8. Het ging gewoon om geld

20 3 0
                                    

Zijn ogen keken van mij naar de stoel die ik net zo snel mogelijk dichtklapte.
'Een lift?' Vroeg ik verbaast, zo eentje had ik er nog nooit meegemaakt.
'Het maakt me niet echt uit waar je heen gaat, maar ik moet hier weg.' Het was hem echt, hij had een donkergroene rugzak en hij keek me geduldig aan.
'Ik ben onderweg naar Texas,' loog ik 'je kan wel een stukje meerijden.' Dit leek me beter dan wachten tot dat hij in een andere auto instapte. Hij had mijn truck nu toch al gezien en het zou duidelijk zijn als ik hem zou volgen. Hij glimlachte.
'Ja, prima.' Hij maakte de deur dicht en liep om de truck heen om in te stappen. Ik keek nerveus voor me uit. Dit was niet de bedoeling. Ik startte de auto en begon te rijden. Ik had geen idee waar ik naartoe zou gaan rijden. Opeens dacht ik aan de woestijn waar mijn vader me altijd heen bracht. Er waren daar bijna geen mensen en als Emil gek genoeg zou zijn om zolang bij mij in de auto te blijven zitten dan waarom ook niet? Al zou het raar worden aangezien het een heel lang stuk rijden is.
'Ik ben Emil trouwens.' Zei hij met een vrolijk, opgewekte stem. Zou hij mijn geweren net niet hebben gezien? Ik knikte kort.
'Tristan.' Mompelde ik. Ik had geen flauw idee wat ik moest zeggen, maar wat kon je zeggen tegen een van je doelwitten? 
'Nou, leuk je te ontmoeten Tristan.' Hij glimlachte, ik kon het horen aan zijn stem, hij was vrolijk, opgewekt. Ik had hier geen tijd voor, ik kon hem beter meteen door het hoofd schieten. 
Nog nooit eerder had ik daadwerkelijk contact gemaakt met een van mijn opdrachten. Want het enige moment waarop ik contact met ze had, was wanneer ik ze door het hoofd schoot, of door de rug, door hun borst. Waar ik snel bij kon. Nu maakte ik geen schijn van kans. Hij had op een militaire school gezeten, hij had iemand neergeschoten, hij kon terugvechten. Nee, het moest een verrassingsaanval zijn.

'Heb je ooit eerder iemand mee laten rijden?' Ik keek hem aan, hij keek nieuwsgierig, oprecht geïnteresseerd.
'Soms, hangt af van mijn humeur.' Hij glimlachte naar me, speels, jong, vrolijk. Ik negeerde hem en ik keek weer naar de weg. Het was een donkere landweg waar geen lantaarnpalen stonden, ik had de koplampen fel aanstaan zodat ze het meeste verlichtte waar we langs reden. Het was raar. De sfeer tussen ons was raar, het was stil, ongemakkelijk.
'Dus, Tristan, waarom ga je naar Texas?' Ik dacht even na.
'Voor werk.' Opeens besloot ik het gesprek op gang te brengen.
'En jij? Waarom reis jij met vreemden mee?' Hij grijnsde.
'Waarom laat jij vreemden mensen in je truck?' Ik kon het niet laten om een klein lachje te laten horen. 'Nou, zover ik weet zien kidnappers er iets ouder en lelijker uit.' Hij trok zijn wenkbrauwen speels omhoog.
'Nou dankjewel.' 
'Niet per se, een compliment.' Voegde ik er aan toe. Ik was niet bereid om bevriend met hem te raken maar een klein gesprek kon geen kwaad.
'Nou, ook niet per se een belediging.' Hij bekeek het van de positieve kant. Het was weer stil voor een tijdje, je hoorde het geluid van de auto die reed over de slecht aangelegde weg suizen door de auto een.
'En hoe weet ik of jij geen kidnapper bent? Of een seriemoordenaar? Ik zag je geweren wel.' Ik beet op mijn lip. Waarom stelde hij zoveel vragen? Hij begon me nu al te irriteren. Ik was alleen zijn gewend en ik zat nog maar een tijdje in de auto met hem of hij was al direct erg aanwezig. 
'Ik eh, verkoop ze. Dat is mijn werk.' Het was het eerste en beste wat in me opkwam en ik ging er ook vanuit dat hij het van me aannam. Er was niet echt een andere verklaring, en om eerlijk te zijn klonk het zelfs logischer dan waarvoor ze daadwerkelijk gebruikt werden.
'Legaal?' Ik grinnikte. Alles aan heel deze situatie was zo illegaal als maar zijn kan.
'Dat neem ik aan als een nee.' Ik zei daarna niets meer. Ik was niet goed in gesprekken voeren, het bleef ongemakkelijk en ik voelde zijn ogen op me branden ook al was het donker in de truck. Ik werd er ongemakkelijk van, ik voelde me bekeken en opeens maakte ik me zorgen of ik er wel goed uitzag. Wat om eerlijk te zijn nooit een van mijn zorgen waren geweest.
'Heb je honger?' Ik maakte een wilde bocht naar links en reed verder naar een restaurant langs de weg. Ze waren vierentwintig uur open per dag dus het was een plek waar ik vaak kwam. Het was simpel, ze namen je bestelling op, lieten je alleen en als je genoeg fooi achter liet was er niets om je zorgen over te maken. 
'Het is half elf-' Ik negeerde hem en parkeerde de truck. Ik vond het te ongemakkelijk worden om met hem in de auto te blijven zitten dus stapte ik uit. Emil stapte aan de andere kant ook uit en hij keek me bezorgd aan. Ik stak een sigaret op en probeerde tot rust te komen. Hier was iets goed mis, en er leek geen eind aan te komen.
'Hey, gaat het?' Hij liep op me af en stak zijn hand naar me uit die ik van me af sloeg.
'Ja, het gaat prima, ik, eh-' Ik dacht na, wat was er nu eigenlijk? Ik glimlachte en ik gooide m'n peuk op de grond.
'Ik heb honger, zin in iets te eten?' Ik probeerde vrolijk over te komen. Gastvrij, misschien. Ik wist niet wat ik aan het doen was. Al heel mijn leven lang had ik alleen zakelijke, professionelen relaties met mensen. Meer dan dat was het niet. Het was vreemd, want als die mensen iets aan me vroegen dan vroegen ze dat voor geld, niet voor hun plezier, niet in verwachting voor iets anders. Het ging gewoon om geld.
Mijn relaties met anderen gingen niet over gevoelens, en ook al vroeg Emil daar niet om, ik voelde al meer dan ik zou moeten. Nu begreep ik waarom ik altijd alleen was, omdat ik niets anders kon.

We zaten tegenover elkaar aan een tafel in een bijna leeg restaurant. Hier en daar zat iemand alleen wat meestal ook het geval was als ik alleen was, maar deze keer was ik niet alleen. Ik tikte nerveus met mijn vingers op de tafel en ik zat voorover gebogen me te bemoeien met de menukaart. Ik wist al wat ik wilde, hetzelfde zoals altijd. 
'Je bent nerveus.' Zei Emil, en hij had gelijk. Wat dacht ik dan ook, mijn doelwit uitnodigingen voor een vrolijk rondritje in mijn truck en vervolgens mee uiteten te nemen ook. Het begon nog op een date te lijken.
'Ja, ik eh- ik weet niet waarom.' Ik gaf het eerlijk toe. Mijn stem klonk zacht en verslagen, ik had geen zin meer om te doen alsof het me niets kon schelen. Als hij dan toch dood ging dan zou hij dus nooit de informatie delen die ik hem gaf.
'Het is oké, je ontmoet niet elke dag een vreemde laat in de avond die met je meerijdt.' Ik knikte en ik keek omhoog. Hij zat er rustig bij, zelfverzekerd misschien. Ik vroeg me af wat hij van me vond, wat hij van me dacht. Al maakte dat niet uit, nog even en hij was dood.
'Het spijt me, ik ben gewoon al heel erg lang alleen.' Ik tikte gevoelig met mijn vingers tegen elkaar en ik keek op toen hij stil bleef. Hij keek me geïntegreerd aan. Het oogcontact hield stand. Er was iets aan zijn blik wat de mijne niet los wilde laten. 
'Vergeet je dan hoe je contact moet maken met anderen?' Ik dacht na, misschien wel. Voor ik kon antwoorden kwam een bediende onze bestelling opnemen. Emil keek me daarna weer aan, hij doelde nog op de vraag die hij me net stelde, die ik al bijna weer vergeten was.
'De enige mensen waar ik contact mee heb is mijn baas.' Emil beet ongemakkelijk op zijn lip.
'Mens, dus.' Verbeterde hij me. Ik zuchtte, 'ja, mens.'
'En je familie dan?' Ik staarde naar mijn schoot.
'Oh, oké. Ik zou er niet over beginnen.' Ik waardeerde het dat hij door had dat het niet een onderwerp was waar ik over wilde praten. Veel mensen drukten dan door, hij niet, hij stopte netjes. Ik had mijn grens niet eens duidelijk aangegeven. Opeens schoot me zijn reden binnen van omlegging. Hij had iemand neergeschoten.
'Dus, waarom stap jij bij vreemden in?' Hij grijnsde, en door zijn grijns ging ik grijnzen, het was aanstekelijk. Zodra ik het in de gaten had stopte ik er direct mee.
'Ik zat op een militaire school, maar het was niet echt mijn ding dus ben ik weg gelopen.' Ik trok mijn wenkbrauwen op.
'Oh ja? Waarom heb je je niet gewoon afgemeld?' Ik keek hem nieuwsgierig aan. Het was een terechte vraag die ik stelde, het leek me logisch om te vragen na zijn korte samenvatting.
'Mijn ouders,' hij schraapte zijn keel en hij staarde naar de tafel 'mijn vader was heel enthousiast toen hij hoorde dat ik was aangenomen. Hij wilde zelf altijd het leger in, alleen hij zat vast aan ons familie bedrijf. Dus leefde hij zijn droom via mij. Hij was altijd zo enthousiast als het ging over het leger of alles wat daar mee te maken had. Dus ik liet hem zijn gang gaan. Alleen moet hij begrijpen dat ik er een keer klaar mee ben.' Ik luisterde aandachtig naar zijn verhaal. Emil had niet niks meegemaakt, hij had zijn eigen moeilijkheden en dilema's.
'Wie weet zijn ze nu wel vermist posters aan het ophangen van me.' Ik grinnikte zacht doordat Emil en humoristisch mee omging. Ik wilde dat ik zo om kon gaan met mijn geschiedenis. Alleen het was te pijnlijk, te pijnlijk om het weg te lachen.


Geschreven: 16|02|2024

Beter af AlleenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu