Hoofdstuk 30 - Vlucht door de nacht

59 9 1
                                    

Ze zouden hen niet naar het Niverium laten gaan, besefte Melody toen Christine het vliegveld opreed en op de personeelsparkeerplaats stopte. Gingen ze eigenlijk wel naar huis? Wat was huis eigenlijk nog? Melody durfde niet bij haar ouders op de bank te zitten, terwijl mensen haar dood wilden hebben. Dat gevaar wilde ze niet naar hen toe brengen. Niet dat de mensen van het CCNG haar naar hen toe zouden laten gaan.

Melody duwde het portier open en stapte de nacht in. Het was nog steeds ijzig koud. Ze wisselde een blik met Lucile en liep het terrein op.
Ze liepen om een gebouw heen, naar een grasveld met een betonnen vierkant in het midden. Er stond een zwarte helikopter geparkeerd. Melody keek er met grote ogen naar.

'Een helikopter?' Ze was niet meer naïef genoeg om het gaaf te vinden. De enige reden waarom het CCNG een helikopter stuurde, was dat ze een vliegtuig te gevaarlijk vonden. 'Denken jullie echt dat ze een vliegtuig uit de lucht zouden halen om mij dood te hebben.'

'We kunnen geen enkel risico nemen.' Christine liep over het donkere terrein.

'Wat denken ze wel niet dat ik ben.' Melody stapte met zware benen naar de helikopter toe.

'Ze zijn bang voor je. Angstige mensen maken vreemde beslissingen.'

'Zijn ze zo panisch dat dit nodig is?' Ze pauzeerde en keek naar Christine om. De brok in haar keel was zo groot dat het voelde alsof hij haar luchtpijp dichtkneep. 'Wat denken ze dat ik ga doen? Dat ik het Niverium in ren en iedereen die op de lijst staat dood?'

'Ik weet het niet Melody.' Christine stapte naar haar toe. 'Misschien is het niet nodig, maar we willen je niet kwijt raken. Dus stap maar snel in.'

'Gisteren waren jullie daar nog niet bang voor.' Ze wende haar blik af.

'Laten we gaan Melly,' fluisterde Lucile.

'Sorry.' Ze perste haar lippen op elkaar en stapte in.

Een van de twee personen die voorin zat, een vrouw met orangje krullen, overhandigde hen beiden een headset. Ze zei wat, maar Melody verstond haar niet, want de wieken begonnen te draaien. Snel plaatste ze de koptelefoon op haar hoofd.
De man gaf hen een knikje en zei wat in zijn eigen headset. Er klonk gekraak en een mechanische stem. Toen maakte de helikopter zich los van de grond. In snel tempo verdween het vliegveld onder hen. Hoger en hoger stegen ze op, tot ze boven de stad vlogen. De donkere straten met hun lantaarnpalen en kleine autotjes zagen eruit als een miniatuur model. Het was mooi, maar dat gevoel voelde zo misplaatst. Ze zou hier niet van mogen genieten.
Melody keek met een trieste glimlach uit het raam. Het licht van de stad maakte abrupt plaats voor een inktzwarte duisternis toen de helikopter over het water kwam. De lucht ontsnapte uit Melody's longen. Gedesoriënteerd keek ze terug de helikopter in. De ogen van de piloot waren op het scherm voor hen gericht. Hij leek te weten wat hij deed.

'Vind je het eng?' Lucile schonk haar een zwakke glimlach.

'Nee,' zei ze zacht. 'Maar het is vreemd om in het donker te staan als je het zelf niet veroorzaakt.'

'Je ogen wennen vanzelf aan de nacht,' zei de vrouw voorin.

'Dat weet ik.' De duisternis was haar niet onbekend. Toch was ze er diep van binnen nog steeds een beetje bang voor. Maar misschien was dat niet verkeerd. Melody wilde niet te veel van het donker leren houden. Ze wilde altijd onthouden wat de kracht die in haar handen lag, echt was. Het was adembenemend mooi, maar ook overweldigend sterk en verstikkend.

'Het is niet veel donkerder dan gisteravond,' lachte Lucile. 'Dat uitzicht was ook zo.'

Melody grinnikte zacht. 'Dat is waar.'

'Als jullie nou een paar uur later waren geweest had ik jullie de zonsopkomst vanuit de lucht kunnen laten zien,' grapte de piloot. 'Ach ja, misschien de volgende vlucht.'

Schim & schaduw | Deel 3Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu