Deel 28: Ontsnappingspoging

6 2 2
                                    

"Naar beneden!" beveelt Andrew me. Hij duwt me richting de trap. Ik loop de trap naar beneden. Hij duwt me om sneller te gaan. Andrew loopt voor me uit en neem een stoel. Die zet hij in het midden van de kelder. "Zit." beveelt hij en neemt me weer vast aan mijn bovenarm. Hij maakt mijn benen vast aan de stoelpoten. Mijn handen maar hij aan de rugleuning vast. Ik zit vast en kan geen kant meer op. "En braaf blijven. Hier gaan niemand je zien of horen." zegt Andrew. Hij maakt nog een zakdoek vast die in mijn mond zit. Ik hoop dat ze me snel vinden. Andrew gaat naar boven. De deur van in het slot. Ik kijk rond. Is hier een telefoon? Of iets wat ik kan gebruiken om me te bevrijden. Voorzichtig spring ik naar links. Daar liggen misschien nog spullen. Bij elke sprong wacht ik even of ik Andrew niet hoor naar beneden komen. Het maakt wel redelijk veel geluid. Het is me gelukt om naar links te draaien. Ik kijk op de tafels of ik niet iets vind dat ik kan gebruiken om me los te maken. Hier ligt niet zo heel veel, buiten een beetje schrijfgerief en papieren. Onder een van de papieren zie ik een handvat van iets liggen. Ik blaas zo hard om de papieren weg te blazen. Wat wonderlijk ook lukt. Maar het is geen mes. Ik vloek in mijn eigen. Ik kijk verder naar iets.

Ik zie een mes liggen op de tafel in de hoek. Met mijn krachten denk ik aan het mes. Het komt in mijn hand te liggen. Voorzichtig begin ik het touw door te snijden. Het is een stevig touw en een klein mes. Ik krijg het touw eindelijk door. Nu nog beginnen aan die snelbinder. Dat is iets steviger. Het lukt me maar niet zo snel als het touw. Ik maak mijn mond vrij en mijn voeten los. Ik wrijf over de pijnlijke plekken aan mijn polsen en voeten. Alles zat heel straks vast. Je zag de striemen in mijn huid. Voor ik vertrek luister ik om te horen of ik Andrew niet hoor. Gewoon voor de zekerheid. Als hij mij nu betrapt weet ik niet hoe hij gaat reageren. Ik neem het mesje mee naar boven. Om me te beschermen tegen Andrew. Ik weet niet waar hij is. Misschien is hij weg. Misschien is hij iets bezig boven. Ik denk aan de sleutel van de kelderdeur. Het belandt in mijn hand. Ik open de deur op een kier. Ik zie dat er een gordijn hangt. Ik open de deur en piep langs de zijkant van het gordijn naar binnen. Andrew staat aan de andere kant van de ruimte. De kust is veilig. Hij kijkt niet.

Ik kom hem niet tegen in de route naar de deur en probeer heel voorzichtig en onopvallend weg te lopen, maar net voor ik buiten ben, bots ik tegen de tafel. Daar gaat mijn plan om voorzichtig naar buiten te gaan. Andrew ziet me staan en komt op me af. "Hoe kom jij hier? Je zat toch beneden vast." vraag Andrew verbaasd aan mij. "Ik heb krachten van die steen. Daardoor kan ik een mes toveren in hand en ontsnappen. weet je dat niet?" reageer ik. "Jij gaat geen kant op. Jij blijft hier." Andrew is boos. Maar dat maakt mij niets uit. Ik begin te zorgen dat ik niet gepakt word. Maar hij staat voor de deur, dus ik kan niet weg. Hij loopt recht naar mij en probeert me terug vast te pakken. Om terug naar de kelder te brengen, maar ik laat me niet doen en vecht terug. Het lukt me aardig. Ik ben blij met alle trainingen van Clint om het te leren vechten en verdedigen. Maar je ziet dat ik nog een beginneling ben en dat ik nog veel moeite heb met alle vechttechnieken en al zijn aanvallen te verdedigen.

Andrew kan een mes pakken en probeert me daarmee neer te steken of te raken. Het lukt niet. Elke keer kan ik het net afwimpelen. Maar hij kan me toch twee keer raken. Eén keer in mijn rechter onderarm en een tweede keer raakt hij mij in mijn schouder. We vechten verder. Plots komt hij heel dicht bij mij en duwt hij mij op de grond. Ik val op mijn rug. Hij komt naar mij toe en ik schop met mijn voet tegen zijn scheenbeen. Waardoor hij terug naar achter gaat. Ik sta recht. En ik kijk naar hem. Hij kan een lege fles pakken. Daarmee kan hij mij op mijn hoofd kloppen. Ik duizelig en ben even van de slag. Zo kan hij mij terug vastpakken en gooit hij mij naar beneden. Hij gaat niet zachtaardig met me om. Hij trekt me recht en duwt me ruw op de stoel. Deze keer maakt hij mij vast aan dezelfde stoel, maar in de plaats mijn handen samen te zetten, zet hij mijn handen apart vast en mijn voeten zet hem ook weer vast aan de stoelpoten. "Deze keer ga je niet ontsnappen. Daar zorg ik voor. Ik heb je namelijk van alles te vertellen."

Andrew komt voor mij zitten en kijkt me met een schuin hoofd aan. Het is precies of hij mij inspecteert. Ik kijk hem met een serieuze blik aan. Ik laat me door hem niet doen. "Lewis, wij moeten eens praten. Denk ik, hè. Want jij hebt iets wat wij nodig hebben." begint hij. Ik zeg niks en kijk hem enkel aan. Er is geen emotie op te lezen. Hij mag niet weten dat ik bang ben wat hij gaat doen. "Wat jij van ons hebt is voor ons heel belangrijk. Wij hebben het echt nodig. Het kan ons leven redden." Het komt er vrij smekend uit, maar ik heb zijn plan wel door. Ik ga hem echt niet helpen. Wat hij zegt doet me niks. "Die meteoriet. Waar hebben jullie die verstopt? Zeg het mij. Als je het zegt dat gaat er niks gebeuren. Wij zijn niets jou met jouw plan. Anders dan kan het wel eens zijn dat er van alles gebeurd en niet alleen met jou ook met je vriendjes van de Avengers. Die je zo graag hebt." Dreigen helpt zeker niet. Wat gaat hij alleen tegen de Avengers beginnen? Ik zeg niks. Ik ben niet van plan om een woord tegen hem te zeggen.

"Ga je het zo spelen. Dan zullen we iets moeten ondernemen, hè." Hij zet zich recht. Hij loopt naar de tafel die achter mij staat. Ik volg hem zo ver ik kan. Andrew pakt een houten lat en klopt voorzichtig op zijn hand. Daarna komt hij dichter bij mij en klopt op mijn arm. Het doet pijn, maar ik toon het niet. Hij slaat nog een keer hard met de lat op mijn arm. Ik blijf niets zeggen, maar mijn gezicht spreekt boekdelen. Ik twijfel om het toch te zeggen. De steen is kapot. Dus kan hij er toch niets meer mee doen. Wat kan hij dan doen? "De steen is kapot. Je gaat het niet meer kunnen vinden hij is duizend stukjes. Ik heb hem vernietigd." Hij neemt mijn haar vast en trekt mijn hoofd naar achter. "Leugenaar. Ik schud mijn hoofd. Andrew zucht. Ik zie dat hij nadenkt. Hij laat mijn hoofd weer los. "Dan moeten we het maar op een andere manier doen. Ik vind een manier. Blijf jij maar braaf hier zitten en deze keer niet ontsnappen. Door die ontsnappingspoging krijg jij vandaag geen eten meer, dus zorg maar dat je het overleeft. Ik ga jou nog nodig hebben." Ik reageer niet. Andrew loopt weg naar boven. Nu zit ik hier weer alleen. Mijn handen ver van elkaar. Dus ik kan ze niet meer eruit halen. Mijn voeten zitten ook stevig vast. Ik weet niet wat ik moet doen. En de wonden op mijn arm en hoofd blijven maar bloeden. Alles doet pijn. 

Avengers - The Mutant ThiefWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu