Hoofdstuk 5.

413 14 0
                                    

‘Brennen, ze zijn terug, de mannen zijn terug met een woonwagen.’ Georgiana kwam op hem afgerend en riep het luidkeels naar hem.

Angst sloeg over hem heen als een golf die hij niet kon ontwijken, dit was het. Het moment dat hij haar eindelijk zou zien.

Zijn beste vrienden Sandro en Farcil waren gevraagd om mee te helpen met de zoektocht en hij had thuis moeten blijven, het was nog nooit voorgekomen dat hij thuis moest blijven van zijn ouders.

Georgiana had hem er genadeloos mee geplaagd, maar hij had het niet erg gevonden, wat hij wel erg vond was dat hij nu ineens wel een verloofde bleek te hebben waarvan veertien jaar geleden gedacht werd dat ze overleden was.

 Hij liep naar Georgiana toe en liep samen met haar naar buiten. Lanius liep voor hen en leek bijna net zo opgewonden als Georgiana, die aan een stuk door praatte en zich afvroeg hoe haar nieuwe schoonzus eruit zou zien.

Eenmaal bij hun ouders stopten ze en de woonwagen kwam tot stilstand.

Sandro sprong van de bok af en hield zijn handen omhoog voor een jongedame met bruin haar.

Farcil deed de deur open en eruit kwam een kleine jongen met zwarte haren.

Georgiana keek hem verbaasd aan. ‘Drecin? Wat doe jij hier nou weer? We verwachtten toch heel iemand anders?’ Vroeg ze haar vader verbaasd.

Lanius leek ook niet te snappen wat er gebeurd was en keek Sandro vermanend aan. ‘Leg uit.’

‘Ze is het, ik weet het zeker. Ik heb nog nooit zoiets gezien. Ze is fenomenaal Brennen, een plaatje uit een sprookjesboek. Ik heb haar maar van veraf gezien, maar wat ze zeggen over vuurbloed, er is geen woord van gelogen.’

Drecin zei pruilend. ‘Ik wist niet eens dat ze dat kon, ik kan het nog niet eens.’

‘Ik snap er niets van. We gaan naar binnen en jij legt vanaf het begin uit wat er gebeurd is en hoe jij zo zeker weet dat ze is wie wij denken dat ze is.’ Eiste de koningin.

 Sandro liep met hen mee naar binnen.

Ze installeerden zich allemaal op een stoel. Ledesia bleef dicht bij Drecin en Sandro in de buurt.

Er werd drinken gebracht en Sandro nam een slok van zijn bier voor hij zijn verhaal begon.

‘We waren met een groep van vijf al een paar dagen aan het wachten in Edorus toen Ledesia aan kwam gereden in de woonwagen.’ Zijn stem werd zachter toen hij haar naam zei en hij was niet de enige die dat merkte. ‘Ze voldeed aan de beschrijving die we van haar hadden en ik knoopte een praatje met haar aan, waarin ik vroeg waarom ze alleen was en alle standaard vragen.

De mannen waren ongeduldig en gingen de woonwagen in om te kijken of ze degene was die we zochten, de knuffelbeer en andere kleine dingen vonden we in de wagen, maar geen prinses Elisara.

Omdat de mannen dwang hadden gebruikt was Ledesia niet geneigd om informatie te delen en hadden we geen andere keuze dan haar mee te nemen naar Veloria.

Ik ben bij haar op de bok gaan zitten en we raakten aan de praat.

Toen we bijna bij de Veloriaanse grens was begon ze te vertellen dat ze een afspraak had gemaakt om op hen te wachten.

Ik vroeg haar wie hen was, want ze had het over meerdere personen.

Nu bleek dus dat Elisara Drecin had gered voordat Martoriaanse soldaten hem te grazen konden nemen. We stonden op het punt om Ledesia veilig op Veloriaanse grond achter te laten en terug te gaan om hen te gaan zoeken toen er Martoriaanse soldaten opdoken.’

De vuurprinses (Dutch Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu