Hoofdstuk 27

138 9 5
                                    


Hoofdstuk 27

De eens zo prachtige marmeren tegels in de binnenplaats waren momenteel besmeurd met het bloed van de gewonde soldaten die overal verspreid waren. Het leek alsof ze ternauwernood aan een bloedbad waren ontsnapt. Een dokter zag ze niet en dat baarde haar zorgen. Varol trok haar terug de schaduwen in. 'Hier kunnen we beter niet gezien worden milady.'

'Je hebt gelijk, maar wat is er in hemelsnaam gebeurd?' Varol keek om zich heen en zei. 'Als ik moest gokken wat er is gebeurd dan vermoed ik dat uw vader mannen naar het Veloriaanse leger heeft gestuurd en ze op deze manier terug heeft gekregen. Wat wilt u doen?'

'We hebben een missie. Als we vader en Ledesia niet vinden zijn we verloren. We sturen straks zoveel mogelijk bedienden heen en waar zijn de doktoren en verpleegsters?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Ik weet helaas net zoveel als u en dat is momenteel niet veel.'

Ze keek naar de kermende mannen en haar hart brak voor die dappere soldaten maar ze moest nu zorgen voor haar volledige volk en niet voor een handjevol mannen. 'Je hebt gelijk Varol, we moeten mijn vader en Ledesia vinden.'

Ze haastten zich over de binnenplaats naar de ingang van de troonzaal om lady Constance te zoeken.

Waar zij, Varol en de drie andere mannen zich naar de troonzaal haasten zag ze overal waar ze keek mensen die juist de andere kant op gingen. In hun haast om weg te komen merkten de vluchtende mensen haar en de andere mannen nauwelijks op.

Eenmaal binnen hoorafstand klonk haar vaders stem donderend door de zaal. 'Zeg ze dat ze zich terug moeten trekken!' Zijn voorheen al kille stem had een onaangename klank van wanhopige agressie aangenomen.

'Zelfs als ze dan al zouden doen, dan is dat enkel een uitstel van je eigen executie. Er is niets waardoor jij werkelijk in leven zult blijven. Door mij te ontvoeren heb je in feite al je eigen ondergang in werking gezet.' Zei een andere stem waarvan ze hoopte dat dit Ledesia zou zijn. Dit was natuurlijk een overduidelijk teken dat de vrouw in kwestie nog in leven was.

'Zwijg secreet.' Hoorde ze haar broer giftig zeggen en in die kleine stilte die volgde hoorde ze een klap en een doffe bons. Ze vermoedde dat haar broer Ledesia had geslagen en dat ze op de grond was beland.

Varol vloekte zacht en zei. 'Wat een zwakkeling.'

Ze keek snel om het hoekje. Haar vader zat onderuitgezakt op troon. In zijn handen had hij een dolk waar hij gedachteloos mee aan het bewegen was. Op de tafel naast hem stond een assortiment aan alcoholische dranken die veelal op leken te zijn. De sfeer in de troonzaal was om te snijden. De edelen en bedienden die nog niet waren weggegaan stonden in gespannen afwachting op wat er nu zou gaan gebeuren. Inwendig kromp ze ineen. Haar vader nuchter was nog tot daaraan toe, echter wanneer hij alcohol in zijn systeem had was wanneer je echt op moest passen. Hij was dan nog vennijdiger als een woedende cobra en sloeg nog sneller toe wanneer hem iets niet aanstond.

In de glimp die ze zag van de troonzaal zag ze ook een bezorgd kijkende lady Constance die Ledesia als een havik in de gaten hield.

Darvos richtte zich tot zijn vader en zei. 'We moeten wat doen vader, laten we een bericht zenden naar Veloria om te zien dat we het echt menen.' Haar vader hield op met de dolk te spelen en keek zijn zoon aan. 'Ik denk dat je gelijk hebt.' Hij stond op en ze kon zien dat hij aangeschoten was door hoe hij zich bewoog. Met de dolk in zijn hand liep hij naar Ledesia en bukte bij de vrouw. Terwijl hij met het wapen langs een bewusteloze Ledesia liep vroeg hij zich op onverschillige toon hardop af. 'Wat zullen we ze eens sturen? Een vinger? De hand of wellicht een oor of oog?'

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Apr 20 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

De vuurprinses (Dutch Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu