Het dorpje was ontzettend klein en de proviand die ze hoopten in te slaan was niet aanwezig.
Ledesia en zijzelf waren geschokt voor de armoede die er heerste en vonden het verschrikkelijk om te zien dat alleen de ouderen en hele jonge kinderen hier nog woonden.
Waarom deed deze koning zo tegen mensen, had hij totaal geen vriendelijkheid in zijn hart?
‘Waar is de rest van het dorp?’ Vroeg Ledesia een oudere man.
De man keek hen taxerend aan en zei ‘Zorg dat jullie zo snel mogelijk hier wegkomen, mooie vrouwen zoals jullie worden meegenomen en verkocht op de markt, de mannen worden ingelijfd in het leger. Jullie zijn een makkelijke prooi zonder mannen die jullie beschermen.’
Drecin keek verbaasd naar de man. ‘Ik kan ze prima beschermen hoor.’
De oudere man begon bulderend te lachen en voordat hij wegliep zei hij schertsend. ‘Je bent nog maar een kind, wat wil jij nou uitvoeren tegen geharde soldaten en bloedlustige slavenhandelaren?’
Dat de man hem uitlachte kon Drecin niet hebben, maar ze legde haar hand op de zijne voordat hij uit zijn slof schoot en zei. ‘Doe maar rustig, wij weten wel beter.’
De afgelopen paar weken had ze een geweldige band met de jongen opgebouwd en hij had haar verteld over zijn vuurbloed, waarmee hij warmte kon beheersen.
Ze twijfelde er nog aan om hem de brief te laten lezen waarvan ze brandde van nieuwsgierigheid om te weten wat erin stond.
Toen ze het dorpje uitwaren klaagde Ledesia. ‘We kunnen hiervan de komende weken niet goed genoeg rondkomen, we moeten naar een grotere stad om echt eten in te slaan.’
‘Maar Sia.’ Zei Drecin ‘Ik kan niet in een stad gezien worden, ze zoeken me overal.’
Ledesia had niet zoveel geduld met hem als zijzelf en zei. ‘Dat kan wel zijn, maar ik verhonger liever niet, we hebben al tweederde van de reis afgelegd en ik wil het laatste stuk ook halen.’
‘Ik heb een idee.’ Zei ze tegen de twee kibbelaars. ‘Als ik nou met Drecin buiten de stad wacht, dan kun jij inkopen inslaan en dan zien we elkaar bij de grens die naar Veloria leid, dan kunnen we samen naar Lavero reizen, vanaf daar kunnen we de overtocht maken naar Ilaris en dan kan ik jou,’ Ze keek Drecin aan. ‘,afleveren bij je familieleden in Viral.’
‘Maar ik sta nog bij je in het krijt.’Wierp de jongen tegen.
Ze glimlachte. ‘Raad me maar aan bij de school voor jongedames, zodat ik een echte opvoeding kan krijgen, in plaats van de barbaar te zijn die ik nu ben.’
Drecin lachte en zei. ‘Je bent helemaal geen barbaar. Maar ik wil anders wel je beeldjes aanraden bij mijn familieleden en vrienden? Jullie willen toch een winkel beginnen of niet?’
Ledesia glimlachte. ‘Dat is wel een goed idee, maar Sarah wil echt graag leren lezen enzovoorts.’
Drecin knikte en werd toen helemaal enthousiast. ‘Maar je kunt ook een privé leraar inhuren als je geld genoeg hebt, die kan je dan van alles leren, ik heb die ook gehad, omdat ze me constant probeerden te ontvoeren kon ik niet naar een school toe.’
‘Dat is nou een goed idee Drecin.’ Zei Ledesia en keek haar aan. ‘Dan zou je eventueel ook iemand in kunnen huren die je etiquette wil leren en je de kunst van het schilderen of andere creatieve dingen kan bijbrengen, ondertussen kunnen we dan onze winkel starten.’
‘Dat zou inderdaad goed kunnen.’ Zei ze en glimlachte daarna.
‘Zullen we dan nu afspreken dat jij in je eentje naar Edorus gaat?’
JE LEEST
De vuurprinses (Dutch Nederlands)
FantasySarah is vanaf dat ze zich kan herinneren al deel geweest van de zigeuners die door heel Lorenian reizen. Niet wetend over haar werkelijke afkomst begint ze met haar goede vriendin een tocht om zich te settelen op een Idyllisch eiland aan de kust va...