Proloog

1.9K 45 3
                                    

Ze drukte het meisje stevig tegen zich aan terwijl ze haar paard tot grotere snelheid dwong. Het dier schuimbekte en was moe, maar voelde kennelijk de angst van zijn berijdster en rende mogelijk nog sneller.

'Bijna, dan zijn we er.' Zei ze zowel tegen het paard als tegen het kind op haar schoot. Het roodharige kind was zich van geen kwaad bewust en sabbelde vrolijk aan haar duimpje. De afgelopen dagen waren zo druk geweest dat het kind zich er niet meer aan stoorde. De vrouw was opgelucht dat het jonge kind uitzonderlijk makkelijk was in haar gezelschap.

De vrouw was ten einde raad, ze wist heel goed in wat voor gevaar ze verkeerde door het meisje weg te halen van de omgeving waarin ze had gezeten. Maar ze had gezworen om het meisje met inzet van al haar krachten te zullen beschermen, daar hoorde een dergelijke opoffering bij.

Het woud doemde voor haar op en ze slaakte een zucht van verlichting. Al dagenlang was ze een kat en muis spel met haar achtervolgers aan het spelen en ze was bang dat ze ditmaal niet heelhuids zou kunnen wegkomen.

Eenmaal in het woud vertraagde ze haar tempo niet. Ze moest ontsnappen en als ze zelf niet weg kon komen moest ze ervoor zorgen dat het kind veilig was.

Ze was blij dat Sophia een plan had bedacht, het enige wat ze nog hoefde te doen was de afspraakplek vinden en de soldaten op een dwaalspoor zetten, anders zou ze nooit veilig zijn. Sophia was haar bazin en die had met een aantal kooplieden overlegd dat zij een aantal dagen voor het meisje zouden zorgen zodat zij alle tijd had om de soldaten af te leiden.

Haar grootste angst was dat de kooplieden het voorschot in hun zak hadden gestoken en niet van plan waren om op te komen dagen, of erger nog, het plan was bekend geworden en de soldaten de kooplieden hadden onderschept en haar opwachtten. Snel deed ze een schietgebedje dat alles goed zou gaan.

Toen ze de bocht om reed zag ze een aantal karren en woonwagens, ze had de kooplieden gevonden.

Ze was opgelucht en hield voor hen halt.

'We hebben niet veel tijd.' Snel steeg ze af en gaf het kind aan de man, die haar verbaasd aankeek, maar ze was zo vermoeid dat ze het niet merkte.

Ze gaf hem ook een zak met spullen die kennelijk bij het kind hoorden.

'Verstop haar, ze zitten achter me aan. Over acht dagen ben ik bij de grens vanaf Chirov naar Veloria, daar kom ik haar weer ophalen. Kom de komende tijd niet in Martora of Trivand, daar is het levensgevaarlijk voor haar.'

Met die woorden steeg ze weer op en negeerde het arme paard, die nog natrilde van de geleverde inspanningen, haar missie was nu even belangrijker.

'Verberg haar haren ten alle tijde. Het is extreem belangrijk dat ze niet opvalt.'

Als laatste gaf ze hem een brief. 'Mocht ik niet bij de ontmoetingsplek kunnen komen, dan staan hier verdere instructies in.' Zei ze en keek het kind aan. 'Je moet een goed voorbeeld zijn Sarah en vooral niet bang zijn, let goed op sir Merwin, hij is jouw grootste schat.'

Het vierjarige kind knikte en zei. 'Ik zal goed op hem passen.' En trok de knuffelbeer stevig tegen haar aan om haar woorden kracht bij te zetten.

Ze richtte haar aandacht weer naar de man en zei. 'Het beste meneer, als ze naar me vragen, zeg dan dat ik richting Vespa ben gereden en houd haar uit het zicht.'

Met die woorden steeg ze op, reed weg en spoorde zonder om te kijken haar paard weer tot hoge snelheid aan.

______________________________________________________________________

Yurick keek de malle vrouw na tot hij haar niet meer kon zien, zo verrast was hij geweest door de vrouw haar instructies.

Daarna keek hij naar het kleine meisje die hem met onderzoekende ogen aankeek.

Hij had geen idee gehad waar die vrouw het over had gehad, maar volgde haar instructies op en verborg het kind en haar spullen in de woonwagen die hij met zijn vrouw en zesjarige dochtertje deelde.

De vrouw had er doodsbenauwd uitgezien en hij gokte dat de reden daarvan de tiental mannen die hen nog geen vijf minuten later in een razend tempo voorbij reden was. Een stopte om naar de vrouw te vragen en hij gaf antwoord zoals de vrouw hem had gevraagd te doen.

'Yurick, waar ging dat allemaal over? En wie is dat kleine meisje die we nu in onze woonwagen hebben zitten?' Vroeg zijn vrouw toen de soldaten weg waren.

'Ik heb geen idee Jana, maar het kind is kennelijk erg belangrijk en moet veilig gehouden worden.'

Zijn vrouw was erg gevoelig en het onderwerp kinderen raakte haar ontzettend, aangezien ze na Becca te horen had gekregen dat ze verder geen kinderen meer zou kunnen baren.

'Dus voor nu hebben we er een extra dochter bij?' Vroeg ze hem voorzichtig.

Inwendig zuchtte hij en wist dat ze het kind nooit meer vrijwillig zou laten gaan als hij het antwoord gaf waar ze op hoopte. Toch gaf hij haar juist dat wat ze wilde.

'Daar lijkt het wel op Jana. Voor zolang als het duurt.'

'Ze lijkt wel wat op jou Yurick.' Ze doelde natuurlijk op zijn rossige haar en felle groene ogen, hij had ook opgemerkt dat het kind bijna dezelfde kenmerken had.

'We gaan naar Veloria, daar zijn we dicht bij en daar zal het veilig genoeg zijn.'

De vuurprinses (Dutch Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu