13 Hope/Luna

248 24 5
                                    

Hope p.o.v. Ik tik met mijn voeten op de grond. Steeds maar weer. Dat gaat nu ongeveer 2 dagen zo. Ik probeer iets. Het mislukt en ik begin te ijsberen of op de grond te tikken. Het valt me op dat de bewakers nog niet zijn komen kijken. 'Wacht eens. Die deur is normaal.' roep ik ineens uit. Ik kijk nog eens goed en zie geen beveiliging. 'Je hebt gelijk! Knal hem eruit Hope!' roept Killian. Ik haal diep adem en blaas daarna de deur eruit. Niet veel later komen er 2 bewakers. Ik elektrocuteer ze. Ze liggen op de grond, te kronkelen van de pijn. Ik werp er mijn laatste blik op en ren dan samen met de rest de gang op. Als ik in de cel tegenover ons kijk kan ik mijn ogen niet geloven. Daar, op de grond, ligt Sabrina. Sabrina is een oude vriendin van me. Ze is een heks zullen we maar zeggen. Geen special omdat ze meer doet met rare drankjes, spreuken, haar prachtige tocerstok en oja! Ze kan in de toekomst kijken. 'Sabrien?' Het meisje opent haar paarse ogen en kijkt me aan. 'Hope. Zullen we maar zeggen dat ik je aan had zien komen.' ze staat grijnzend op en leunt tegen de tralies. Haar felgekleurde kleren hangen losjes om haar lichaam. Voor ik goed nadenk knal ik het slot van de tralies af en sleur ik Sabrina mee. De bewakers zitten ons op de hielen. Sabrina haalt haar Stok uit haar mouw en zegt iets onverstaanbaars. Er knalt een groene flits naar achteren. Ik gooi er nog wat wind bij. Snel rennen we verder. Sabrina pakt mijn hand vast en gelijk weet ik wat ze gaat doen. Zo snel mogelijk pak ik Killian vast die Alice vast heeft. In een flits staan we buiten het gebouw. In het bos zullen we maar zeggen. Sabrina stopt en hijgt even. Wij stoppen ook en kijken verwachtingsvol naar Sabrina. 'Ze komen ons niet achterna.' zegt ze met een grijns. Owhja, toekomst, even vergeten. 'Jullie zien er echt verschrikkelijk uit.' zegt Sabrina plots. Ik rol met mijn ogen. 'Dit gaan jullie heel mooi vinden.' ze zwaait met haar stok en zegt iets onverstaanbaars. Er vormen draaikolken om ons heen en even later hebben we heel andere kleren aan. Ik heb een zwarte spijkerbroek aan met een wit los bloesje. Ook heb ik een amulet omhangen. Het is een amulet met kleine diamten wolkjes erin. Eindelijk weer eens een normale outfit! Ik kijk naar Alice. Ze heeft veel blauw aan. Een lichtblauwe spijkerbroek met een donkerblauwe trui. Haar amulet is anders. Het heeft kleine, diamanten golfjes. Killian is zijn vertrouwde zelf weer. Spijkerbroek en een blauw T-shirt. Zijn amulet heeft diamanten letters. 'Hope, ben je klaar met onze outfits te bestuderen?' hoor ik Killian ineens zeggen. 'Blijf uit mijn gedachtes Killian!' roep ik quasi boos. 'Wat doe je als ik dat niet doe.' 'Dan krijg ik je nog wel.' 'Try Me.' roept hij terwijl hij wegrent. Hij komt geen stap verder want ik houd hem met een korte beweging en veel wind tegen. 'Tututut. Niet gedacht dat jij zo snel gepakt zou worden.' zeg ik terwijl ik een lach onderdruk. Sabrina lijkt ineens een stuk minder ontspannen. 'Sabrina. Wat is er?' En op dat moment zag ik wat Sabrina net gezien had. Wolven. Een roedel zo te zien. 9 wolven in verschillende kleuren komen dreigend op hun af. We gaan dicht tegen elkaar staan. Ineens komt er een lange man voor de wolven staan. Hij heeft een lang, zwart gewaad om zich heen. 'Jeetje jongens. Doe eens even beleefd tegen onze gasten!' roept hij boos naar de wolven. Ze krimpen ineen. Ik stap naar voren. 'Meneer. Ik ben Hope Weather. Mag ik vragen wie U bent?' De man draait zich naar ons en doet zijn capuchon af. Ik kijk naar zijn gezicht. Een jong gezicht, kort, bruin haar. Niks bijzonders. Maar er is echter wel iets merkwaardigs. Hij heeft wolven oren. 'Lieve Hope Weather.' Hij loopt naar me toe en pakt mijn hand vast. 'Wat een eer om U te ontmoeten. Mijn naam is Cedar. Cedar Wolf.' Ik knik langzaam. 'Hoe kent U mij?' vraag ik dan verbaast. 'Hope Weather. Prinses van het Weer. Natuurlijk kennen wij jou.' Hij boog even kort en glimlacht daarna weer naar me. De wolven doen hetzelfde. Daarna ziet Cedar iets achter mij wat nog leuker lijkt te zijn voor hem. 'Sabrina! Wat een aangename verrassing.' zegt hij terwijl hij naar Sabrina loopt. 'Voor mij was het geen verrassing. Kun je je wolven niet in toom houden Cedar.' Het is duidelijk dat Sabrina Cedar al kent. En lang ook. 'Komen jullie mee. Jullie kunnen deze nacht doorbrengen in mijn.' hij lijkt even na te denken. 'Huis.' Ik kijk naar Sabrina die langzaam knikt. Ik kijk naar boven en zie dat de lucht al donkerder wordt. 'Graag Cedar.' zeg ik traag. Hij knipt in zijn vingers en voor ieder van ons komt een grote wolf te staan. Voor mij een sneeuwwitte. Ze kijkt me lief aan met haar ogen. 'Merkwaardig.' zegt Cedar traag. 'Wat is er Cedar?' 'Luna is me aan het smeken of ze bij jou mag blijven. Ze voelt een bijzonder soort vriendschap. Van mij mag ze. Maar van jou?' Ik begin hevig te knikken. Ik heb altijd al een wolf gewild. 'Stap op haar rug en laat haar rennen.' zegt hij in het algemeen. Ik stap op Luna en voel haar warme vacht onder mijn handen kriebelen. Ze begint te rennen. Ik vind het geweldig. Het gevoel om totaal vrij te zijn. Al veel te snel stopt ze met rennen. We zijn bij een grote grot aangekomen. Hij ziet er knus uit vanbinnen. Ik loop naar binnen. Luna volgt me. Ze gaat liggen en ik ga naast haar zitten. Niet veel later komt iedereen binnen en gaan ze zitten. Het vuur knispert in het midden. Het geeft een rustgevende sfeer. Ik glimlach naar het vuur en kijk dan naar Luna. Haar witte vacht lijkt gemaakt van diamant of sterren of iets. Het geeft licht. Zo straalt het. Haar ogen doen hetzelfde. Stralen. Alsof er duizenden piepkleine sterren in verstopt zitten. 'Welkom. Sabrina, Hope. En anderen.' verwelkomt Cedar ons. 'Alice en Killian.' zeg ik slaperig. 'Alice en Killian.' herhaalt Cedar mijn woorden. Dan kijkt hij naar mijn slaperige uitdrukking. 'Gaan jullie maar slapen. Vandaag is een drukke dag geweest. Morgen is er weer een dag.' Zodra hij die woorden heeft uitgesproken val ik in een diepe slaap. Alles van vandaag heeft me uitgeput. En dat is te merken ook. Dat is het laatste wat ik denk. Voordat het zwart het van me over neemt.

Luna p.o.v. Ik sta zodra Hope in slaap is gevallen op en loop naar een hoek net buiten de grot. Ik verander en trek de witte jurk aan die ik klaar had gelegd. Mijn blonde haar valt over mijn schouders maar bedekt mijn oren niet. Ik heb van de maangodin, Diana, gehoord dat Hope zou komen. In mijn droom. Ik zou haar moeten helpen, wat er ook gebeurt. En dat ga ik ook doen. Al snel ga ik naast Hope liggen en val ook ik in slaap.

SpecialWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu