Hoofdstuk 27 - Welkom thuis

52 12 2
                                    

Het duurde ruim een uur voor het hekwerk van kamp Weltsende tussen de bomen zichtbaar werd. In het licht dat van de gebouwen afkwam was het silhouet van een man te zien. Hij liep richting de poort.

'Hoe laat is het?' Melody keek Lucile aan.

'Twee over tien, dus het valt wel mee.'

Lex ogen werden groot. 'Ze gaan het hek zo dicht doen.'

'Oh nee, dat wordt rennen.' Xavier keek de groep rond en versnelde zijn tempo.

Melody knikte en sprintte naar het hek. 'Wacht!'

De man bij het hekwerk keek verrast op. Hij liet de sleutelbos in zijn handen zakken. 'Jullie zijn laat.'

'Ik weet het, sorry.' Ze glipte door het hek. 'Het liep uit.'

'Waar zijn jullie geweest?' Hij keek hen met spleetogen aan. Zodra iedereen de poort door was, sloot hij het hek.

'De vuurtoren,' zei Lucile met een glimlach.

'Welke vuurtoren?' Hij schudde zijn hoofd.

Lex stapte naar voren. 'Die aan de andere kant van Weltsende. We dachten dat het uitzicht mooi zou zijn, maar het stelde niet zoveel voor.'

'Oké, laat het niet nogmaals gebeuren.' Hij draaide het slot dicht.

'Nee, het spijt ons.' Lex draaide zich om. 'Ik weet niet wat jullie gaan doen, maar ik ga slapen.'

'Wij ook,' zei Lucile. 'Tot morgen.'

'Tot morgen.'

'Dat was geweldig,' zei Lucile toen ze in hun huisje stonden. Ze hing haar jas op de kapstok. 'Maar ik ben echt op.'

'Het was een lange dag. Als je wilt mag je wel eerst douchen. Ik wil nog een kop thee drinken.' Ze liep naar de keuken en klikte de waterkoker aan.

'Bedankt.' Lucile glimlachte en pakte een handdoek, waarna ze naar hun kleine badkamer in stapte. Even later klonk het geluid van stromend water.

Melody ging op de bank zitten en keek naar het donkere landschap buiten hun raam. Het was een vreemde avond geweest. Een goede, maar nu zat haar hoofd vol en haar hart bonsde nog steeds luid. Het was alsof ze alles tegelijk voelde. Ze was enthousiast en vrolijk, maar ook doodsbang. Lucile en zij waren nu echt een ding en ze wilde niets liever, maar als anderen dit door kregen dan zouden ze haar vriendin tegen haar gebruiken.
Lucile zou geen pion moeten zijn in dit vreselijke spel, maar ze was het al lang geworden. Melody perste haar lippen op elkaar. Ze kon Lucile niet beschermen. Ze kon alleen hopen dat ze elkaar niet kwijt zouden raken. Misschien moest ze proberen het los te laten. Ze kon dit niet veranderen. Alleen wist ze niet hoe ze haar gedachten tot stilte kon manen.
Ze sloot haar ogen en luisterde naar het zachte geluid van de douche. Lucile neuriede zacht een vrolijk deuntje. Het duwde de chaos in haar hoofd langzaam weg. Langzaam sukkelde ze in slaap.


Toen Melody haar ogen weer open deed was de woonkamer donker en liep de douche niet meer. Er rustte een deken op haar benen. Lucile moest die daar neer hebben gelegd.
Hoe laat was het eigenlijk? Ze zocht met haar vingers naar haar telefoon toen ze een zacht gekraak hoorde. Het kwam van de deur.
Was er iemand hier? Haar hartslag schoot omhoog. Bevroren bleef ze zitten. Nogmaals klok er gekraak, vergezeld met een zachte fluistering. Een rilling trok over haar rug. Ze waren hier om hun werk af te maken. Dit was waar ze al die tijd bang voor was geweest.
Nee, misschien was het gewoon de wind. Ze verbeeldde zich dit. Dit was niet echt.
Eindelijk vonden haar vingers haar mobiel. Ze pakte het apparaat en klemde het tegen haar lichaam. Onder de deken keek ze naar het scherm. Moest ze iemand bellen? Konden ze nog iets voor haar doen?
Dit moest een droom zijn. Dit kon niet echt zijn. Ze weigerde hier te sterven.
Melody haalde langzaam adem en keek naar haar scherm. Ze kon Jacob niet voor niks bellen, ze was gewoon in paniek. Ergens in haar achterhoofd hoorde ze Jacobs woorden. "Jullie mogen me op elk moment bellen." Dit was dat moment.
Met bevende vingers zocht ze het nummer van Jacob op. Ze drukte op de groene toets en luisterde naar de pieptonen. Haar ogen schoten paniekerig door de kamer. Een schaduw bewoog langs het raam. Even dacht ze het wazige gezicht van een man te zien. Misselijkheid overspoelde haar. Ze gingen haar vermoorden. Schaduwen wikkelden zich om haar vingers. Ze kwam overeind en liep als een geest door hun huisje. Ze moest Lucile wakker maken. Ze moest iets doen. Ze konden hier niet sterven.

Schim & schaduw | Deel 3Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu