Hoofdstuk 8.

410 18 2
                                    

De reis was niet onplezierig, maar doordat ze niet wist wat er zou gebeuren op het moment dat ze op plek van bestemming aan zou komen was ze de hele reis gespannen geweest.

Baron Lacombe was in zijn nopjes geweest toen hij haar zag nadat ze zich voor het eerst had kunnen baden. Dit was ook een nieuwe ervaring voor haar, het gietijzeren bad was volgens haar zo gigantisch geweest dat ze er met gemak in had kunnen verdrinken. Ze had zich natijd ook nog nooit zo schoon gevoeld. De japonnen die ze aanmoest waren prachtig en Price leerde haar hoe ze haar lange haren elegant moest vlechten, aangezien er nog geen dienstmeisje voor haar was die haar dat zou kunnen leren. Zelf deed ze dat bijna nooit.  

Door de snelheid van de koets waren ze al snel in het zuiden van Drova, in Dovar gingen ze met een schip langs Mauri en daarna meerden ze aan in de havenstad van Brevaran. De korte reis naar de hoofdstad Gravan maakte de baron spraakzamer.

Hij vertelde dat zijn vrouw en hijzelf al jarenlang handelden in jongedames, deze leidden ze op en stuurden ze in de plaats van verloren erfgenamen, waardoor ze niet alleen de beloning kregen, maar ook alles wat hun kleine oplichtster in handen kon krijgen en door kon sturen.

Ze zou een bediende toegewezen krijgen die haar in de gaten zou houden en haar zou behoeden voor grote blunders, wanneer de list uit zou komen was het de taak van deze bediende om haar heelhuids terug te krijgen, zodat ze uitgehuwelijkt kon worden aan een rijke oude adelman ver weg die dan snel zou sterven zodat ze een rijke weduwe werd, natuurlijk verwachtten de baron en zijn vrouw dan wel een maandelijkse toelage voor hun moeite om haar zo fortuinlijk te maken.

Ze vond hem een walgelijke man en de plannen die hij voor haar had maakten haar misselijk. Bedrog en listen waren niet iets waar zij mee was opgegroeid en ze wilde daar nu ook niet aan beginnen.    

Eenmaal in Gravan leerde ze Lady Lianna Lacombe kennen, een strenge vrouw die haar hooghartig behandelde en bij voorkeur negeerde.

Naast haar werd ze voorgesteld aan zijn dochter Alyse, een klein schuchter meisje die haar nieuwsgierig aankeek.

De enige die op dat moment niet aanwezig kon zijn was Wynane. Een andere naam had hij niet voor het meisje die hij een half jaar geleden had gekocht. Hij glimlachte naar haar en zei. ‘Wynane komt van een slavenmarkt in het noorden van Lastor. Ze leek zo erg op de erfgenaam van het graafschap in Aurelon dat ik haar ook heb gekocht.'

Met een paar maanden zou Wynane naar de school voor jongedames in Ilaris gaan, waar al de meisjes die hij vond hun opleiding zouden voltooien om geloofwaardigheid op te bouwen en contacten op te doen met andere adellijke meisjes van hun kaliber.

Toen ze Wynane die avond leerde kennen kon ze inderdaad niet zien of horen dat dit meisje een half jaar geleden een doodnormaal meisje uit een boerenstreek was geweest.

Ze hadden de kamers naast elkaar en ze raakte ’s ochtends tijdens het ontbijt al snel aan de praat met Wynane, die vertelde hoe goed ze hier behandeld was en dat ze nooit had gedacht dat ze zo ver zou komen in de wereld.

Zelf vond het hele complot om rijkdommen te verkrijgen via bedrog, listen en leugens verschrikkelijk maar was wel zo slim om deze informatie voor haar te houden.

‘Je bent mooi.’ Zei Wynane op een gegeven moment. ‘Ik denk niet dat de prins jou zal weigeren, zelf als je het hem vraagt.’

‘Hoe bedoel je?’ vroeg ze haar en Wynane had haar alleen verbaasd aangekeken. ‘Dat zul je snel genoeg leren.’

De hele dag had ze zich afgevraagd wat ze had bedoeld, daar had ze ook tijd voor want de baron stond erop dat ze eerst wat aankwam en op krachten kwam.

De vuurprinses (Dutch Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu