt gewoon recht op de deur af zonder op of om te kijken. Groot gelijk. Met wie moet je ook gezellig even gaan staan bijkletsen op een vliegveld waar je toch niemand kent?

Bij de auto tilt hij mijn koffer in de kofferbak om vervolgens achter het stuur te gaan zitten. Ik doe zogenaamd enthousiast over het stuur aan de linkerkant. Even overweeg ik om het handschoenenkastje open te trekken, maar dat gaat me toch iets te ver. Dat doet zelfs een overenthousiaste uitwisselingsstudente die misschien wel een heel andere cultuur heeft niet. Ik zal moeten wachten tot we “thuis” zijn voordat ik aan het grote werk kan beginnen. Eens kijken of hij echt wat van plan is met de burgemeester.

 -

Hi Hannah. I’m Victoria.” Mevrouw van Rooij schudt me de hand. De hal waarin we staan is precies zoals Sydney omschreven heeft: witte muren en veel hout.

Nice to meet you, Victoria.” Ik durf me er niet aan te wagen om hun achternaam met een vals accent uit te spreken, dus hou ik het maar bij haar voornaam. Mijn blik dwaalt af naar de twee kinderen van het gezin Van Rooij.

Een klein meisje met lang bruin haar en een roze jurk stapt op me af. “My name is Alina.” Ze articuleert overdreven en heeft waarschijnlijk heel lang zitten oefenen op dit ene zinnetje. Het is gewoon aandoenlijk hoe erg ze haar best doet voor iemand die niet eens echt een uitwisselingsstudent is.

Ik neem haar kleine handje even vast. Uit de informatie die ik heb gekregen weet ik al dat ze zeven is en in groep vier van de basisschool om de hoek zit. “Hi Alina.

Dan is zoonlief aan de beurt. Eerst staat hij er maar een beetje bij, totdat zijn moeder hem een por geeft en hem aanspoort om zich voor te stellen. Ongeïnteresseerd kijkt hij me aan. “Yo, I’m Emil. En ik ga nu naar mijn kamer.” Hij wil weglopen, maar zijn vader grijpt hem in zijn kraag.

“Als jij Hannah nou even laat zien waar zij slaapt.”

Emil zucht en kijkt dan naar mij. “Follow me, Hannah. I’ll show you your room. Let me take your suitcase.” Hij pakt mijn koffer op, vermoedelijk alleen maar omdat hij anders problemen krijgt met zijn ouders, en loopt dan voor me uit naar boven.

Ik vind het ergens jammer dat ik nu alweer mee naar boven word genomen. De moeder en het kleine meisje worden door de geheime dienst niet voor iets engs verdacht en ik voel me dan ook een stuk veiliger bij hen. Iemand die de burgemeester wil vermoorden, waar is die nog meer toe in staat?

Langzaam klim ik de trap op. De overloop ziet er niet veel anders uit dan de hal beneden. Nu zie ik wel pas hoe groot dit huis is. Er komen wel zes deuren uit op de overloop.

Emil wijst ze een voor een aan en vertelt wat erachter zit. Aan de achterkant zitten zijn kamer en die van zijn ouders. Links zit een badkamer en rechts de kamer van Alina. Aan de voorkant van het huis is een werkkamer voor zijn vader en een logeerkamer, mijn kamer dus.

Ik duw de deur open. Het is een heel gewone kamer met een bed, een bureau en een kast. Nog steeds nergens een aanwijzing van dat er hier een paar gevaarlijke mensen wonen. Misschien heeft de geheime dienst het wel fout en zijn ze helemaal niks van plan. Dan bedenk ik me dat precies dat de reden is waarom ik hier ben. Ik moet uitzoeken hoe het zit met hun plannen.

Emil wil weer weglopen, maar ik roep hem terug. “Do we go to the same school?” Ik weet allang dat hij in havo vijf zit en binnenkort examens heeft, maar ik moet ergens zijn sympathie mee wekken.

Yes,” antwoordt hij. “Do you know how to ride a bike? If you don’t I can ask my mother to give you a ride.

I can ride a bike. I have one at home.” Mijn vertrouwde olijfgroene fiets zal de komende tijd geen fietspaden zien, laat staan een paar Engelse heuvels.

Okay. We’re leaving at 8.15.” Dan draait hij zich om en loopt weg.

Ik plof op het bed en kijk op mijn horloge. Half vijf. Hopelijk lukt het me vandaag nog om een kijkje in die werkkamer te nemen. Voorzichtig laat ik mijn hand in het voorvak van de koffer glijden. Eerst maar eens hier een zendertje plaatsen. Je weet nooit waar het goed voor kan zijn.

- - -

A/N Hopelijk klinkt het Engels niet al te steenkool-ish :) Bij toekomstige verhalen zal ik overigens alles in het Nederlands schrijven, welke taal de personages ook spreken. Alleen bij deze is dat dus nog niet.

Sisters in crimeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu