5. John Carters dood

25 4 0
                                    

Kyle had de auto geparkeerd in een donker steegje, het was zo'n typisch steegje waar ik ook vandaan kwam. Donker, koud een plek waar de zon nooit scheen. Door zijn geschiedenis, of door wat er gebeurd op zo'n plek.
'Ik ga even naar binnen om te zien of hij hier is. Wacht jij hier maar.' Hij opende de deur maar ik greep hem vast bij zijn arm.
'Waar ga je heen? Kan ik niet mee?' Kyle glimlachte scheef.
'Als je zin hebt om je maagdelijkheid te verliezen moet je vooral meegaan.' Hij lachte maar ik keek hem kwaad aan.
'Ik kijk alleen heel even of hij hier is. Ik ben voor je het weet terug.' Ik liet zijn arm los en hij klapte het zitgedeelte van zijn stoel omhoog. Onder zijn stoel waren geweren en pistolen te vinden. Hij pakte een makkelijk model die klein was en goed was om in de hand te houden.
'Waar heb je die voor nodig?' Kyle stopte het in zijn broek en hij liet zijn shirt en jas erover heen vallen.
'Zelfverdediging.' Hij klapte de stoel weer terug dicht en hij gooide de autodeur daar vlak achteraan dicht. Ik bleef stil zitten in de auto en ik zag hoe hij het gebouw in ging. Het gebouw had een gammele rode deur waar de verf vanaf aan het bladeren was. Kyle kreeg de deur snel open en hij ging direct naar binnen. Ik wachtte, ik kon niets horen en niets zien. Ik bekeek de ruimte in de auto en ik vroeg me af of er nog meer wapens verstopt waren. Ik opende een ruimte voor bij mijn voeten en zag kartonnen doosjes met kogels liggen. Ik pakte er een op en bekeek het type kogel. Opeens zag ik in mijn ooghoek een beweging voor bij de auto. Ik gooide het doosje terug in de la en drukte het dicht met mijn voet. Kyle kwam snelwandelend richting de auto gelopen. Hij opende de auto deur en kwam zitten, hij startte de motor en reed recht door.
'Hij kan nu elk moment het gebouw verlaten en naar de bar toe lopen.' De bar was dichtbij want we reden er al vlug langs. Kyle parkeerde de auto een eindje verder op en hij leunde naar achteren met zijn arm en schouder om iets op de achterbank te grijpen. Hij opende de la voor mij die ik net nog geopend had en hij zocht naar nieuwe kogels. Hij herlaadde het geweer en overhandigde het ding aan mij.
'Nu komt stap twee.' Ik pakte het ding van hem aan en ik keek hem vragend aan.
'Stap twee?' Ik voelde hem aankomen, maar ik wilde het zeker weten. Of misschien, misschien wilde ik het wel niet weten. Misschien was het beter geweest als ik het niet wist. Ik keek naar het geweer. Het deed me denken aan vroeger.

Toen ik acht jaar oud was bracht ik het meeste tijd door met mijn moeder. Ik vroeg nooit veel aandacht van mijn vader maar hij erkende mijn bestaan. Het zou zoiets vanzelfsprekends moeten zijn, maar dat was niet zo in mijn geval. Op een dag besloot mijn moeder een dag weg te gaan. Ik kan me niet meer herinneren waarom maar mijn vader en ik waren het enige die in het huis waren die dag. Toen ik die ochtend naar beneden kwam om te zien dat mijn moeder er niet meer was had mijn vader ontbijt voor me gemaakt. Het was zoiets vreemds voor mij om te zien toen der tijd. Hij nam me mee naar de oude houten schuur waar hij zijn wapens had opgeslagen. Hij sprak met weinig woorden maar hij vertelde me dat ik een van de wapens uit mocht kiezen. Ik koos een van de grootste geweren die hij had. Hij nam me toen mee in zijn truck naar de woestijn waar hij me leerde schieten. Hij had een doelwit meegenomen waar ik op leerde richten. Ik schoot vaak mis maar op een keer schoot ik raak. Ik keek hem vragend aan. Opzoek naar zijn goedkeuring. Hij glimlachte naar me. Dat was een van de laatste keren dat ik hem zag glimlachen. Daarna vonden hij en mijn moeder drugs uit. Mijn vader werd er agressief door maar mijn moeder bleef lief tegen me.
Het was een middel waarvan ik had gehoopt dat het nooit was uitgevonden.

Mijn blik stond nog steeds op het geweer gericht.
'Ik moet hem vermoorden.' Het was geen vraag meer, het was een bevestiging. Ik gunde Kyle geen blik. Hij was een bijna-gepensioneerde huurmoordenaar en ik moest zijn plek vervangen. 
'Zijn vrouw heeft naar meneer B gebeld met als vraag of een van ons haar man wil vermoorden.' Kyle zei niets. Dus het was waar. Er was geen reden om te zwijgen als ik ongelijk zou hebben.
'Stap uit. Ga achter het muurtje staan.' Ik voelde mijn handen zweten zodra ik uit de auto stapte. Ik ging staan waar Kyle me had verteld te staan en ik keek om het hoekje om te zien of hij eraan kwam lopen. Ik zag van een groot verte hem aankomen lopen en direct veranderde ik van gedachten. Ik schudde mijn hoofd en liep een stukje terug naar de auto, daarna twijfelde ik weer. Terug naar de muur, nee, toch niet. Ik kon het niet. Dit was niet goed, dit was misselijkmakend. Ik liep naar de auto en stapte in. Kyle keek me ongelovig aan.
'Hey, ga terug, hij komt er zo aan.' Ik schudde mijn hoofd en ik keek hem kwaad aan.
'Nee, doe het zelf.' Ik duwde het handgeweer op zijn schoot.
'Nee, ik mag het niet doen, je moet het zelf doen.' Hij overhandigde me het geweer en ik keek hem aan. Hij bleef stokstijf zitten toen hij voorbij zag lopen. Hij liep langs de auto af en keek niet een keer verbaast naar binnen. Kyle keek me aan.
'Nu moeten we wachten tot dat hij naar buiten komt.' 

Het was twee uur verder en Kyle leerde me hoe ik het geweer het beste kon vasthouden en hoe ik moest richten. Ik bleef met een ongemakkelijk gevoel in mijn buik zitten op de bijrijdersstoel. 
'Er komt iemand.' Hij had het raam van de auto open gezet zodat hij voetstappen kon horen.
'Ga klaar staan.' Door alle adrenaline in mijn lijf opende ik de autodeur en liep ik terug naar het muurtje waar ik eerder stond. Mijn handen trilde en ik hield het geweer vast in een hand. Ik keek zo onopvallend mogelijk om het hoekje. Het was hem niet.  Ik drukte mijn rug tegen de muur aan en ik haalde opgelucht adem. Het was hem niet. Ik opende mijn ogen en ik zag Kyle naar me seinen. Ik schudde mijn hoofd. Kyle keek met een verbaasde blik in zijn ogen naar me. 
Een vrouw kwam voorbij gelopen en door hoe donker het was zag ze me niet. Ze liep de straat over en verdween achter een andere muur. Haar voetstappen werden als maar zachter. 
Opeens hoorde ik een deur verder op dichtslaan en klonken er stemmen. 
Twee mannen praatten met elkaar en na een tijd klonk hun afscheid en kwam een dichterbij. Hij hoestte een paar keer en zijn stappen klonken luid op het asfalt. Ik keek om het hoekje en toen zag ik hem in het vage licht. Ik trok me spoedig terug achter de muur en mijn hart ging tekeer. Ik kon dit toch niet? Ik laadde het geweer en haalde heel diep adem. Ik probeerde zo rustig mogelijk te blijven terwijl ik wachtte tot dat hij dicht bij genoeg kwam. Ik draaide me om en zette het geweer in zijn juiste positie. Ik legde mijn vinger op de trekker en ik hoorde de voetstappen als maar harder worden. Mijn hartslag ging te hoog om me nog helder te kunnen focussen. Zodra ik zijn schaduw achter de muur waar ik stond zag komen slikte ik eens goed. De schaduw gleed voor me voorbij en ik wist dat er aan die schaduw een mens zat. De vraag was alleen wanneer die zou komen. Ik hoorde hem een vrolijk deuntje neuriën maar mijn gedachten stonden stil. Zodra ik zijn lichaam voor bij zag lopen, zo zorgeloos en zonder verwachtingen richtte ik het geweer op hem en haalde ik de trekker over. De eerste kogel kwam in zijn rug terecht en ik schoot nog een aantal keer om ervoor te zorgen dat hij dood was. Hij viel niet meteen op de grond. Dat was wel iets wat ik verwachtte. Zijn hand greep naar de achterkant van zijn rug en hij liet zijn vingers glijden over het gedeelte waar ik geschoten had. Hij slofte met zijn voeten en hij draaide zich om naar mij toe. Geshockeerd staarde ik hem met net zoveel angst in mijn ogen als hij aan. Het licht was vaag en ik zag zijn gezicht niet goed. Toen zakte hij door zijn knieën heen en liet hij zichzelf op de grond vallen. Zijn lichaam had stuiptrekkingen en het duurde lang voordat hij stopte met bewegen. Mijn hele lichaam begon te trillen zodra ik het zag gebeuren. Kyle opende de deur en hij startte de motor. 
'Tristan.' Zei hij hard op en ik liep met knikkende knieën richting de auto. Ik stapte in en alles voelde als een waas. Ik wist niet waar ik was, wie ik was en wat ik zojuist gedaan had. Kyle draaide de auto met een ruk om en hij reed de straat uit. Ik haalde onverschillig adem en liet het geweer voor mijn voeten op de bodem van de auto vallen. Mijn benen trilde vluchtig op en neer en mijn vingers waren niet meer duidelijk te zien door de tranen die in mijn ogen ontstonden.
'Ik heb hem vermoord.' Zei ik op een ontzettend zachte toon en ik keek Kyle geschrokken aan.
'Ik heb hem vermoord.' Zei ik dit keer harder. Kyle zijn gezicht was serieus en hij verrekte geen spiertje om ook maar iets wat leek op een emotie te laten zien. Ik begon in de war te raken over mijn eigen daden en ik keek hem aan alsof ik een geest zag. Wie weet zag ik zijn geest wel.
'Hoor je me wel?! Ik heb hem vermoord!'
'Ja! Ik hoor je!' Ik schrok door Kyles plotselinge geschreeuw. De tranen maakte rivieren over mijn wangen heen en ze drupte via mijn kin naar beneden.
'Ik heb hem, i-ik heb hem vermoord.' Ik pakte het geweer terug op.
'Ik verdien het niet om te leven.' Kyle liet een hand van het stuur los en hij greep het geweer uit mijn handen en hij gooide het geweer naar achteren.
'Nee.' Zijn stem klonk zwaar. 'Niemand verdient het om te leven.' 


Geschreven: 01|02|2024

Beter af AlleenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu