Hoofdstuk 31 ~ Verrassingen Zijn Niet Altijd Even Leuk

48 8 2
                                    

POV Aiden

'Nee! Catherine!' roep ik als ik Nick met haar zie wegrennen. John is ook verdwenen, als sneeuw voor de zon. De lafaard.

Met een ruk draai ik me om naar Amira. Ik had verwacht dat ze op de grond zou liggen met een gebroken uitdrukking op haar gezicht, maar in plaats daarvan staat ze rechtop en heeft ze een zelfverzekerde blik. Ze er gezond uit, zeker niet zoals ze er net uitzag. Ik kijk haar met een verwarde blik aan. Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat Jayden hetzelfde kijkt. Amira begint zachtjes te lachen.

Dan stopt ze plots en kijkt ze ons met kille blik aan. Ze legt op mijn en Jaydens wang een hand. 'Domme, domme jongens,' zegt ze hoofdschuddend. Voor we ook maar kunnen reageren draait ze met een simpele knip in haar vingers onze nekken om en vallen we op de koude harde vloer.

POV Amira

Nu heb ik jullie, denk ik tevredengesteld. Jaren, jaren zat ik daar opgesloten en ze zijn me niet één keer komen zoeken. Niet één keer hebben ze gedacht dat ik misschien nog leefde. Niet gedacht dat Nick misschien dwang had gebruikt om de menselijke doktoren te laten zeggen dat ik was overleden aan mijn verwondingen. Dat zet ik ze betaald en goed ook.

Ik mompel snel een spreuk om er voor te zorgen dat de twee jongens in de lucht achter me aan vliegen - dan hoef ik ze tenminste niet te dragen. Ik had vroeger als kind altijd een soort grot waar ik in speelde. Hij ligt bij een prachtig meer en er is een doorgang naar de grot via het water en een geheime doorgang aan de achterkant. Als het goed is is er niks veranderd in al die jaren. Ik heb het namelijk goed in de gaten gehouden.

Ik loop op mijn gemak naar de grot. Daar aangekomen moet ik toch even glimlachen. Alles is nog precies hetzelfde. Ik loop naar de geheime ingang van de grot, met de jongens nog steeds achter me aan vliegend.

Ik loop naar binnen en ga een grotkamer binnen. Ik laat de jongens neervallen op de koude grot vloer. Er liggen wat kettingen en daar bind ik ze mee vast. Dit is allemaal te gemakkelijk.

Ik knip in mijn vingers en de jongens schieten met een ruk wakker. Allebei kijken ze me woedend en moordlustig aan. Kil en doods kijk ik terug. Laat het spel beginnen.


POV Catherine

Langzaam aan word ik wakker. Ik knipper een paar keer met m'n ogen om te zorgen dat ik scherp zie en kijk dan vluchtig om heen. Ik schiet meteen met een gil overeind als Nick in één keer naast het bed staat.

'Je hoeft toch niet te schrikken van mij. Zo eng ben ik toch niet,' zegt hij met een mierzoet en onschuldig stemmetje. Ik kruip snel aan de andere kant het bed uit. Een koude rilling gaat over me heen. Ik kijk naar mijn kleren en zie dat ik een wit doorschijnend nachtjaponnetje aan heb, gelukkig wel met lingerie eronder. Met een vieze blik kijk ik naar Nick. Hij zal toch niet...

Hij begint zachtjes te grinniken. 'Oh ja, ik heb je kleren verwisseld,' zegt hij alsof het niks is. Ik geef hem een neppe glimlach.

'Badkamer?' vraag ik. Nick wijst naar de deur achter hem. Meen je die? Moet ik nog langs hem heen ook, denk ik gefrustreerd.

Ik loop met de meest grote boog die maar kan om Nick heen. Net als ik de deurknop vast heb voel ik een warme adem in mijn nek. Ik verstijf terplekke en het bloed stijgt me naar mijn wangen. 'Niet zo snel,' hoor ik Nick met een beschuldigend stemmetje zeggen. Angst bekruipt me als ik zijn vlijmscherpe hoektanden in mijn nek voel. Ik ga zwaarder ademen, maar durf nog steeds niks te doen, bang voor de mogelijke gevolgen.


POV Emmy

'Waarom stuurde ze ons nou weg?' vraagt Anna me. 'Ik zou het niet weten,' antwoord ik, teleurgesteld omdat ik zelf het antwoord ook niet weet.

Plots blijft Alison stil staan. 'Horen jullie dat niet?' vraagt ze zachtjes. Een paar mensen knikken, waaronder Anna. 'Kom, snel,' zegt ze en ze verstopt zich achter een grote rots. Wij volgen en doen hetzelfde.

Alison kijkt voorzichtig boven de rots uit en laat haar ogen de omgeving scannen. 'Emmy, kijk.' Ik kom ook iets omhoog zodat ik over de rots heen kan kijken en kijk in dezelfde richting als Alison. 'Is dat niet Aiden? Die ene die daar naast die andere jongen in de lucht vliegt,' fluistert Alison. Ik vernauw mijn ogen een beetje in de hoop dat ik het beter kan zien. En ja, ik zie inderdaad Aiden die naast een andere jongen in de lucht achter een vrouw aanvliegt. En die vrouw lijkt verdacht veel op Catherine. 'Ja, inderdaad dat is Aiden. Laten we ze volgen,' stel ik voor. Ik kijk om en zie bijna iedereen knikken.

'Anna, Abigail en Thomas jullie komen met ons mee. De rest, ga hier weg. Ga naar huis of zoek een veilige plek, maar zorg dat je hier weg komt,' besluit Alison. Iedereen knikt.

Daar gaan we dan, denk ik en ik merk dat ik toch wel een beetje zenuwachtig ben, opzoek naar antwoorden.

Het Verlaten EilandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu