5 ~ Ulvi's geheim

51 9 114
                                    

Alles duizelde voor Avélies ogen

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Alles duizelde voor Avélies ogen. Haar hoofd voelde aan alsof er een hamer in rondtolde. Zodra ze op het paard was geklommen, dat haar en Nesta naar huis zou brengen, raakte de vermoeidheid haar als een mokerslag.

Het werd de hele terugrit niet beter.

'Heb je je medicijnen niet bij?' vroeg Nesta, toen ze zag hoe bleek haar moeders gezicht weggetrokken was.

'Ik was druk bezig met jou zoeken. Ik heb er niet meer aan gedacht.'

Dat deed Nesta's bezorgdheid - en haar schuldgevoel - alleen maar groeien. Haar moeder vergat haar kruiden nooit.

Toen Avélies zicht zo slecht was geworden dat ze haar ogen nog amper kon openhouden, nam Nesta de teugels van haar over.

Zodra ze haar moeder min of meer veilig in bed had gekregen, spurtte ze naar de dokter om hem om een huisbezoek te smeken.

'Te veel stress,' concludeerde de man, nadat hij haar onderzocht had. 'Klinkt dat als iets wat waar kan zijn?'

Avélie knikte zwak, maar weidde er niet over uit. Als ze hem vertelden over de schaduwsoldaten, zou hij het ongetwijfeld rondbazuinen en dan zou de stad binnen de kortste keren op stelten staan.

De dokter schreef haar een hogere dosis van haar medicijnen voor voor de rest van de week, alsook regelmatige visites om te kijken of ze aan de beterende hand was.

Toen de man weg was, pakte Nesta haar moeders arm vast met beide handen. 'Het is mijn schuld. Ik had een briefje moeten schrijven.'

Avélie hield haar ogen dicht, maar haar mondhoeken trokken wat omhoog. 'Dan weet je dat voor de volgende keer.' Ze pakte één van Nesta's handen vast en gaf er een kus op. 'Ik ben blij dat je nog leeft.'

'Ga jij oké zijn?'

'Ik kom er wel bovenop.' Of dat waar was, kon Avélie niet met zekerheid zeggen. Haar ziekte zou weer kalmeren, daar was ze zeker van, maar de schaduwsoldaten baarden haar meer zorgen dan ze aan haar dochter wilde laten uitschijnen.

Nesta wist niet meer wat te zeggen, maar wilde ook niet vertrekken voor ze zeker was dat haar moeder niet opeens zou sterven.

Na een tijdje dacht ze dat haar moeder in slaap gevallen was. Ze zag bleek en haar mond stond een beetje open. Ze ademde zwaar maar regelmatig. Toen het meisje wilde opstaan, kneep haar moeder in haar hand. Avélie opende haar ogen een stukje.

'Herinner je je Idris nog?'

Nesta knikte langzaam. 'Die ene met zijn blonde krullen? Ik heb over hem geleerd op school.'

Haar moeders gezicht vertrok.

'Heb je pijn?' Nesta stond op en wilde het laken meteen aan de kant leggen om haar te onderzoeken.

'Nee, nee, Nesta, het is oké. Het is niet erger dan het al was.' Toen ze haar dochters bezorgde blik zag, brak haar hart. Ze forceerde een kleine lach. 'De medicijnen beginnen al te werken.'

Wraak der schaduwenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu