Drie seconden. Dat was hoe lang de stilte duurde. Lucile stond vastgevroren bij de deur en Melody stond half in de woonkamer. Achter haar lagen de mannen die ze met haar gave had neergehaald. Ze bewogen niet, maar drie seconden was niet lang genoeg om te controleren of ze nog leefden. Het was slechts genoeg tijd om een diepe ademteug te nemen, voor de chaos haar opnieuw omarmde.
Het geluid van voetstappen en een verre stem kwam haar tegemoet. Een man schoot langs Lucile heen. 'Naar buiten,' riep hij tegen haar. Het duurde even voordat Melody zijn gezicht als dat van meneer Wering herkende. 'Jij ook!' hij greep haar schouder vast en duwde haar richting de deur.
Ze struikelde over Stevens benen. Het enige wat haar val stopte was Lucile's sterke hand die haar vastpakte. Ze sleurde haar mee de nacht in. De kou overspoelde Melody als een waterval. De lichten achter de ramen van de huisjes hadden sterren en de silhouetten van mensen dansen als schaduwen om haar heen. Of ze moest vechten, wist ze niet.'Lucile, Melody,' brak een stem door de chaos. 'Hierheen!'
Waar het vandaan kwam wist Melody, maar Lucile sleurde haar mee het grindpad op. Langs druppels bloed en lege kogelhulzen.Hoeveel mensen waren er dood? Leefde Xavier nog? Tijd om na te denken kreeg Melody. Lucile bleef haar mee trekken. Het grint prikte in Melody's sokken. Met elke stap schoot er pijn door haar benen, maar ze durfde niet te stoppen.
Plotseling maakte de grond plaats voor beton en een deurpost. Het gele licht van een lamp verblindde haar. Een hand reikte naar haar schouder. 'Naar binnen, snel.' Het was Christine's stem die het zei.
Als een geest liep Melody verder door de gang. De muffe geur kwam haar tegemoet. Ze kneep harder in Luciles hand, want als ze los liet zou ze verdrinken in de zee van licht en geluid om haar heen.
'Ga zitten,' commandeerde Christine.
Het was alsof haar benen op dat commando hadden gewacht. Als doormidden geknapte luciferhoutjes zakten ze onder haar weg. Melody kroop ineen en perste haar ogen dicht. In de verte hoorde ze stemmen. Sommigen schreeuwend, sommigen pratend, maar er waren geen knallen meer. Was het voorbij?
'Melody, haal adem,' zei Lucile met een bevende stem. 'We zijn veilig.'
Ze probeerde te luisteren, maar het was alsof haar longen bladeren waren in de herfstwind. Trillende lucht stroomde in en uit haar longen. 'Z-zijn ze dood?'
'Wie?'
'Iedereen.'
'Nee,' zei Christine. 'Niemand is dood.'
Melody deed haar ogen voorzichtig open. Ze zaten in Lis kantoor. Het raam was afgeschermd met een stuk karton. Op de grond was een kleine bloedvlek te zien. Van wie het was wist ze niet. 'Ook niet de mannen?'
'Maak je daar maar geen zorgen over. Jullie hebben gedaan wat jullie moesten doen.' Haar blik verplaatste zich naar het pistool in Lucile's hand. 'Vind je het erg als ik dat even weg leg?'
Lucile schoof het haar richting uit en Christine legde het boven op een van de kasten. 'Zijn jullie gewond?'Melody haalde haar schouders op. Ze voelde geen pijn, maar er zaten rode krassen op haar armen.
'Alleen een paar schrammen,' zei Lucile. Ze ging wat dichter tegen Melody aan zitten. Haar lichaam was akelig koud. Melody sloeg haar arm om haar heen, in een poging haar warm te houden.
Er klonken voetstappen in de gang. Een paar seconden later stapte Mevrouw Demonett door de deur. 'Is iedereen hier oké?'
'Ze hebben hun gaven uitgeput, maar zijn niet gewond.'
Demonett knikte en knielde voor hen neer. 'Hier eet dit op.' Ze duwde een energiereep in Melody's hand en gaf er ook een aan Lucile.Melody nam een paar happen. Ze proefde de normaal zoete reep amper. Ze keek Lucile aan. Die staarde naar het voedsel in haar hand. 'Luc je moet het opeten.'
Lucile knikte zacht beet langzaam in de reep.
Melody trok haar dichter tegen zich aan. Ze wist niet of het was omdat ze Lucile wilde beschermen, of omdat ze bang was om haar kwijt te raken.
'Wat is er gebeurd?' Demonett keek hen aan. 'Wat wilden die mensen?''Wraak,' fluisterde Melody. Meer was het niet. Het ging niet meer om de dingen die ze wist, want bijna iedereen was dood. En een gevaar vormde ze ook niet. Hoe sterk haar gave ook was, je haalde er geen organisatie mee neer. Dit alles was slechts de poging van een kat om een vervelende muis dood te bijten.
Het was zinloos.
'Wat hebben jullie ooit gedaan dat ze zo ver gaan?' Mevrouw Demonett keek hen ongelovig aan. 'Gaat dit allemaal om Louis?'
Melody schudde haar hoofd. 'In het begin wel, maar nu al lang niet meer. Niemand geeft iets om hem. Dit doen ze alleen maar omdat ik een voorbeeld voor anderen ben.'
'Dit is waanzin.'
'Cindy, je hebt gelijk, maar die angst is niet onterecht.' Christine legde haar hand op de schouder van de docent. 'Kun je voor mij buiten de boel in goede banen leiden? Het terrein vrij stellen, de scène afzetten en... nouja, je weet wel wat je moet doen.'
'Natuurlijk, ik ga er mee bezig.' De vrouw dribbelde snel het kantoor uit.
Voor even was het stil, maar opnieuw niet voor lang. Het geluid van Christine's telefoon schalde door de ruimte.
Ze keek naar het scherm en nam direct op. 'Hallo Jacob, heb je al... Oh, je bent al op de hoogte?' Ze werd stil en keek hen Melody en Lucile aan. 'Hebben jullie geprobeerd om hulp te bellen?'
Melody knikte zacht. Haar telefoon lag waarschijnlijk nog steeds op de woonkamervloer.Christine leek opgelucht. 'Ja, ze zijn nu veilig. Ik probeer mensen hier zo snel mogelijk heen te krijgen, maar we zitten erg afgelegen.' Ze perste haar lippen op elkaar. 'Nee, dat moet ik overleggen. Geef me een momentje.' Ze stapte de ruimte uit.
Melody keek haar na. 'Waar hebben ze het over?'
Lucile haalde haar schouders op. 'Wat er gebeurd is en wat nu?'
'Waarschijnlijk.' Ze zuchtte. 'We zullen hier wel niet mogen blijven.'
'Als het wel kon, zou je dat dan willen?''Ik denk het niet, maar het is lastig dat alles nu opnieuw weg is.' Ze keek haar vriendin aan. 'Alles behalve wij.'
Lucile knikte zacht. 'Dat is het belangrijkste. Ik was zo bang dat ik je kwijt was.'
'Onkruid vergaat niet,' fluisterde ze.
'Dat was niet grappig.' Haar vriendin vouwde haar armen om haar heen. Er stond een kleine glimlach op haar bleke gezicht.
'Je lacht.'
'Misschien was het een beetje grappig,' gaf Lucile toe. Ze staarde naar de deur. 'Hoelang moeten we hier blijven zitten?'
'Geen idee. We kunnen weg als je wilt.'
'Alleen als jij dat ook wilt.'
Melody glimlachte zwak. 'Niet echt, maar we kunnen hier niet voor altijd blijven zitten.'
'We doen het samen.'
Melody knikte zacht en legde haar hand in die van Lucile. Samen ze op en liepen naar de deur van de stoffige kamer. Het was aangenaam stil in het gebouw. Als een geest volgde Melody haar vriendin de lege gang in. De vingers van haar vriendin waren het enige wat nog levend voelde.
Christines stem kwam vanuit een van de kantoortjes. Ze leek nog steeds te bellen. Melody kon haar woorden niet verstaan, maar de emotie in haar stem was onmisbaar. Ze was net zo geschrokken als zij, alleen wist ze het beter te verbergen.Lucile liep verder, haar voetstappen echoden door de stille gang. Vlak voor de voordeur pauzeerde ze. 'Durf je het aan om naar buiten te gaan?'
Melody knikte, al wist ze het niet zeker. Ze wist niet of ze het ooit nog zou durven. Maar ze wilde weten of Xavier oké was en ze wilde zeker weten dat niemand anders gewond was. Ze zou er spijt van krijgen als ze kamp Weltsende verliet zonder nog een laatste blik op hun huisje te werpen. Ze wilde niet dat haar laatste herinnering van deze plek het geluid van pistoolschoten was. Dus duwde ze het handvat naar beneden en accepteerde ze de wereld die ze achter de deur zou aantreffen.
JE LEEST
Schim & schaduw | Deel 3
FantasyWaar kan je heen, als zelfs de duisternis niet meer veilig is? Melody Summers vreest voor haar leven, wanneer ze in de handen valt van degenen die haar al maanden lang achtervolgen. Zelfs haar duistere gave kan haar niet meer redden uit de schrijne...