Levi

93 9 3
                                    

Ik zat met Anne en Sofie buiten. Het was nog vroeg in de ochtend en iedereen sliep nog. Anne had net vertelt dat ze eigenlijk met ze eigenlijk met ze vieren waren. Maar toen er ook een mutantenaanval was op hun huis moesten ze vluchtten, het doolhof in. Leonie en Britt hadden het niet gehaalt. Zo had Anne met een zwaargewonde Levi dagen door het doolhof gedwaalt. "Maar," vraag ik, "hoe heb je de nachten dan overleeft?" "Nou we waren erachter gekomen dat de mutanten niet tegen vuur konden. We kwamen een verlaten hut tegen en hebben wat houten planken afgebroken. s'nachts staken we er één in brand. helaas hadden we geen eten. we waren bijna door onze planken heen toen we jullie vuurtje zagen branden. als we jullie niet waren tegengekomen, dan.." ze barsten in een huilen uit, "hoe kunnen ze ons dit aandoen!?" ik sloeg een arm om haar heen. "ik weet het An.. ik weet het echt niet.

ik knabbelde aan mijn stokbroodje. niemand zei wat, uit respect voor Levi. hij had het niet gehaalt. Anne en Sofie zijn hem gaan begraven buiten het doolhof. ze zijn nu al ongeveer twee uur terug. we wachten nu op hun terugkomst. ik kon zien dat iedereen zich zorgen maakten. na nog een kwartier kon Sjoerd er blijkbaar niet meer tegen; "AARGH, waar blijven ze toch. zijn jullie ook zo ongerust!?" we knikten en sommige mompelde zachtjes ja. "ik weet dat ze afscheid willen nemen, maar in tijden zoals deze is twee uur toch te lang." ook dit keer knikten we instemmend. "ja en het wordt al snel donker," roept sofie en weer knikte ik. sofie heeft gelijk en.. wacht eens even!! "SOFIE!" roep ik, "je bent terug!" ik sprong op en rende naar haar toe. "we waren zo ongerust, waarom duurde het zo lang?" ze zucht; "nou Anne kan geen afscheid nemen van een dood iemand. maar goed dat duurde een uur ongeveer. maar dit zul je neit geloven! we kwamen mensen tegen. er is nog een groep gevormt. Die bestond uit: Dave, Floortje, Pieter, Ivo, Sterre en Tes. We probeerde ze nog over te halen mee te komen, maar ze vonden dat ze goed zaten." "ho, wacht even," onderbrak ik haar, "nog een groep? Waar? En hoe hebben ze al die mutantenaanvallen kunnen overleven?" Anne kwam erbij staan en nam het woord; "nou je weet toch wel dat kleine meertje buiten het doolhof. Ze zijn gewoon zo slim geweest om een hut af te breken en een vlot te bouwen. S'nachts zetten ze brandende stokken neer om de mutanten uit de buurt te houden. Overdags gaans ze naar de buitentafels voor voedsel echt superslim. En dat is nog niet alles.."

Ik kan de slaap nauwlijks vatten. Ik lig maar te denken over die andere groep. Aan de ene kant ben ik blij dat er andere overlevende zijn. Maar aan de andere kant, zijn ze wel te vertrouwen. Ze weten nu waar we zitten. Wat als ze hierheen komen en ons beroven of nog erger, ons vermoorden. Ik luisterde nog even naar het gekras van de mutantenklauwen. Wat nog vreemder is, is dat Anne helemaal niks zei over dat er iemand gewond was. Sterker nog ze leken allemaal kerngezond als ze elke dag heen en weer kunnen rennen tussen de tafels. Het was allemaal maar raar. Nou ja, morgen zien we wel weer verder. Ik draaide me om en probeerde nogmaals in slaap te komen

welcome in the arenaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu