15 ~ (G)een heldin

14 2 4
                                    

De koningin der duisternis zat met een brede grijns op haar troon van botten

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

De koningin der duisternis zat met een brede grijns op haar troon van botten. Haar lange, scherpe nagels tikten op de ellepijpen die de armleuningen vormden. Het was een doodse melodie. Het behoorde toe aan een liedje over iemand die zijn geliefde had doen verdrinken.

Aan iedere muur hielden vier schaduwsoldaten de wacht. Elk van hen ging gehuld in een stevig zwart harnas. Het enige wat hen onderscheidde van andere schaduwsoldaten, was het teken dat in rode verf op hun helm getekend stond. Het was een minimalistisch oog met een zwaard erdoorheen, het teken van Liora's persoonlijke wacht.

Aan de voet van haar troon zat Brenn geknield. Haar hoofd was naar beneden gericht en haar haren hingen voor haar gezicht. Tussen de donkerbruine lokken door viel nog net een stalen kraag te ontwaren, die met een zware ketting was vastgeketend aan de bottentroon. Haar handen waren met magisch verstevigde boeien achter haar rug gebonden.

De vrouw trilde van kop tot teen. Het kostte haar al haar energie om niet in elkaar te zakken en over te geven.

Aan de trappen voor de troon, werd Avélie door twee schaduwsoldaten op haar plaats gehouden. Ze kromp in elkaar toen ze haar ex-vriendin zo op de ijzige vloer zag zitten. Ze voelde het puntige wapen van haar bewaker in haar schouderblad prikken. Meer aanmoediging had ze niet nodig om haar rug weer te rechten.

'Ah, Avélie, we hadden het net over jou.' Liora's stem weergalmde zeemzoet door de troonzaal.

De voormalige heldin deed haar best om te grijnzen. Dat haar handen trilden, verstopte ze door ze weg te stoppen achter haar rug. Gelukkig kon de schaduwkoningin het hameren van haar hart niet horen.

'Niks dan goeds, mag ik hopen.'

Liora schonk haar een scherpe glimlach, vooraleer ze met haar tong klakte.

'Kikkertje zei me dat je iedereen hebt wijsgemaakt dat jij het was die me verslagen heeft. Is het niet, Brennie?'

De heks hield haar hoofd naar beneden. Ze wilde Avélie niet onder ogen komen. Niet op deze manier, niet wanneer Liora er genot uit zou halen. Woede mengde zich met verdriet en onzekerheid, maar geen van allemaal geraakten ze voorbij de pijn die stekend door haar lichaam trok.

Eén van de wachters stapte weg van de muur achter de troon. Hij nam de ketting die verbonden was met Brenns kraag in de hand en trok eraan. Ze kon niet anders meer dan opkijken. De schaduwsoldaat hield haar stevig op haar plek. Ze kokhalsde door de brute beweging, maar slikte het gal in haar mond net op tijd weer weg.

'Ik stelde je een vraag, lieve schat.' Alle zoetigheid was uit Liora's stem verdwenen.

Brenn draaide haar hoofd vermoeid in Avélies richting. Ze keek naar haar neus in plaats van naar haar ogen. 'Je had niet... moeten komen.'

Avélie hield haar blik gefikseerd op de schaduwkoningin. Dat ze niet was gekomen als het niet voor Nesta was, durfde ze niet luidop te zeggen.

'Waar is ze?' vroeg ze met overslaande stem.

Wraak der schaduwenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu