20 ~ Een betere toekomst

10 3 4
                                    

'Kan je niet slapen?'

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

'Kan je niet slapen?'

Brenn keek betrapt om naar Avélie. Nía had haar wakker gelikt, maar dat wilde ze niet tegen haar ex zeggen. Ze haalde zo nonchalant mogelijk haar schouders op. 'Even mijn benen strekken.'

Ze had onrustig geslapen. De koorts was inmiddels gezakt, maar haar lichaam was niet gestopt met trillen en zelfs in haar dromen kon ze de stekende pijn in haar hoofd en haar ledematen niet negeren.

De heks trok Nesta's deken steviger om zich heen. Ulvi's bloed hing er nog aan.

'Ik heb het tegen Nesta gezegd. Van mijn... leugens.'

Avélies stem klonk te luid in Brenns oren. Die laatste aarzelde, maar liet zich vervolgens toch naast Avélie op de grond zakken.

'Ik heb de spreuk uitgelegd.'

'Dank je wel.' Avélie wilde haar aankijken, maar Brenn ontweek haar blik.

'Ik hoef je... je dankbaarheid niet.'

De heldin knikte langzaam. Met een droevige blik keek ze naar het zwaard dat ze op haar schoot had liggen. Nesta had gelijk toen ze zei dat ze geen goed voorbeeld was. 'Het... het spijt me. Je bent er niks mee, het maakt niks goed, ik weet het, maar het spijt me. Echt. Ik verdien al het leed dat jou is aangedaan. Jij, jij hoort een goed leven te hebben. Jij verdient het meer dan ik.'

Een bittere lach verliet Brenns lippen. De excuses deden haar niets. Ze kwamen achttien jaar te laat.

Avélie duwde haar nagels in haar handpalmen. Ze wist dat ze niet kon verwachten dat Brenn haar verontschuldigingen zou aannemen, maar het kwetste haar dat de heks haar woorden weglachte.

Afwezig gleed Brenn met haar vingers langs de wonde in haar wang. Voor een tel beeldde ze zich in dat het Liora's vingers waren. Een rilling trok door haar lichaam.

'Ik ga terug naar het kasteel. Nog voor het licht is. Daarom ben ik wakker.'

Avélie keek haar aan alsof ze een eekhoorn zag jongleren met vuur.

'Desnoods zoek ik een paar,' ze slikte, 'schaduwsoldaten en laat ik ze... laat ik ze me meenemen, maar ik moet terug.'

'Nee.'

Brenn snoof. Een hoestbui volgde. 'Je hebt niks... niks te zeggen, Avélie. Ik ga mijn magie niet terugkrijgen als... als ik haar er niet om smeek.'

'Ik ga je niet alleen laten gaan. Wie weet wat die vrouw allemaal met je wil doen.'

'Ik wil niet dat je meekomt.'

'Pech.'

Brenn rolde met haar ogen. Een pijnscheut trok door haar hoofd. Zelfs haar oogspieren voelden gespannen aan.

'Ik ga alleen. Punt. Ik weet niet... niet wat voor enge ziekte je hebt, maar je... je bent niet meer fit voor... voor dit.'

Toen Avélie haar niet meteen van weerwoord voorzag, dacht de heks dat ze het te ver gedreven had. Het zou haar echter verbazen als Avélie het zo snel zou opgeven.

Wraak der schaduwenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu