Het was halverwege de middag toen Melody en Lucile naar Tristia's kantoor werden geroepen. Wat nerveus liep Melody de ruimte in. Ze ging stoel bij de boekenkast zitten.
'Goedemiddag,' zei Tristia. Haar gezicht toonde weinig emoties. Was dat omdat ze slecht nieuws had?
'Hallo,' Lucile ging naast Melody zitten en keek de vrouw aan. 'Weten jullie al iets?'
'Ja, daarom wilde ik jullie spreken. Ik heb met mijn collega's overlegd en we hebben besloten dat we jullie een functie aan kunnen bieden.'
Hoorde ze dat goed? Melody kon haar verbazing amper verbergen. Was dit echt aan het gebeuren? Ze had geen eens een diploma.
'Er zitten wel wat dingen aan vast. Jullie zijn nog wat jong, hebben geen rijbewijs en amper training gehad, dus we willen een paar maanden nemen om jullie te trainen en als het van beide kanten bevalt en jullie achttien zijn, kunnen we een contract opstellen. Wat vinden jullie ervan?' Tristia's mondhoeken kropen omhoog.
Een nerveuze kriebel vulde Melody's maag. Ze wilde dit, maar ze vond het eng om dat te zeggen. Als ze ja zei, gingen ze dit echt doen. Dan was dit haar nieuwe leven. Was ze er wel klaar voor?
Wat was het alternatief? Terug naar het einde van de wereld? Zichzelf verstoppen tot dit voorbij was?
Dat wilde ze niet. Maar waarom was ze dan bang?
Omdat ze vroeger altijd gerend had.Omdat zichzelf verstoppen veilig was geweest.
Omdat ze nooit had gedacht een kans te maken.
En ze had het altijd fout gehad.
Ze keek Tristia aan. 'Ik wil het proberen.'
'Dan gaan we dat doen. Wat zeg jij Lucile?'
'Ik denk niet dat het mijn plaats is.' Lucile glimlachte triest. 'Als ik moet blijven om Melody te helpen doe ik dat, maar anders niet.'
'Dat is een verstandig besluit.' Tristia glimlachte terug. 'Dan gaan we voor jou iets anders regelen. Jacob vertelde me dat hij eventueel een plekje bij een afgelegen vestiging van de Niverials heeft. Het is vooral rustig werk en ze hebben weinig met het hoofdkantoor te maken. Zie je dat wel zitten?'
'Dat klinkt beter.'
'Je hoeft het niet direct te bepalen. Neem even de tijd.'
'Nee, ik denk dat we beiden onze keuze al hebben gemaakt.' Lucile's vingers vouwden zich in die van Melody.
Melody keek haar aan en knikte. Hier gingen hun wegen uit elkaar. Voor hoe lang en of ze elkaar ooit nog zouden zien, durfde ze niet te zeggen. Maar ze hadden vaker zonder elkaar overleefd en ditmaal konden ze nog gewoon bellen.
Tristia knikte en maakte een snelle notitie. 'Dan ga ik het aan mijn collega's doorgeven. Ik denk dat ze willen dat je zo snel mogelijk vertrekt Lucile. Dan is de kans dat je gevolgd wordt minder groot.'
'Over hoeveel uur?'
'Dat durf ik niet te zeggen, maar ik denk zodra het donker wordt.'
'Dan hebben we nog een zonsondergang,' Lucile keek Melody aan en glimlachte.
Melody lachte terug, al voelden haar mondhoeken zwaar. Ze wilde haar vriendin niet laten gaan. Ze wilde haar hier houden en samen tegen de wereld vechten. Maar ze wilde haar ook niet vasthouden en het gevaar in sleuren. Ze wilde haar niet een volgende kogelregen in trekken. Soms was het liefde om iemand te laten gaan, hoeveel pijn het ook deed.
'Dan zal ik jullie maar snel laten gaan.' Tristia opende de deur. 'De details bespreken we later wel.'
'Bedankt.' Melody kwam overeind en trok Lucile zachtjes met haar mee. 'Zullen we het hoogste punt zoeken?'
Lucile knikte en liet zich meer voeren. Samen liepen ze de gangen door. Ze klommen de trappen op en haasten zich langs kantoren tot ze boven in het gebouw stonden. Voor een groot raam kwamen ze tot stilte.
Melody keek Lucile aan. 'Gaan we naar het helikopterplatform of blijven we hier?'
'Ik vind het hier fijn,' besloot Lucile. Ze klom op de vensterbank. 'Hier is het warmer.'
'Dat is waar.' Melody ging tegenover haar zitten. Haar voeten botsten tegen die van haar vriendin. 'Dit voelt vreemd.'
Lucile knikte zacht. 'Ik haat het, maar het voelt ook alsof het het juiste is.'
'Ja precies. Ik wil je niet laten gaan, maar we kunnen elkaars hand niet rustig vasthouden zolang dit nog gaande is.'
'Ja, al zijn we straks wel heel ver weg.' Lucile zuchtte zacht en keek uit het raam.Melody volgde haar blik. De lucht had een roze kleur. De laatste zonsondergang was akelig dichtbij. 'We kunnen bellen en appen. Het is anders, maar dit hoeft niet het einde van ons te zijn.'
'Dat weet ik, maar het is wel het einde van zoveel andere dingen en ik weet niet of ik er klaar voor ben.'
'Ik ben ook bang, maar we zijn maar mensen, hè?' Melody glimlachte en stak haar hand uit.
Lucile's vingers vouwden zich om die van haar. 'Dat is waar en we zijn zoveel sterker dan we ooit waren.'
'Precies. Misschien kunnen we dit en anders hebben we het in elk geval geprobeerd.' Melody's ogen dwaalden naar de zonsondergang. De lucht werd als maar kleurrijker en toch leek het alsof de gang steeds donkerder werd. Morgen zou ze beginnen met vechten. Dan zou ze doen wat Ricky van haar gevraagd had en het onvermijdelijke einde tegemoet treden. Maar voor nu was Lucile er nog heel even. Dus kneep ze in haar hand en keek ze hoe de kleuren op haar bleke huid reflecteerden. Haar vriendin was veel mooier dan de zonsondergang.
Luciles ogen dwaalden van haar naar de lucht en weer terug. De glimlach op haar lippen groeide alsmaar breder.
'Je lijkt niet bang,' fluisterde Melody zacht.
'Ik ben doodsbang,' antwoordde ze. 'Maar Melly, dit is het einde niet. Dit is waar het begint.'
JE LEEST
Schim & schaduw | Deel 3
FantasyWaar kan je heen, als zelfs de duisternis niet meer veilig is? Melody Summers vreest voor haar leven, wanneer ze in de handen valt van degenen die haar al maanden lang achtervolgen. Zelfs haar duistere gave kan haar niet meer redden uit de schrijne...