14 Hope/Luna

240 27 7
                                    

Hope p.o.v.

Langzaam open ik mijn ogen. Verward kijk ik om me heen. Waar ben ik? Dan herinner het me weer. Ik ben bij Cedar en zijn roedel. Ik sta op en loop naar voren. Een brandende pijn schiet door mijn lichaam en ik schiet naar achteren. Tralies. Tralies die onder stroom staan. Ik kijk naar mijn handen. Er staan rode striemen op. Waar zijn Killian en Alice? 'Hier Hope!' hoor ik Killian roepen. 'Killian. Ik zeg het je nog een keer. Blijf. Uit. Mijn. Gedachtes!' roep ik terwijl ik me omdraai. 'We zijn erin geluisd. Dat is Sabrina niet.' zucht Alice. ik kijk de tralies uit. Er staat een vrouw in een lang zwart gewaad. Ze is een stuk ouder dan Sabrina, maar toch lijken ze op elkaar. Dit is toch niet te geloven! Het is de tante van Sabrina! Ze mocht mij nooit. Ik weet niet wat ze tegen me had. Waarom ze me haatte. Nu kan ik het me iets beter voorstellen. Mijn krachten zijn iets sterker dan die van haar. 'Hope!' hoor ik ineens iemand zachtjes roepen. Ik kijk in de richting van de stem en zie een meisje staan met blond haar. Boven haar haar uit steken 2 witte oortjes. Haar witte jurk staat haar prachtig. Ik herken haar prachtige, ijsblauwe ogen. 'Luna!' fluister ik blij. Ik weet eigenlijk niet of ik daar blij mee moet zijn. Maar op dit moment ben ik dat wel. 'Hope. Het spijt me zo. Ik wist niet dat hij dit van plan was.' er staan tranen in de ogen van Luna. 'Luna, het maakt niet uit. Jij kon er niks aan doen.' probeer ik haar te kalmeren. Ze wordt al wat rustiger. Ineens valt mijn oog op iets glimmends aan de muur. 'Luna! Waar zijn Cedar en de Heks heen?' vroeg ik sissend. 'Ze zijn ingrediënten aan het halen. Om jullie krachten af te nemen.' fluistert Luna. Mijn gedachten vlogen naar het medaillon en ik trok het in een beweging af. Killian en Alice deden hetzelfde. Dan richt ik me weer op het glimmende aan de muur. Dacht ik het niet. Sleutels! Killian en Alice komen naast me staan en kijken ook naar de sleutels. 'Luna. Je moet de sleutels pakken.' zeg ik tegen haar. 'Ze zijn van zilver. Als ik kon had ik ze allang gepakt.' fluistert Luna zacht. 'Ik heb een idee. Luna ik zou even aan de kant gaan als ik jou was.' Luna gehoorzaamde me gelijk. Ze stapt 3 grote stappen achteruit en kijkt toe. Ik sluit mijn ogen en concentreer me alleen op de sleutels. Ik laat een zachte bries uit mijn handen ontsnappen en kijk naar de sleutels. Ze rammelen een klein beetje en de bries wordt sterker. De sleutels worden opgetild. KRAS Geschrokken kijk ik naar de ingang. Daar zit een grote, zwarte kraai. Ik raak zo afgeleid dat ik de sleutels laat vallen. 'ARGH!!!!' hoor ik Luna schreeuwen. Daarna valt ze op de grond. ze had de sleutels opgevangen en naar Killian toe gegooid. Hij heeft ze behendig opgevangen en steekt ze een voor een in het slot. Ik word er nerveus van. Steeds gaat de deur niet open. Ik wil naar Luna toe! Dan, gaat de deur eindelijk open. Met de laatste sleutel weliswaar. De deur gaat langzaam open. Zodra hij genoeg open is ren ik naar Luna toe. 'Luna. Het komt goed.' sus ik haar. Ik pak haar handen en draai ze om zodat ik naar haar handpalmen kan kijken. Het lijkt of ze verbrand zijn. 'Het komt inderdaad goed met mij. Maar wij moeten gaan!' roept ze. Snel staat ze op. Ik sta ook op en knik naar de rest. We zetten het op een lopen en rennen zo de grot uit. Luna is de enige die bekend is in dit bos. We volgen haar dus ook blindelings. We rennen zowat het hele bos door. Plots horen we een luide schreeuw. 'LUNA! VERAADSTER!!!' Luna bijt op haar lip en er stromen wat tranen over haar wangen. Maar toch blijft ze stug doorrennen. We komen aan bij een waterval. Daar stopt Luna. Alice kijkt vol bewondering naar het water. 'Het volgende bos is het bos waar jullie thuishoren. En ik dus kennelijk nu ook.' zucht ze. Ik knik en ga naast haar zitten. 'We gaan zo weer verder. Het is niet ver meer.' zegt ze met een glimlach. Ik knik weer en kijk in het water. Het is mooi. Er spelen zilveren vissen in en het water schittert in de zon. De waterval is het middelpunt van alles. Ineens komen de beelden van Elijah weer in me op. Zijn gesloten ogen. Zijn kleurloze gezicht. Misschien is hij niet wakker. Misschien wordt hij nooit wakker. Ik voel iets nats over mijn wangen stromen. Tranen. 'Hope. Ik weet zeker dat hij het heeft gehaald, of gaat halen.' Killian gaat naast me zitten en kijkt me doordringend aan. 'Maar, zo te zien hebben jij en Elijah iets.' Hij doet een misvormde wenkbrauwkriebel terwijl hij dat zegt. Ik knik langzaam. 'Zullen we weer verdergaan?' hoor ik Alice vragen. Ik sta op en knik. Ik zie dat de rest ook opstaat en we lopen in een rustig tempo naar het volgende bos toe. Ons bos. 'ALICE! HOPE! KILLIAN!' horen we ineens iemand roepen. Het is een bekende stem. De stem van Josh. Ik begin hard te rennen. Naar de plek waar het geluid vandaan komt. Al snel zie ik de persoon die ik het liefste wilde zien. Elijah. Zodra hij mij gezien heeft stormt hij op me af. Zijn sterke armen slaan om me heen en trekken me tegen hem aan. De tranen stromen geluidloos over mijn wangen. Zo blijven we even staan. In stilte. 'Hope. Wat bezielde je. Ik was bang dat ik je kwijt was.' Ik haal diep adem. 'Ik wilde Alice redden want, want ik was er zeker van dat je het niet ging halen. E-er was zoveel bloed Elijah.' zeg ik snikkend. 'Ik heb het gehaald Hope. Zoals ik altijd doe.' suste hij me. 'Wat hebben ze met je gedaan. Ik kan je ribben voelen!' roept hij daarna boos uit. Een gevoel van vermoeidheid overspoelt me. Ik begin zwarte vlekken te zien. 'Elijah.' fluister ik en dan val ik neer.

Luna p.o.v.

Ik kijk naar de persoon tegenover me. Hetzelfde zwarte haar. Dezelfde speelse blik in zijn ogen. 'Luna? B-ben jij het echt?' roept hij verbaast uit. Ik knik zachtjes. Voor ik het doorheb wordt ik opgetild en in de vertrouwde armen van Josh gesloten. Josh heeft een tijdje bij onze roedel gehoord. Toen we kleiner waren. Samen met Killian. Maar toen vonden de special afdeling ze. En nu? Nu heb ik dus mijn Josh weer terug. 'Je bent zoveel verandert! Ik ik kan het gewoon niet geloven.' roept hij blij uit. Ik leg mijn armen om zijn nek en omhels hem ook stevig. 'Josh?' De stem van Killian doet me schrikken. Josh zet me neer en rent naar zijn broer toe. Dat snap ik ook wel. Hij heeft hem al iets van 7 jaar niet meer gezien heb ik gehoord. Ik richt me naar Hope en zie net dat ze neervalt. Ik ren ernaartoe en kijk de blonde jongen aan. 'Hope!' roept hij verschrikt uit. 'Rustig. Ze is flauwgevallen van de vermoeidheid.' stel ik hem gerust. Hij tilt Hope met gemak op en rent weg. Ik ren hem zo snel mogelijk achterna. We komen aan bij een klein grijs gebouw. Is dit de Special afdeling?

SpecialWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu