Deel 6

68 0 0
                                    

Camille

Het lijkt of ik in een diepe oceaan gevallen ben en niet naar de oppervlakte geraak. Telkens opnieuw zwem ik naar boven maar ik word elke keer terug naar beneden getrokken. Alsof er iets niet wilt dat ik met mijn hoofd boven het water kom. Maar ik hoor een stem. Een bekende stem. Al kan ik niet meteen plaatsen wie het is. Ik probeer hoger te zwemmen maar word weer naar beneden getrokken.

Ik spartel tegen maar de kracht laat me niet los. Ondertussen blijf ik de stem horen. "Camille" kan ik verstaan. Die stem...ik moet weten wie het is. Wanneer de kracht weer iets vermindert, wacht ik heel even om dan zo snel mogelijk naar het oppervlak te zwemmen. Ik kom net boven het water en hoor de stem opeens heel duidelijk. Het is Emma. Ik wil iets zeggen, haar naam terug schreeuwen om haar te laten weten dat ik haar hoor, maar de kracht neemt mijn benen opnieuw vast en neemt me terug mee. Diep onder de oceaan.

Nu ik Emma heb gehoord kan ik het niet van me afzetten. Ik moet naar boven en antwoorden. Het is de enige manier om hier weg te geraken. Ik zet me schrap en doe nog één laatste poging. Ik zwem zo snel dat zelfs Vince me niet zou kunnen volgen. Ik kom boven water en meteen hap ik naar adem terwijl ik schreeuw. "Emma!"

Langzaam open ik mijn ogen. Het duurt even voordat mijn ogen gewend zijn aan het licht. Pas dan kan ik rondkijken. Ik heb geen flauw idee waar ik ben. Deze kamer heb ik nog nooit gezien. Ik zie enkele verjaardagskaarten staan op het tafeltje tegen de muur. Na een hele tijd heb ik door dat ik in een ziekenhuiskamer lig. Waarom? Geen idee. Er komt een verpleegster binnen die duidelijk niet had verwacht dat ik wakker zou zijn.

De verbazing in haar gezicht is best lachwekkend. "U bent wakker" is het eerste dat ze zegt. "U bent wakker" zegt ze opnieuw, deze keer luider en vrolijker. Ik knik en glimlach zwak. "Wat doe ik hier? En waar is Vince?" vraag ik. Even leek de verpleegster haar vrolijkheid te verdwijnen maar dat veranderde opnieuw snel. "Ik moet de rest laten weten dat u wakker bent" zegt ze opgewekt. En zonder mijn vraag te beantwoorden gaat ze de kamer uit.

Niet veel later komt er een andere verpleegster binnen. Ik glimlach even naar haar. Ze komt naar me toe en onderzoekt me helemaal. Ondertussen stelt ze me allemaal vragen waar ik makkelijk op kan antwoorden. "Waar is Vince?" flap ik eruit. Even lijkt ze in shock maar al snel verschijnt haar glimlach weer. "We hebben hem opgebeld, hij komt eraan." Ik glimlach bij de gedachte dat Vince onderweg is. Ik kan niet wachten om hem te zien.

Tijdens het wachten stel ik de verpleegster allemaal vragen waar ze maar geen antwoord op geeft. "Waarom lig ik hier? Wat is er gebeurd? Hoelang lig ik hier al? Wanneer mag ik naar huis?" Alleen op de laatste vraag geeft ze me een antwoord. "Dat zal nog even duren." En dat is het. Ik zucht en zak dieper in de kussens. Na enkele uren hoor ik stemmen op de gang. Ik kijk op en zie hem in de deuropening staan. Zijn blauwe ogen, zijn goudblonde haar.

Hij praat met een verpleger. "Vince!" roep ik. Hij kijkt me aan en rondt zijn gesprek met de verpleger af. Hij komt naar binnen en blijft even staan op afstand. "Camille...je bent wakker" zegt hij langzaam. "Dat heb je goed gezien. Weet jij wat er is gebeurd en wanneer ik hier weg kan? Iedereen doet super raar" zeg ik. Hij staart me aan en ik meen medeleven te herkennen in zijn ogen. "Wat?" vraag ik. "Niks. Het is gewoon...ik ben blij dat je wakker bent."

Ik weet niet wat het is maar Vince doet raar. Hij gaat zitten op de stoel naast mijn bed en blijft me aankijken. Maar niet op de manier zoals ik me herinner. Hij kijkt me niet aan met zijn verliefde blik die me doet smelten, hij kijkt me aan met een blik vol medelijden. En er is nog iets, maar ik kan mijn vinger er niet opleggen. Ik besef me net dat hij me sinds hij binnen is nog geen kus heeft gegeven. Ik wil zijn hand vastpakken maar die trekt hij weg. "Vince wat is er?" vraag ik.

OnbreekbaarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu