Hoofdstuk 3 ~ Een verlaten(?) eiland

123 7 0
                                    

POV Catherine

*bzzz bzzz bzzz* Langzaam wordt ik wakker van een zoemend geluid. Ik open heel voorzichtig mijn ogen om te kijken waar het geluid vandaan komt. Ik zie dat er een mug op mijn been zit en sla hem dood. Lekker voor je, mug! denk ik. Ik kijk om me heen en vraag me af waar ik ben. Opeens herinner ik me alles weer. De knal, het zinken van het schip, Kaitlynn. Ik kijk nog eens goed om me heen en ik zie verderop iets liggen. Ik besluit om te gaan kijken wat het is.

Naarmate ik dichterbij kom zie ik dat het een mens is. Meteen ren ik er naartoe. Ik denk dat het een zij is aan het haar en de lichaamsvormen. Ze ligt op haar buik met haar gezicht van me weggedraait dus ik zie niet wie het is. Ik draai haar om en zie dat het Kaitlynn is. Ik moet bijna huilen van blijdschap. Ik dacht dat ze dood was. 'Kaitlynn wordt wakker.' Zeg ik terwijl ik haar voorzichtig door elkaar schudt. Na enige tijd opend ze langzaam haar ogen. Ze schiet overeind en moet meteen hoesten om al het water uit haar longen te krijgen. Als ze klaar is met hoesten omhels ik haar stevig. 'Ik dacht dat je dood was.' Zeg ik bezorgd tegen haar. 'Ik dacht dat jij dood was.' Zegt ze terug. Waarna we allebei een beetje moeten lachen. Dan bedenk ik me iets. 'Misschien zijn de anderen ook wel aangespoeld op dit eiland.' Zeg ik. 'Ja dat zou kunnen. Zullen we gaan kijken?' vraagt ze. Ik knik instemmend.

Wij zijn nu al zeker twee uur op het strand aan het lopen, maar we hebben nog niks gevonden. 'Misschien moeten we richting het midden van het eiland gaan?' vraag ik aan Kaitlynn. 'Maar dan moeten we een bos in.' jammerd ze. 'Ja dus?' 'Daar zitten allemaal beesten.' antwoordt ze walgend. 'Ja dat weet ik. En je weet dat ik het ook vies vind, maar zo gaan we niemand vinden. Misschien vinden we in het bos wel wat te eten.' probeerde ik haar te overtuigen. 'Oké, best.' zegt ze nog steeds niet helemaal overtuigd.

We lopen tussen de meters hoge bomen en de prachtige gekleurde bloemen, verder het bos in. 'Het is hier prachtig.' zegt Kaitlynn fluisterend. 'Ja.' fluister ik terug.

'Heb jij al iemand gezien?' vraag ik Kaitlynn. 'Nee, anders had ik het wel gezegd.' zegt ze lachend. 'Ik denk dat we kunnen vaststellen dat het eiland verlaten is.' zeg ik met een deftige stem, waarna we allebei moeten lachen. 'Ik denk dat je gelijk hebt.' antwoord ze terug. 'Kijk!' roep ik, terwijl ik naar iets in de verte wijs. 'Wat zie je?' vraagt Kaitlynn. 'Een bananenboom.' zeg ik blij. Kaitlynn kijkt meteen een stuk blijer en we rennen er naartoe.

Volgens mij hebben we de hele boom kaal gegeten, want ik zie niks meer hangen. 'Ik kan geen banaan meer zien.' zegt Kaitlynn half lachend. 'Ik ook niet.' zeg ik en ik lach mee. Ik sta op om me uit te rekken en sluit even mijn ogen. Als ik ze weer open zie ik iets boven de bomen uitsteken. 'Kaitlynn kijk eens.' Kaitlynn komt naast me staan en kijkt dezelfde richting uit als ik. 'Is dat wat ik denk dat het is?' vraag ik meer aan mezelf dan aan Kaitlynn. 'Ja ik denk het wel.' 'Het is een kasteel!' roepen we allebei tegelijk. 'Het is dus geen verlaten eiland.' roept Kaitlynn blij. 'Kom laten we er heen gaan.' stel ik voor. 'Ja dat doen we.'

Het Verlaten EilandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu