Hoofdstuk 21.

297 14 4
                                    

Haar hoofd bonkte als een bezetene toen ze wakker werd. Omdat ze nog niet in staat was om haar ogen te openen luisterde ze naar de geluiden om zich heen

Het enige geluid in de ruimte was die van iemand zijn rustige ademhaling, ze voelde de hitte om zich heen en hoefde niet eens na te denken om te weten wie het was. Brennen.

Met moeite opende ze haar ogen en keek hem in zijn reebruine ogen. 'Elisara.' Zei hij opgelucht en pakte haar hand vast. Moe als ze was voelde ze alsnog de tintelingen door haar hele lichaam schieten.

'Brennen, wat is er gebeurd? En waar ben ik?' Vroeg ze met een gebroken en fluisterende stem, jemig zelf haar stem was zwak. Gedesorienteerd keek ze om zich heen, de kamer waarin ze lag herkende ze niet en het landschap buiten kwam haar ook niet bekend voor.

'We zijn in het koninklijk paleis in Veloria, je ligt nu in je nieuwe kamer.' Vertelde hij en vervolgde. 'Je bent een volle week buiten bewustzijn geweest.'

Hij sprak daarna niet meer en gaf haar een glas water zodat ze wat vocht in haar systeem kreeg, daarna ging ze weer liggen maar ze herinnerde zich alles weer en schrok direct omhoog. 'De immunen, is iedereen in orde, hoe is het afgelopen?'

Brennen keek haar aan en duwde haar voorzichtig terug op de kussens. 'Toen jij de leider van de groep doodde zijn de rest van de immunen gevlucht, uit angst voor hun eigen leven. Elisara, wat jij hebt gedaan hoort niet mogelijk te zijn. De immunen worden niet voor niets zo genoemd. Je hebt de prijs daarvoor bijna met je eigen leven betaald. Doe me dat nooit meer aan.' Zijn ogen keken haar smekend aan en het was duidelijk dat hij zich ontzettend bezorgd had gemaakt om haar.

‘Ik beloof het op een voorwaarde.’ Zei ze en hij keek haar verbaasd aan. ‘Wat dan?’

‘Dat jij mij leert hoe ik met een zwaard om moet gaan zodat ik mijzelf ook op dit manier kan verdedigen.’

Brennen knikte direct en zei. ‘Dat zal ik met alle liefde doen, ik zal de dokter halen, dan kan hij kijken hoe het verder met je gaat. Wanneer je weer beter bent beginnen we met de lessen.’

Hij wilde weglopen maar ze pakte zijn hand. ‘Brennen wacht.’ Ze moest het hem vertellen zodat er geen onduidelijkheden over waren.

Hij ging weer naast haar zitten en keek haar in de ogen aan ‘Wat is er?’

Ze keek hem aan en wilde het zeggen maar kon het nog niet over haar lippen krijgen. Hoeveel wist ze nu eigenlijk van hem af, hield ze van hem? ‘Bedankt dat je er was toen ik wakker werd.’ Wist ze uiteindelijk uit te brengen.

Met een glimlach op zijn lippen kuste hij haar voorhoofd en haar hele lichaam werd warm van het gevoel van rust en blijdschap die door haar heengolfde. ‘Ik zal er altijd voor je zijn Elisara.’ Beloofde hij.

Hij liep weg en de deur sloot achter hem.

In de stilte van haar nieuwe kamer dacht ze na over haar situatie met betrekking tot Brennen. Ze wist van hem dat hij betrouwbaar, loyaal en vriendelijk was. Hij behandelde haar inmiddels als een gelijke en slaagde erin haar zaken te laten voelen die ze nog nooit had gevoeld, de verlangens die hij bij haar oproepte had ze nog nooit ervaren en ze wist dat hij de enige was die deze emoties volledig bij haar kon oproepen door de vuurbloedband. En of ze zonder hem kon? Ze dacht erover na en alleen het idee dat hij er niet meer zou zijn maakte dat ze tranen in haar ogen kreeg.

Waarom was het dan zo moeilijk om dat ook tegen hem te zeggen?

Angst voor afwijzing was haar grootste drijfveer. Nog nooit had ze haar hart verloren aan een man en om dat aan iemand die ze nog niet zo lang kende toe te moeten vertrouwen maakte haar bang.       

De vuurprinses (Dutch Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu