Hoofdstuk 7.

383 16 0
                                    

‘Het spoor is verdwenen bij Kiras.’ Vertelde Farcil uiteindelijk.

Ze hadden uiteindelijk het dorp gevonden waar Elisara was geweest. De dorpelingen vertelden vol ontzag dat ze een demonstratie had gegeven van haar krachten maar ze was alsnog gevangen genomen door de slavenhandelaren. Samen met een aantal andere jonge meisjes was ze meegenomen om verkocht te worden als slavin. De dorpelingen waren haar erg dankbaar want door het oponthoud wat Elisara had veroorzaakt hadden ze veel andere meisjes op tijd weten te verbergen.

Toen ze die dag weg wilden rijden kwamen ze in botsing met Martoriaanse soldaten.

Zelf waren ze in burgerkleding, dus ze vielen niet op. Dat de soldaten kinderen voor zich hadden die door de dorpelingen met tranen in hun ogen ontvangen werden maakte dat ze, nadat de soldaten weg waren gegaan, terugkwamen om verhaal te halen.

Een meisje genaamd Daphne vertelde trots dat Elisara haar en de andere kinderen gered had van slavernij, maar dat ze zelf weer gevangen was door de handelaren aangezien ze erop had toegezien dat de kinderen veilig waren.

Voordat ze weg gingen riep Daphne hen terug. ‘Ze is van adel, maar ze weet het zelf niet eens. Hoe is dat mogelijk?’ vroeg ze hen. Daar hadden ze geen antwoord op gegeven.

Ze gingen daarna direct naar Trevars, maar konden op aanraden van Daphne alleen maar het spoor volgen tot Kiras. De broedplaats voor criminelen, moordenaars en slavenhandelaars had hen geen verdere aanwijzigingen gebracht waar ze zou kunnen zijn.

Broedend van woede en frustratie waren ze gedwongen geweest de zoektocht te staken.

Drecin was er gelukkig niet om het te horen, hij was samen met Georgiana een paar dagen geleden naar Ilaris gegaan.

Ledesia was er wel bij, Sandro zat naast haar en keek haar aan. Bang dat ze in elkaar zou storten, het tegendeel was meer waar. ‘Ze overleeft het wel.’ Verzekerde ze Brennen. ‘Ze is sterk en intelligent, ze zal haar eigen dromen hoe dan ook waarmaken.’

De verhalen die Ledesia vertelde over Elisara waren geweldig. Raadsheer Lanius was bijna niet weg te slaan bij de jongedame. Sandro ook niet, hetzij voor andere redenen.

Hijzelf had nu al veel respect gekregen voor de ontberingen die Elisara had moeten doorstaan en de barmhartigheid en moed die ze had getoond, eerst Drecin redden, toen nogmaals en later een groep kinderen gered van een leven als slaaf. Ze was een waardige jongedame en hij was benieuwd hoe ze in het echt zou zijn. De enige herinneringen die hij aan haar had was als klein meisje van drie jaar. De herinneringen die Ledesia met hen had gedeeld waren een magere vervanging voor het persoonlijke contact wat hij hoopte te hebben met Elisara.

Toen er werd geopperd dat Ledesia ook naar Ilaris zou gaan vertelde ze vriendelijk dat ze liever in de keukens van het paleis wilde gaan werken.

Sandro was in de wolken toen hij dat hoorde, want hij had er tegenop gezien om afscheid van haar te moeten nemen en was niet zeker of hem dat ook gelukt zou zijn. Hij was blij voor zijn vriend. 

De vuurprinses (Dutch Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu