9. Vast een verlangen

22 4 0
                                    

Emil kon heel goed piano spelen en zijn favoriete band was The Smashing Pumpkins. Hij heeft nooit gehouden van het leger en alles wat daar mee te maken had, waarschijnlijk omdat zijn vader het juist zo geweldig vond. Emil was enig kind, net zoals ik en hij miste daarom altijd iemand waar hij dingen mee kon doen. Hij had wel een beste vriend vanaf de basisschool tot aan de middelbare school en hij was voor een bepaalde reden erg populair. Hij denkt zelf dat het kwam door zijn charisma, aangezien hij altijd goed overweg kon met mensen. Emil wist niet goed wie hij was en wie hij wilde zijn. Hij wil graag zichzelf blijven maar hij weet nog niet precies wie dat is. Daarom is hij weggelopen bij het leger, omdat dat niet een deel was dat van hem was. Hij vertelde me dat hij opzoek is naar wat dan wel een deel van hem is. 
Ik sloot me bij hem aan, ik was net zoals hij ook opzoek. Naar wie ik was, wat ik kon zijn. Om te zien of ik meer was dan een moordenaar. Ik wilde wel meer zijn dan een moordenaar. Maar of ik meer kon zijn.
Ik begon hem aardig te vinden, Emil was aardig. We bleven lang met zijn tweeën in het restaurant zitten en we praatte, en het stopte niet. De bediende kwam vaak ons drinken bijvullen en het leek oneindig te duren. Hij vertelde veel over wat hij in het leger had gedaan en dat hij het soms wel leuk vond maar dat hij wist dat het niets voor hem was.
'Nee, ik weet niet wat ik later wil doen, maar in ieder geval de eer voor het vechten voor mijn eigen land is het niet.' Ik glimlachte terwijl mijn ogen afweken naar de rekening.
'Oh nee, laat mij maar.' Hij pakte de rekening op en hij graaide in zijn zakken.
'Ik heb gister hier nog een oude man voor gepijpt.' Ik keek hem verbaast aan. Hij gooide een briefje van vijftig en een briefje van twintig dollar in het bakje waar twee pepermuntjes inlagen.
'Serieus?' Hij grijnsde en terwijl hij zijn portemonnee weer opborg.
'Hij stelde vijftig voor maar ik zei dat ik niet lager ging dan honderd.' Ik grinnikte en bedacht dat ik iets terug moest doen voor dit bedrag wat hij nu voor me betaalde.
'Hey, misschien moeten we het bedrag delen-' Emil wuifde het zorgeloos weg.
'Het is oké, ik heb die honderd dollar zo weer terug verdiend.' Het zat niet goed bij mij.
'Maar jij hebt niet zoveel, ik heb genoeg voor wie weet hoelang.' Het was waar, ik had nooit tijd genoeg om al mijn geld uit te geven voordat ik weer iets nieuws verdiende. Ik had geen plek om grote spullen te kopen dus het bleef altijd erg minimaal.
'Je kunt het goed maken door me naar een hotel te brengen.' Ik keek hem vragend aan, ik kon hem nu niet achter laten. Niet omdat dat niet goed met me zou zitten maar puur omdat ik hem nog altijd moest vermoorden. Ik was het al bijna heel de avond vergeten, tot dat ik me weer herinnerde waarom we ontmoette. 
'Ja prima, geen enkel probleem.' We liepen met zijn tweeën naar buiten en het was tegen een drie in de nacht. Het was koud voor het einde van september. Ik keek naar boven en je kon de wolken goed zien voor hoe donker het was. Daar waar geen wolken waren was plek voor sterren. Het was mooi, het voelde rustgevend aan. Een rust die ik een tijdje niet gehad heb. We liepen over de parkeerplaats op weg naar de truck en het bleef stil tussen ons. Ik opende de deur van de truck en stapte in. Emil stapte ook in en hij ging naast me zitten. Ik startte de truck nog niet. 
'Weet je?' Ik draaide mijn hoofd naar hem toe en ik keek hem aan. Hij had lichte wallen onder zijn ogen door het tijdstip waarop we nog wakker waren.
'Ik zou het niet erg vinden om een tijdje samen te reizen weet je? Ik bedoel, ik ben al zo fucking lang alleen en-' ik begon te lachen, wauw, was ik nu opzoek naar een vriendschap? Emil glimlachte stralend naar me. 
'Ik zou het ook niet erg vinden.' Ik voelde een aangenaam gevoel vanbinnen. Het was raar, het was raar wat ik voor Emil voelde, maar het was niet erg. Niet schadelijk voor me, ik zou hem gewoon een tijdje te vriend houden tot dat ik het juiste moment zou vinden om hem te doden. Simpel als wat.

We kwamen aan bij een hotel en we liepen beide vermoeid naar binnen. De weg er naartoe had Emil de radio aangezet, hij stond nog op de klassieke zender waar ik meestal naar luisterde als ik alleen was. Het was rustgevend en vredig, we zeiden niets maar het was niet nodig. We hadden al zoveel gezegd. 
Ik liet me neer vallen op een van de twee tweepersoonsbedden die er stonden. Ik sloot mijn ogen en was al van plan om in slaap te vallen tot dat ik een plof naast me hoorde. Ik opende mijn ogen en draaide me op mijn zij zodat ik Emil kon zien die precies hetzelfde gedaan had als ik. Ik glimlachte bij het zien van zijn comfortabelheid op het bed.
'Wauw het is even geleden sinds ik op zo'n dik matras heb geslapen.'
'Oh ja?' Hij opende zijn ogen en draaide zijn hoofd waarop hij knikte.
'De bedden bij het leger waren niet per se heel erg comfortabel.' Ik rolde op mijn rug en keek naar het hoge plafond, het liet me klein voelen. Net zoals vroeger. Ik voelde de neiging om daar al in slaap te vallen. Mijn ogen vielen telkens even dicht.
'Hey, moet je je wapens voor een bepaalde tijd verkocht hebben? Of hoe zit dat nou precies?' Ik liet mijn ogen dicht terwijl ik tegen hem sprak. 'Ik heb een maand,' zei ik zacht 'een maand.' Ik voelde mezelf wegzakken in een slaap. Ik voelde nog vaag wat er om me heen gebeurde. Emil was naar me toegelopen en hij had mijn sneakers uitgedaan. 
'Als je gaat slapen maak je dan in ieder geval klaar om te slapen.' Ik kreunde iets tegenstrijdigs, een poging om hem te vertellen dat hij van me af moest blijven maar dat deed hij niet. Ik was voor de helft al weg gedoezeld van vermoeidheid terwijl de andere helft nog kon horen wat hij zei.
'Slaap lekker.' Ik glimlachte half, of ik wilde tenminste glimlachen. Het was heel erg lang geleden dat iemand dat tegen me had gezegd. Echt heel erg lang geleden. Misschien had niemand het wel ooit gezegd. Zo vaag was het. 

Ik werd de volgende ochtend vermoeid wakker, vermoeid en uitgeslapen tegelijkertijd. Ik strekte mijn armen en benen uit en ging overeind zitten. Ik had alleen mijn boxershort aan en ik kon me niet meer herinneren dat ik zelf mijn kleding had uitgetrokken. Toen ik om me heen keek zag ik hem naast me liggen. In het andere bed, op twee meter afstand van mij. Tegenover het bed lag er op een klein bankje mijn kleding, opgevouwen en mijn schoenen stonden eronder. Hierdoor wist ik dat ik het zelf niet gedaan had. Mijn hoofd bonsde zonder reden. Ik had de avond van tevoren maar weinig alcohol gedronken aangezien ik nog moest rijden.
Natuurlijk klinkt het ironisch dat een huurmoordenaar zich aan de rest van de wetten hield. Maar dat was niet de reden. De laatste keer dat ik teveel gezopen had werd ik in iemand anders zijn bed wakker. Het ding was, ik kon mijn eigen ontmaagding niet eens meer herinneren, ik herinnerde alleen maar flitsen.
Lippen waren overal, ze waren nat en en de lippenstift was besmeurd over mijn lichaam. Er was vast een verlangen, dat was de reden waarom het gebeurd was, ik was alleen en eenzaam. Ik voelde me al heel mijn leven alleen en ik wilde dat gat in me vullen, dat gat dat mijn vader en moeder in me achter gelaten hadden. Haar handen kropen op me onder me, overal. Ik voelde niet veel, het werkte niet. Ik voelde me de ochtend daarna alleen maar leger.
Ik herinner me haar gezicht niet meer, haar naam niet meer, als ze die überhaupt aan me verteld had. We waren allebei naakt, huid op huid, zweet gleed over ons heen. Het was niet van inspanning, Ik was van uitgeput, vermoeid, leeg, zo ontzettend leeg. Het was net alsof iemand me met een schep vanbinnen had uitgegraven, ik kon niets voelen.

'Goed geslapen dan?' Ik zat halfnaakt op de dekens, het was goed warm eronder, net te warm. Ik keek om en zag Emil rechtop in bed zitten. Er was iets aan hem, iets vertrouwd. Zijn dekens begonnen bij zijn voeten en stopte bij zijn heupen. Ik bekeek hem in een vlaag, Zijn buikspieren, zijn brede schouders, zijn bruin, krullend haar hing langs zijn nek op zijn schouders en voor zijn voorhoofd. Hij was jong, ik was jong. Het was vreemd, hij was enkel een jaar jonger, voor hetzelfde geld waren we even oud. Toch voelde ik me een stuk ouder, het was vreemd, telkens als hij sprak was het laatste waar ik aandacht hem door het hoofd te schieten. 
'Ja, best wel. Jij?' Ik glimlachte dof. Dit voelde onnatuurlijk, ik had hem voorgesteld verder te reizen, zodat ik meer kans had om hem om te brengen. Maar nu wilde ik verder met hem reizen om hem te leren kennen, voor eens zou ik deel maken uit iemand anders zijn leven, in plaats van telkens alleen maar te kijken naar wie ik was, naar wat ik wilde zijn. Wat kon er zo erg zijn aan hem te leren kennen.
'Ja, wel goed.' Hij glimlachte lief, zijn lippen werden een wat lichtere versie van roze dan dat ze normaal waren doordat hij ze zo lachte. Waarom moest ik dit doen?


Geschreven: 23|02|2024

Beter af AlleenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu