Hoofdstuk 12

92 4 0
                                    

Amy en Will waren in het bos aan het zoeken naar aanwijzingen van Emma's ontvoering. Ze waren, toen Amy verteld had hoe ze dacht dat het gebeurd was, vanaf het raam van de meisjes wc rechtdoor het bos in gelopen. Af en toen stonden ze stil om te kijken of ze ergens een aanwijzing zagen.
'Ik zie niks.' Zei Will na een tijdje. 'Ik ook niet.' Zei Amy. 'Kom we gaan verder.' Terwijl ze verder liepen zag Amy verderop de straat al in zicht komen. Dat wilde ze helemaal niet. Tenminste niet voordat ze een aanwijzing gevonden hadden. Ze liepen nog een stukje verder en toen vroeg Will: 'Zullen we hier nog even zoeken?' 'Ja, is goed.' En toen begonnen ze voor de zoveelste keer te zoeken naar een aanwijzing. Ze doorzochten de struiken, de bomen, de grond en keken goed rond of ze verderop ook niks zagen liggen of hangen. En toen Amy keek of ze verderop iets zag, zag ze iets liggen. 'Will!' Riep ze vrolijk. 'Ik zie iets!' Will keek naar de kant waar Amy aan het zoeken was, maar ze was al onderweg naar het ding dat ze gezien had.
Amy rende naar het voorwerp toe, kwam tot stilstand en zag dat het Emma's mobiel was. Amy wilde haar mobiel pakken, maar Will zei: 'Nee, niet doen! Misschien zitten er vinger afdrukken op.' 'Ohja.' Zei Amy en ze trok snel haar hand terug. Ze hadden zich goed voorbereid. Will pakte een handschoen, deed die aan, pakte de mobiel en deed die in een zakje. 'Zo.' Zei hij. 'Aanwijzing nummer één.' 'Ja, op naar aanwijzing twee.' Zei Amy lachend, blij dat ze toch nog iets gevonden hadden.
Will stopte alles terug in zijn rugzak en liep samen met Amy verder. Ze waren aan het eind van het bos en liepen de straat op. 'Welke kant zou hij op gegaan zijn, denk je?' Vroeg Will. 'Ik heb echt geen idee.' Zei Amy. 'Maar ik heb geen zin om dat nu uit te gaan zoeken, bovendien wordt het al laat en wij moeten nog kijken of er vingerafdrukken op die mobiel zitten.' 'Goed punt, laten we naar mij gaan. Er is niemand, mijn zus is naar een vriendin en mijn ouders zijn naar mijn oom toe.' 'Oké.'
Toen ze bij Will aangekomen waren, gingen ze gelijk naar de schuur. 'Ik kijk wel of er vingerafdrukken op zitten. Ga jij maar nadenken waar ze zouden kunnen zijn, daar ben jij goed in.' 'Oké.' Zei Amy. Ze ging zitten op een stoel die in een hoek van de schuur stond, staarde naar de grond en begon na te denken. Oké, logisch nadenken, zei ze in gedachten tegen zichzelf.
Toen ze uit de bossen kwamen kon je twee kanten op: links en rechts. Als je naar links ging kwam je in het dorp uit. Als je naar rechts ging kwam je bij grote stukken weilanden uit. Dus Amy koos voor rechts, dat was niet zo moeilijk. Als je de weg naar rechts nam kwam je dus bij de weilanden uit. Op een gegeven moment kon je links afslaan of je kon rechtdoor. Dit keer wist ze niet welke dat ze moest kiezen. Het maakte niet uit welke kant je op ging, je reed nog steeds langs weilanden.
Amy zat nog steeds diep na te denken toen Will opeens zei: 'Ik ben klaar.' 'En?' Vroeg ze. 'Er zitten vingerafdrukken op, maar die zijn allemaal van Emma.' Zei Will teleurgesteld. 'Dus dan hebben we alsnog geen aanwijzing.' Zei Amy depressief. 'Jawel. Doordat we de mobiel hebben gevonden weten we zeker dat we de goede kant opliepen.' 'Ohja.' Ze werd al weer wat vrolijker. 'En, heb jij nog iets wat ons kan helpen.' 'Ja, ik denk het wel.' Zei Amy.
Amy vertelde aan Will waar ze dacht dat ze heen waren gegaan en dat er twee wegen waren waar ze in gegaan konden zijn. Toen Amy haar verhaal had gedaan, ging ze naar huis om te eten. Na het eten ging ze al vroeg slapen, want ze gingen morgen weer verder.

De OntvoeringWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu