Hoofdstuk 17.

367 18 2
                                    

Het gezelschap kwam aan op de kade en Georgiana kwam vrolijk glimlachend naar hen toe. ‘Jullie zijn precies op tijd, het schip staat net op het punt om aan te komen. Ik heb ze gemist Brennen.’

 Het vooruitzicht om Georgiana en Brennen hun moeder te ontmoeten had haar nog nooit zoveel angst aangejaagd.

Altijd was ze sterk geweest en zelfs bij de zigeuners hadden ze haar nooit echt geaccepteerd. Jana, Yurick, Becca, Ledesia en Candra wel maar de rest had haar nooit geaccepteerd. Dit had ze altijd wel gevoeld maar niet kunnen benoemen wat het was. Totdat ze te horen had gekregen dat ze was nooit echt een van hen geweest en iedereen had het geweten behalve zijzelf.

De mogelijkheid om nu bij een echte hechte familie te horen maakte haar bang, zoveel geborgenheid en vriendelijkheid had ze nog nooit eerder meegemaakt.

Als ze bij Brennen was voelde ze dat, bij Georgiana was het ook voelbaar en om dan te horen dat hun moeder nog erger was maakte dat ze tegen haar tranen moest vechten. Zoveel geluk had ze niet verwacht en het enige wat ze eigenlijk hoefde te doen is trouwen met Brennen.

Ze wist op dit moment niet goed wat ze voelde. Ze wilde dat hij zich als een heer zou gedragen maar nu hij dit deed voelde ze zich ongemakkelijk aangezien hij zo formeel tegen haar deed. Dit was niet de verleidelijke man die gisteren haar lippen had geplunderd.

Hij verwarde haar mateloos en ze wist echt niet wat ze nu van hem moest denken.

Ze ademde diep in en wachtte bij Ledesia zodat Brennen en Georgiana alle tijd hadden om hun ouders te ontmoeten.

Dit liet Brennen niet toe en hij bood haar zijn hand aan.

Ze werd nog warmer en stapte bij hem vandaan. Ze ging bij Ledesia staan die haar verbaasd aankeek.

‘Nerveus?’ Vroeg die haar glimlachend.

‘Doodsbenauwd.’ Antwoordde ze zachtjes zodat niemand haar hoorde behalve Ledesia.

‘De koningin is echt heel aardig, je hoeft niet bang te zijn.’ fluisterde Ledesia haar toe.

‘Daarom ben ik juist bang.’ Gaf ze eerlijk toe.

Ledesia schudde haar hoofd. ‘Je bent een vat vol tegenstrijdigheden Sara.’

Ze hadden verder geen tijd om te praten aangezien het koninklijk paar hen bereikt had. Tijd om na te denken had ze niet aangezien de koningin haar handen vastpakte, haar aankeek met een vriendelijke blik in haar ogen en zei.

‘Het is me een eer je eindelijk te mogen ontmoeten Elisara.’ En gaf haar een knuffel. Er sprak warmte uit de omhelzing en het was duidelijk dat de koningin geëmotioneerd was. ‘Je lijkt werkelijk sprekend op je moeder. Ik vind het zo fijn dat een deel van haar doorleeft door jou.’

‘Ik hoorde dat ze uw beste vriendin was.’ Zei ze met een brok in haar keel. De vrouw haar hartelijkheid en overduidelijke compassie stroomde in golven over haar heen.

‘Dat was ze zeker, ik denk niet dat er iemand anders in dit land is die je meer over je moeder kan vertellen dan ik en ik zal met alle liefde herinneringen over haar op willen halen om met jou te delen. Dan weet je voor een deel wie je ouders echt waren, alhoewel het natuurlijk een magere vervanging is voor hun werkelijke aanwezigheid zal ik mijn best doen om je zoveel mogelijk over hen te vertellen.’

De brok in haar keel werd groter en de koningin stelde haar voor aan haar man Marius, de oudere versie van Brennen.

De man had een krachtige gestalte, zijn reebruine ogen keek haar onderzoekend aan en de lijntjes rond zijn ogen leken lachrimpels te zijn. Ze vond hem spontaan aardig.

De vuurprinses (Dutch Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu