Hoofdstuk 6 - Wervelende nacht

69 10 0
                                    

Melody's duisternis verstikte het licht van de lampjes die in het dak van de bus zaten. Schreeuwende stemmen en paniekerige fluisteringen vermengden zich tot golven van chaos. Paniekerige gezichten schoten langs Melody heen, terwijl ze door het gangpad rende. Het luide bonzen van hart leek alles te overstemmen. Als ze niks deed, ging iedereen dood. Dan ging Lucile dood.
Hadden deze mensen enig idee waar ze hen in had meegesleept? Haar ogen zochten door de rook naar mevrouw Demonett, maar Melody kon haar niet vinden. Dit moest ze zelf doen. Ze was was niet naar het einde van de wereld gevlucht om alles nog eens te herhalen. Dit zou niet het einde zijn.

Melody duwde tegen de busdeur. Met een luide sis schoot hij los. Haar schaduwen stroomden direct de nacht in. Ergens achter haar riep een stem haar na, maar de woorden gleden langs haar heen. Haar ogen scanden door het duistere landschap. Op de weg voor hen stond een zwarte auto geparkeerd. Er zat niemand achter het stuur. In plaats daarvan zag ze de silhouetten van mensen uit de bomen komen.
Melody nam ze in zich op. Hun donkere kleren en bivakmutsen vertelden precies waarvoor ze hier waren. Alleen hadden ze een inschattingsfout gemaakt. Ditmaal was ze niet machteloos. Haar handen waren niet geboeid en ze stonden midden in een ijskoude nacht. Haar nacht. Zij was de duisternis en als ze Lucile wilden aanraken, moesten ze dwars door haar heen.

De schaduwen verspreiden zich in snel tempo over haar lichaam. Ze dansden over haar schouders en wikkelden zich rond haar nek. Vermoord ze, sisten ze in haar oor.
Haar zwarte ogen focusten zich op de mensen die haar richting uitkwamen. De voorste was een groot figuur met een glinsterend voorwerp in zijn handen. Nu hij dichterbij was, zag ze dat zijn jas niet zwart was, maar donkerblauw.

'B-blijf staan,' zei ze zachter dan ze wilde. Ze stond haar gave toe om het bos in te stromen. Donkere rook gleed als een nevel tussen de bomen door. 'Ik ben niet bang voor jullie,' zei ze. Haar gave trok de trilling uit haar stem. Alsof ze het meende.
'Ga aan de kant meisje,' commandeerde de man. Hij hief het voorwerp in zijn hand. Het was een groot keukenmes.
Een kleine glimlach verscheen op haar gezicht. Dat was niet het wapen wat ze verwacht had. Hij was duidelijk niet op de hoogte van hoe haar gave werkte. 'Je wilt niet met me vechten,' waarschuwde ze de man. 'Dus laat dat vallen.'

'Echt?' Zijn lippen vormden een glimlach. Hij keek kort naar de anderen die langzaam dichterbij stapten.

Ze bewoog haar handen naar voren. Direct schoten haar schaduwen naar voren.
Geschrokken zette hij een stap naar achter. De duisternis gleed langs hem heen en zorgde ervoor dat de anderen niet meer zichtbaar waren.

'Oh je kent een paar trucjes.' De man stapte dichterbij. Hij hield het lemet haar richting uit. 'Maar ik ook. Als ik jou was zou ik heel snel aan de kant gaan.'

Instinctief bewoog Melody naar achter. Ze hield haar met schaduw bedekte handen voor haar uit. 'Mij mag je hebben, maar van hen blijf je af. Ze hebben hier niks mee te maken!'

Ze keek om naar de bus die nog steeds op dezelfde plek stond. Waarom deed niemand iets? Er waren toch docenten bij? Als dit een niverial opleiding was, wist toch wel iemand hoe hij moest vechten?

De man kwam vlak voor haar tot stilstand. Net buiten het bereik van haar schaduwen. 'Meisje, ik waarschuw je nog een keer. Ga aan de kant.'

'Daag me niet uit,' kaatste ze terug. Ze zette nog een stap zijn richting uit. Ze waren amper twee meter van elkaar verwijderd.

Voordat ze nog meer kon zeggen schoot een koude sensatie door haar hoofd. Ijspegels leken door haar hersenen te schieten. Met hen drong een vrouwenstem naar binnen. 'Stap opzij.'

'Ga uit mijn hoofd,' riep Melody. Ze voelde hoe haar geest van haar lichaam werd getrokken. Beelden schoten voor haar ogen langs. Opnieuw stond ze in de met rook gevulde hal bij Louis. Ze zag de kamer met de dierenkoppen en hoorde zijn stem. Melody wist dat ze tegen de herinneringen moest vechten. Ze zou zich op iets anders moeten concentreren, maar dat deed ze niet. In plaats daarvan focuste ze zich op het geweer dat door de lucht naar Louis grote handen vloog. Ze concentreerde zich op de woorden en de geamuseerde uitdrukking op zijn gezicht. Opnieuw klonk het geluid van pistoolschoten in haar hoofd.
De kou rukte aan haar herinneringen, weg van de kamer, maar Melody stond het de vrouw niet toe. Zij had ervoor gekozen om haar hoofd binnen te dringen, dan zou ze zien wie ze had uitgedaagd.

Schim & schaduw | Deel 3Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu