Deel 20: Kamerarrest

5 2 0
                                    

"Lewis, ik weet dat je het zeker niet ik zeker niet leuk gaat vinden. Maar het moet wel echt. Je bent nu al twee keer naar buiten gegaan zonder dat we het wouden. Dus gaan we jouw eventjes in je kamer opsluiten." Tony komt bij me aan tafel zitten. Hij kijkt me streng aan. Ik leg mijn lepel boos op tafel. "Dat dacht ik dus niet." zeg ik boos. "Jawel, Lewis. We gaan het doen. Je hebt kamerarrest." reageert Tony. "Ja, we gaan je eten geven daar, maar je blijft wel in je kamer. Alsjeblieft. Voor eventjes." gaat Steve op hem in. Ik kijk naar mijn bord. Ik heb nu echt geen zin om de twee aan te kijken. "Weet je waarom we dit doen?" vraagt Tony. Ik kijk hem kort aan en schud mijn hoofd. "Dit doen we omdat het makkelijker gaat gaan om aan te tonen dat je onschuldig bent. Je aan de afspraken houd. Als je echt goed luistert en écht binnen blijft. Want anders gaat het voor ons moeilijker zijn om te zeggen van kijk Lewis heeft het niet gedaan, want hij heeft zijn voorwaarden niet geschonden. Als je dat wel doet, dan kunnen ze iets hebben van we gaan hem toch nog even opnemen." legt Tony uit. "Maar waarom? Ik mag toch gewoon wandelen of zo? Dat interesseert toch niemand?" vraag ik. "Er zijn mensen die daar niet zo leuk vinden, hè. Vooral als ze denken dat je een juwelier hebt overvallen, dan gaan ze zo zijn van die slecht die moet wel in de gevangenis zitten of die moet ergens opgesloten zitten voor de veiligheid van hun eigen." zegt Steve. "Zo zijn de mensen de laatste tijd en ze zien niet in dat jij het niet gedaan hebt." Tony legt zijn hand op mijn schouder. Brut gooi ik zijn hand van mijn schouder. "Mag ik dan ook niet afspreken met een zus. Ik wil wel straks eens afspreken met haar." "Dat mag, maar enkel overdag. Wanneer dat wij daar ook zijn. Dan mag je, maar voor rest moet je in je kamer blijven. Het zal voor zeker twee dagen zijn. Dan kunnen we terug een beetje meer ruimte geven, maar het is echt om jou te beschermen. We komen je wel halen als je moet trainen. Daarvoor mag je nog uit je kamer gaan."

Ik zucht. "Mag ik niet wandelen in de tuin?" pols ik. "Jawel, dat mag je. Als wij erbij zijn. We willen niet dat je nog eens ontsnapt. Lewis, ik heb beloofd om voor je te zorgen. Dat wil ik ook graag doen. Jammer, dat het niet vroeger kon. Maar ik wil het nu echt goed doen voor jou." Ik voel me hierheen oncomfortabel bij. "Ik heb echt geen zin om tussen die vier muren te zitten." "Ik weet het. Maar het is maar voor eventjes. Het is gewoon voor jouw veiligheid. De politie heeft je al eens betrapt. Omdat je alleen rond liep. Gelukkig was Clint net op tijd om hen tegen te houden." begint Tony. "En jou nog altijd in vrijheid te houden. Ik denk dat het veel leuker gaat vinden om hier te zitten dan om in zo'n instelling te zitten. Want daar ga je ook de hele dag in de kamer zitten en van die saaie gesprekken moeten voeren. Ze gaan het heel de tijd hebben over die overval. Je mag je heel gelukkig prijzen dat je nog altijd hier bij ons woont." vult Steve hem aan. Ik kijk naar de beide. Ik heb hier geen zin in. "Ja, zeker. Mag ik niet over heel het gebouw vrij zijn?" Tony en Steve kijken elkaar aan. "We beginnen bij je kamer. Daarna mag je over heel het gebouw gaan en staan waar je wilt. Het zijn maar twee dagen. Dat is niet lang. Het is voorbij voor je het weet."

Ik wandel naar mijn kamer samen met Tony. "En wat met school?" vraag ik. "Daar mag je nog altijd naar toe gaan, maar tegen dat de vakantie voorbij is, zal dit hier ook gedaan zijn. Je moet de ernst van de zaak inzien. Dit doen we gewoon voor jou." Ik ga aan mijn bureau zitten. "Wat moet ik hier dan twee dagen doen? Buiten televisie kijken?" "Je kan lezen, je kan je kamer eens kuisen..." somde Tony op. "Je vindt wel iets om te doen. Je kan al beginnen met je huiswerk. Of al beginnen leren voor de examens die komen." Ik zucht diep. Gezellig. Die denken dus echt dat ik hier ga blijven. Dat doe ik in geen enkel geval. Tony gaat weg. Ik kijk wanneer het beste is dat ik kan vluchten. Als ik het nu meteen doe, valt het te veel op. Misschien ook niet voor het eten. Straks om twee uur. Na dat ze mijn afwas zijn komen halen. Dan heb ik twee uur om te verdwijnen. Mijn training is pas om vier uur. Tijd genoeg om weg te gaan.

Mijn rugzak ligt al klaar. Ze moeten niet denken dat ik hen zomaar gewonnen geef. Bruce is net mijn bord terug komen halen. Ik pak mijn jas en rugzak. Dan denk ik aan een schroevendraaier. Er moeten er hier zeker liggen. Er komt er een in mijn hand te liggen. Daarmee krijg ik de deur open. Voorzichtig sluip ik de gang uit. Ik hoor stemmen en verstop me in de bezemkast. De stemmen lopen voorbij. Vanaf het moment dat ik ze niet meer hoor, ga ik verder. Ik loop zo snel ik mag weg. De camera's zien me en als de beveiligingsagent dat meldt, dan ben ik nog geen stap verder. Ik neem mijn telefoon. "Alix? Ben jij thuis?" vraag ik aan haar als ze haar telefoon heeft opgepakt. "Ja, ik ben thuis. Waarom wil je dat weten?" "Mag ik het uitleggen als ik bij jou ben?" pols ik. "Is goed. Kom maar al." Ik leg af en ga naar het adres dat ze me doorgestuurd heeft. Gelukkig kan ik bij haar terecht. Ik weet anders niet wat te doen. Via binnenwegen en parken ga ik naar haar huis. Een wandeling van vijf kilometer door de stad. Hopelijk word ik niet gepakt.

"Die mensen denken echt dat ze me zomaar kunnen opsluiten." Zeg ik boos. "Rustig." Neemt Alix me vast. "Ik weet zeker dat ze dat allemaal met goede bedoelingen doen. Ze zijn bezorgd om jou. Ze willen je niet kwijt spelen." "Ze sluiten mij op in mijn kamer. Ik mag enkel naar buiten gaan om te trainen. Eten moet ik in mijn kamer doen en ik mag niet eens gaan wandelen." "Wat doe jij hier dan?" vraagt Alix. "Ik ben weggelopen. Ze denken toch niet dat ik echt twee dagen in mijn kamer ga blijven." "Twee dagen is echt niet veel. Hoe komt dat ze je opsluiten?" "Kamerarrest. Omdat ik twee keer ben weggelopen." "Als je wegloopt, is de kans wel groot dat je straf krijgt. Dat is hier bij mij ook. Maar voor jou ligt de situatie anders. Jij mag niet zomaar op straat ronddolen." Ik kijk rond in het huis. Dit is de eerste keer dat ik hier kom. "Mooi huis." Zeg ik. "Dank je." Reageert Alix. "Maar dat van jou mag er ook wel zijn, hoor. Bij de Avengers wonen. Dat kan niet iedereen zeggen." "Ik woon daar omdat ze schuldgevoelens hebben." Antwoord ik bot. "Meneer Stark is nochtans heel bezorgd om jou. En het leek me niet gespeelde." "Ze weten wie onze ouders zijn en de vader van Stark had beloofd om voor mij te zorgen als er iets met hen gebeurde. Maar hij vond me niet. Dus heeft hij het niet kunnen doen." "En nu doet meneer Stark en de andere het. Dat is toch een mooi gebaar. Plus ze zijn aan het onderzoeken naar de juwelendief en de dood van onze ouders. Dat wilt wel iets zeggen." 

Avengers - The Mutant ThiefWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu